Vakantietraining

Nog 20 dagen en dan kunnen we eindelijk aan onze zomervakantie beginnen!

Gisteren hebben we al eens een dagje getest. Dat hadden we wel verdiend vonden we na alweer een druk weekend. Zaterdag weer enkele uren in de tuin gewerkt en zondag naar Domein Puyenbroeck geweest voor het Joris Familiefeest. De nazaten van Vava en Moemoe Joris, de vader en moeder van mijn moeder dus. Met 70 aanwezigen (niet iedereen kon komen) was het best druk.

Om voor onze vakantie te oefenen trokken we gisteren naar Villers-la-Ville. Voor mij iets dat al lang op mijn bucketlist stond, voor Conny een aangenaam weerzien want zij was daar eerder dit jaar al geweest tijdens het fietsweekend met haar vriendinnen.

De abdij van Villers werd in 1146 gesticht, als dochterabdij van Clairvaux, door een groepje monniken in opdracht van Sint-Bernardus. De grond werd geschonken door drie plaatselijke landheren (Judith van Marbais, Anselm van Huneffe en Engelbert van Schoten), maar de eerste monniken moesten tot tweemaal toe verhuizen vooraleer zij een geschikte plek vonden die beantwoordde aan de behoeften van de gemeenschap. Er werd uiteindelijk gekozen voor een locatie aan de waterloop de Thyle. De bouw van de abdij vond plaats omstreeks 1190-1267. Vooral abt Charles de Seyne (1197-1209) geldt als groot bouwheer. De stichting van de abdij werd bekrachtigd door paus Eugenius III (zelf een leerling van Bernardus) en de Luikse prins-bisschop Hendrik II van Leyen. De abdij lag in het grensgebied van het graafschap Namen en het hertogdom Brabant, maar vanaf 1209 verkoos de gemeenschap uitdrukkelijk om tot de Brabantse invloedssfeer te behoren, een keuze die de hertogen met allerlei weldaden beloonden. De abt van Villers zetelde ambtshalve in de Staten van Brabant.

De abdij beleefde vooral in de 13de eeuw een bloeiperiode, toen de gemeenschap 100 monniken en 300 lekenbroeders telde. De religieuze ijver was groot, de ascese was streng en de abdij telde verschillende mystici. Zij verwierf uitgestrekte landeigendommen (op het einde van de 13de eeuw in totaal 10.000 ha., verspreid over de huidige provincies Antwerpen tot Namen) en stichtte op haar beurt de abdij van Grandpré (1231) en de Sint-Bernardusabdij te Vremde (1236), die later naar Hemiksem (1243 – Sint-Bernardusabdij) verhuisde, alsmede een aantal begijnhoven en nonnenkloosters, waarvan de abten de geestelijke leiders werden.

Toen Frankrijk in 1794 tijdens de Eerste Coalitieoorlog de Zuidelijke Nederlanden binnenviel, koos de abt de zijde van de keizer. Dat was het begin van het einde: op 11 december 1796 werden de kloosterlingen door Franse troepen verdreven. De eigendommen werden openbaar verkocht, en het terrein van de abdij zelf kwam in handen van een zekere La Terrade, een handelaar in bouwmaterialen, die de gebouwen stelselmatig sloopte en het “gerecycleerde” materiaal verkocht. In 1820 werd het terrein opgekocht door Charles-Lambert Huart, die in 1851 de toelating gaf om de spoorlijn Charleroi-Leuven dwars door zijn eigendom te laten aanleggen, wat hem een royale vergoeding opleverde. Wat er overbleef van de gebouwen werd verwaarloosd; de tijd en de elementen deden de rest. In 1893 kwam het terrein uiteindelijk in handen van de Belgische Staat, die sindsdien grootscheepse herstellingswerken liet aanvatten om de ruïne voor verdere aftakeling te behoeden. (Bron : Wikipedia)

Een geslaagde training voor een vakantie die niet snel genoeg kan komen … Nog 20 keer slapen!

Extra snipperdag

Een extra dagje aan mijn verlengd weekend geknoopt.

Helaas moest Conny werken, anders had ze mee kunnen rijden naar de Kasteeltuinen van Arcen. Moeder bezoekt immers graag tuinen en die van Arcen is maar een dik uurtje rijden dus veel kan er niet mis gaan.

Behalve dan misschien het weer maar de weergoden waren ons goed gezind. Gedurende ons drie uur durend bezoekje heeft een geen druppel geregend. Op de terugweg naar huis heeft het pijpenstelen geregend.

Het complete landgoed Arcen telt circa 450 hectare en is, sinds de aanleg van de N271 in twee delen gesplitst. Aan de westzijde ligt het eigenlijke kasteel met kasteeltuinen, aan de oostzijde ligt het gebied Lingsfort. Het gehele landgoed is in 1976 aangekocht door de Stichting Het Limburgs Landschap, en halverwege de jaren tachtig werd het kasteel gerestaureerd.

Het huidige Kasteel Arcen stamt uit de zeventiende eeuw en is gebouwd in opdracht van de Hertog van Gelre. Het werd gebouwd op de restanten van het kasteel Het Nije Huis dat in het verleden verwoest werd. Oorspronkelijk stond er op een iets noordelijker gelegen locatie het eerste kasteel ‘Het Huys t’ Arssen’ uit 1275. Bij het kasteel bevinden zich rond een ruime kasteelhof nog het Koetshuys, de Oranjerie en een poortgebouw met diverse ruimtes. Op het kasteeleiland ligt een rododendrontuin. Het kasteel fungeert tegenwoordig vooral als expositieruimte, trouwlocatie en feestzaal.

Het koetshuis was van oudsher de stalling voor koetsen en landbouwwerktuigen. Later werd dit pand betrokken door de Zwitserse kunstschilder Friedrich Deusser en werd het zijn atelier. Dit is nog goed te zien aan het grote raam op de bovenverdieping. Ook zitten er in de gevel enkele ovale raampjes. Deze kleine ovaalvormige ramen werden in de 17e eeuw veel gebruikt en is daardoor karakteristiek voor de bouwperiode van dit gebouw. Door de gelijkenis met het oog van een koe worden ze Oeil-de boeuf genoemd. Tegenwoordig doet het koetshuis dienst als restaurant en ontvangstlocatie voor groepen die Kasteeltuinen Arcen bezoeken.

De kasteeltuinen bestrijken, binnen het totale landgoed, een oppervlakte van circa 32 hectare. Bij de aanleg van het park hield landschapsarchitect Niek Roozen rekening met de verschillende seizoenen, wat resulteerde in de aanleg van achttien verschillende tuinen onderverdeeld in twaalf thema’s. Zo is er een barok Rosarium, met 10 gethematiseerde rozenkamers, meer dan 8.000 rozen en een deels eeuwenoude berceau. De Water- en Beeldentuin omvat een jaarlijks wisselende beeldenexpositie en collectie aangeplante eiken. Het Lommerrijk (‘lommer’ betekent ‘schaduw’) bevat diverse boomsoorten en vaste planten zoals longkruid, astilbe, eendagslelies en bolgewassen. Ook stromen er verschillende beekjes en watervallen.

De Vallei bestaat uit een lint aan diverse tuinbelevingen; de Acertuin bevat een collectie Japanse esdoorns die gedurende de herfst vlammend rode kleuren en er is ook een Bamboebos en Oosterse Watertuin. Tot vorig jaar was er ook nog de ‘Casa Verde, een kas van 3200 vierkante meter met een mediterraan en tropisch klimaat maar die constructie was in dergelijke mate aangevreten door roest dat herstel niet meer mogelijk was. Nu is het een mediterrane tuin. (Bron : Wikipedia)

Back to reality

Het was vanmorgen behoorlijk lastig … de terugkeer naar de realiteit.

En dat niet alleen omdat het de afgelopen nacht net iets te warm was om goed te kunnen slapen. Het was zelfs zo erg dat ik domweg mijn paswoord vergeten was en dat ik na vijf pogingen “locked out” was. Op zich geen echt probleem want daar heb je de helpdesk voor, anderzijds wel een probleem omdat de helpdesk pas om half acht opent. Het uurtje extra dat ik wou meepikken door vroeg naar ’t werk te rijden was dus verloren.

We hebben onze vakantie gisteren afgesloten met een mooie fietstocht in het Rivierenland.

We vertrokken in het pittoreske Klein Willebroek. Vandaar ging het langs het Zeekanaal en de zeesluis van Wintam naar de Rupel. Daar namen we de veerpont van Wintam naar Schelle. In Niel stopten we voor een eerste drankpauze want het was behoorlijk warm.

Van Niel ging het dan terug naar het centrum van Schelle om via de oevers van de Schelde naar Hemiksem te fietsen. Door het Natuurgebied Het Cleydael ging het naar Aartselaar om dan via Boom terug in Klein Willebroek te eindigen waar we onze tocht afsloten met een zalige Eskimo Sinaas en een smakelijke Croque Monsieur.

Om onze vakantie “in stijl” af te sluiten trokken we ’s avonds nog naar Trattoria 2000 in Keerbergen. Een Italiaans restaurant waar je heel lekker kan eten maar toch was ik gisteren niet 100% tevreden. Was het omdat ik drie kwartier heb moeten wachten op de bruscetta? Ik bedoel maar … hoe lang kan het duren om 4 stukjes brood te roosteren en er wat tomaatjes op te leggen? Of was het omdat het hoofdgerecht nauwelijks 10 minuten na het hoofdgerecht werd gebracht? Of was het omdat de muziek plots 100 dB luider werd gezet? Ik weet het niet. Misschien was het gewoon de warmte die me even tot grumpy old man maakte 😉

Voor de volledigheid de knooppunten : 38 – 11 – 35 – 20 – 31 – 34 – 90 – 18 – 91 – 30 – 85 – 70 – 84 – 32 – 17 – 16 – 07 – 23 – 24 – 25 – 29 – 28 – 38

Enkele sfeerbeelden

Naar de zoo

Het einde van de vakantie nadert helaas weer met rasse schreden.

Na onze terugkomst uit Friesland zijn we de tuin in gedoken. De hagen moesten dringend worden gesnoeid en daar ben je toch al snel even mee bezig.

Woensdag namiddag zijn we een fietstochtje met lunch en een “pré-soldeke” gaan doen. En donderdag ben ik, in de gietende regen, wel naar mijn stripwinkel in Antwerpen geweest.

Gisteren was het wel volop ontspanning met een bezoekje aan de Zoo van Planckendael, uiteraard met de fiets. Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik die voor het laatst heb bezocht maar dat moet jaren geleden zijn.

ZOO Planckendael maakt deel uit van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) waartoe onder meer ook ZOO Antwerpen en reservaat De Zegge in Geel behoren. Planckendael is een ‘landschapsdierentuin’ en volgt een continentale indeling met een gethematiseerde inrichting en een natuurlijk karakter. Een opvallend kenmerk van ZOO Planckendael zijn de open ruimten in het park: sommige delen van het domein blijven onaangeroerd, zodat men er het hele jaar door wilde bloemen en planten kan vinden.

Het domein was eigendom van de schilder Michiel Coxie, in de 16e eeuw, en van diens familie. Latere eigenaars verbeterden de afwatering door het graven van grachten en een vijver, want het laaggelegen domein was gevoelig voor overstromingen. Grote openbare werken amputeerden het domein aan drie zijden: de Leuvensesteenweg (1736), het graven van de Vaart (kanaal Mechelen-Leuven, 1750-1753) en de spoorweg (1926). Het huidige kasteel Planckendael werd gebouwd in opdracht van Hendrik Moons, in 1780. In 1813 werd het domein verworven door de adellijke familie van Langhendonck, die het goed uitbreidde met stallingen en dienstgebouwen (tweede helft 19de eeuw). In 1956 kocht de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) het landgoed Planckendael aan. Het is pas in 1780 dat het landgoed voor het eerst onder de naam Planckendael in de archiefstukken voorkomt en het is in datzelfde jaar dat het kasteel aan de voormalige hoofdingang van het park gebouwd werd in sobere rococo-stijl.

In 1960 opende het park zijn deuren voor het publiek. Aanvankelijk werd het domein door de Antwerpse ZOO gebruikt als een soort “buitenverblijf” voor de dieren: om te herstellen, voor kweekprogramma’s of als er in Antwerpen wat ruimtegebrek was. De publieke belangstelling was aanvankelijk erg matig, en beperkte middelen maakten ook slechts een langzame uitbouw mogelijk.

In 1985 werd een herstructureringsplan opgemaakt waarbij het dierenpark verder uitgebouwd werd tot een jong, ruim en open wandelpark met grote dierenverblijven. Dit volwaardige, moderne dierenpark vormt een perfecte aanvulling bij de Antwerpse Zoo: de dierenverzamelingen vullen elkaar aan, zodat men beide parken kan bezoeken zonder de indruk te krijgen tweemaal hetzelfde te zien. Inmiddels wil het park graag een eigen complete dierencollectie hebben. (Bron : HetWikipedia)

Het was een leuke dag met bijzonder veel foto’s. Zelfs de aanwezigheid van bussen vol “joelende kinderen” was niet vervelend. We hadden ook het geluk dat alles al klaarstond voor Bricks Safari dat vandaag officieel opent.

We schrokken wel van de prijzen die je betaalt voor eten en drinken. Nu ja, drinken want we hadden (gelukkig?) onze eigen boterhammetjes bij.

Impressie van de dierentuin:

Impressie van Bricks Safari

De Waddenzee

Voor onze laatste dag in Friesland lieten we ons eens niet inspireren door www.friesland.nl maar stippelde ik zelf een fietsroute uit via de knooppunten (wat trouwens perfect lukt via www.fietsknooppunt.be).

Onze route begon in het centrum van het drie kilometer verder gelegen Anjum en zou ons naar de Waddenzee brengen.

De knooppunten: 46 – 45 – 04 – 44 – 35 – 34 – 33 – 28 – 18 – 19 – 26 – 27 – 29 – 32 – 40 – 39 – 38 – 42 – 47 – 46.

De Waddenzee vormt samen met de kwelders, de Noordzeekust, de bewoonde eilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en de onbewoonde eilanden en zandplaten, zoals Richel, Griend en Rottumerplaat 1 geheel: het Waddengebied. De internationale Waddenzee loopt nog verder, via Duitsland naar Denemarken.

De Waddenzee staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst(externe link), is een Natura 2000-gebied en werd door het Nederlandse publiek uitgeroepen tot het mooiste natuurgebied in Nederland. Daarnaast dient de Waddenzee ook als scheepvaartroute en voor visserij.

Het wad is altijd in beweging. Enorme hoeveelheden water persen zich tweemaal per dag met eb en vloed door de zeegaten tussen de Waddeneilanden. Met het water verplaatsen zand en slib (sediment) zich en worden geulen, platen, kwelders en de eilandkusten gevormd.

Grote delen van de slib- en zandbanken vallen met laagwater droog. Deze droogvallende wadplaten zijn rijk aan bodemleven en vogels vinden er veel voedsel en kunnen er rusten. Bij hoogwater lopen veel wadplaten weer onder en zijn ze juist een voedselbodem- en opgroeiplek voor vissen, krabben en garnalen.

Onze tocht bracht ons langs vissersdorpjes zoals Moddergat en Wierum. Enkele monumenten herdenken stormen waarbij zo goed als de volledige vissersvloot verdwenen is. Als je dan die namen leest en telkens de zelfde achternamen ziet staan dan kan je je nauwelijks voorstellen hoe zwaar dat voor zo’n kleine gemeenschap moet zijn geweest.

Na zo’n 25 km ging het terug landinwaarts en fietsten we via Holwert, Hantum, Hantumerútbuorren, Nijewier, Metslawier terug naar Anjum en verder naar Landal Esonstad en het Lauwersmeer waar we afklokten op 50km.

Alweer een mooie fietstocht die onder een grijs wolkendek en quasi windstilte begon maar die in de zon en met een fikse tegenwind eindigde.

En daarmee zit onze week in Friesland er weeral op. Morgen naar huis om dan nog een paar dagen tot rust te komen in de tuin. Nu ja … rust ? Jawel, rust … hagen snoeien, onkruid wieden, gras afrijden …

De route:

De foto’s:

De Alde Feanen – Eernewoude

Voor de eerste keer deze vakantie zag de lucht grijs toen we opstonden. Gelukkig was dat maar tijdelijk want nog voor we goed en wel op weg waren brak de zon door de wolken.

We hebben de fietsen op de auto gezet en zijn zo’n 35 km verder gereden om daar een fietstocht te starten. Die vertrok immers in Eernewoude. Al onze fietstochten heb ik trouwens gevonden op www.friesland.nl, een onuitputtelijke bron van informatie.

De fietstocht begon wel een beetje in mineur. Bleek immers dat ik de batterij van mijn Canon in ons huisje had laten liggen. Ik heb me dus moeten behelpen met mijn Samsung Galaxy M20.

Nationaal Park De Alde Feanen (betekenis: “De Oude Venen”, Fries: Nasjonaal Park De Alde Feanen) is een nationaal park in de Nederlandse provincie Friesland, gelegen rondom het dorp Earnewâld. Het nationaal park heeft een oppervlakte van bijna 4.000 ha. Het is hiermee het grootste aaneengesloten natuurgebied op het vasteland van de provincie Friesland. Het is een “natuurgebied met een rijke historie, een gebied ook van internationale betekenis. Vergelijkbare gebieden zijn buiten Nederland niet veel te vinden.

De Alde Feanen bestaat uit een gevarieerd laagveenmoeras met meren, veenplassen, petgaten, trilvenen, veenmosrietlanden, blauwgraslanden, rietlanden, dotterbloemhooilanden en moerasbossen. Er komen meer dan 500 soorten hogere planten voor, waaronder verschillende soorten zeggen en orchideeën. Er broeden meer dan honderd verschillende soorten vogels. In de winter pleisteren in het gebied grote aantallen ganzen, eenden en steltlopers. In het vroege voorjaar kunnen enkele tienduizenden steltlopers zoals kemphaan, grutto en wulp doortrekken.

Op 26 april 2006 werd het gebied door toenmalig minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit officieel aangewezen als twintigste Nationaal Park van Nederland. (Bron : Wikipedia)

De tocht is zeker een aanrader. Je fietst langs het water, door weilanden en je neemt geregeld een pontje om de rivier over te steken. Er was vandaag wel gevoelig minder wind. Iets aangenamer fietsen dus maar ook iets warmer.

De route van vandaag (vertrek aan het Bezoekerscentrum, Koaidyk 8, 9264 TP Eernewoude): 16 – 38 – 39 – 40 – 41 – 37 – 36 – 35 – 33 – 32 – 31 – 30 – 45 – 29 – 28 – 20 – 21 – 22 – 92 – 92 – 42 – 63 – 44 – 48 – 49 – 12 – 06 – 14 – 16

De foto’s (die dus van iets mindere kwaliteit zijn dan gewoonlijk):

Barebeekwandeling Hofstade

Zaterdag zijn we in Peulis gebleven om een wandeling te doen. Eigenlijk was het meer een verkenningstochtje. Nu het joggen steeds vlotter gaat (en ik hoop dat dat zo zal blijven) moet ik mijn “actieterrein” verleggen.

Het rondje dat ik tot nu toe liep volstaat eigenlijk niet meer. Maar nu heb ik wel een schitterend alternatief gevonden. De route die ik nu gevonden heb is sowieso 5 km lang maar kan vlotjes worden uitgebreid naar 6km, 7km, 8km … Dat laatste zal nog niet voor morgen zijn maar een beetje ambitie hebben mag hè 😉

Zondag hebben we dan een wandeling gekozen uit de verzameling wandelboekjes die we net bij de Vlaams-Brabantse toeristische dienst hebben gekocht, goed voor duizenden wandelkilometers, meestal via wandelknooppunten.

Wij kozen voor de Barebeek wandeling in Hofstade. Geen echte knooppuntenwandeling maar wel eentje met virtuele knooppunten. Die kan je uitstippelen op de website en zo op je wandelgps of in de knooppunten-app gebruiken.

Dat bleek echter niet echt nodig want de wandeling was volledig afgepijld met van die mooie zeshoekige bordjes. We hadden onze auto achtergelaten aan de kerk van Hofstade en zaten al snel op de route.

Het was zeker niet de mooiste wandeling die we al gedaan hebben maar op het einde hadden we toch 8,5 km op onze teller staan en er zijn slechtere manieren om een weekje vakantie af te sluiten.

Ondertussen ben ik trouwens al toe aan een nieuwe vakantie. Het lijkt elk jaar wel drukker en drukker te worden op ’t werk.

Hondenweer

’t Is toch altijd behoorlijk afkicken hè, zo na een vakantie? Ook al vond deze vakantie plaats in mijn “tweede thuis”.

Maar we hebben wel ons best gedaan om er een echte vakantie van te maken.

Deze namiddag wilde ik dan nog gaan wandelen met mijn moeder om de week af te sluiten maar het was geen weer om een hond door te sturen en dus zeker geen moeder ;-).

Ik heb dan maar de loopschoenen aangetrokken om een rondje te lopen. Afgaande op de afgelopen week wilde ik proberen of een 5 km zou lukken.

Mijn Garmin had ik verstopt onder mijn regenjasje en ik heb er pas op gekeken toen ik voor de vijfde keer het getril van de kilometeraanduiding voelde.

Ik moet zeggen dat ik behoorlijk verbaasd was toen ik 32:35 zag staan. Da’s dus weer ruim 9 km/u en dat ik eerlijk gezegd niet verwacht. Maar ik was er wel heel blij mee.

Door de abdijbossen in Westmalle

Vandaag alweer de laatste dag van onze “blijf-thuis-vakantie”. Wat een weekje aan de Reeuwijkse Plassen moest worden is een weekje Peulis geworden.

Maar verder was het een vakantie als alle anderen. Veel gewandeld, een beetje gefietst, een beetje gejogd en vooral … ontspannen.

Voor onze wandeling van vandaag trokken we naar de broeders van Westmalle. Onderweg maakten we een tussenstop in Kessel om mijn bestelling bij het Oudercomité van Basisschool De Ceder op te halen. Zo kreeg ik ook nog eens de kans om collega Leni “in het echt” te zien.

Daarna ging het dus verder naar Westmalle waar de auto achterlieten op de parking van Café Trappisten. Een parking die trouwens vrij goed gevuld was ook al was het café zelf gesloten. Wij volgden een knooppuntenwandeling uit ons Knooppunter.com boekje (99-01-58-59-97-89-36-35-33-34-37-38-39-32-30-99).

Wanneer je domein van de Trappisten betreedt via de sierlijke ingangspoort zie je onmiddellijk een kleine kapel. Dat is de Sint-Bernarduskapel. Deze kapel werd in 1947 opgericht om 14 Britse en Canadese soldaten die in de buurt sneuvelden tijdens de tweede wereldoorlog te gedenken. Maar ze werd ook opgericht als dank omdat de abdij ongeschonden de wereldoorlog was doorgekomen.

Even verder zie je de Abdij Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. De abdij is ontstaan in 1794 toen een groep monniken van de Abdij van La Trappe in Normandië op de vlucht gingen voor de Franse Revolutie. Ze kwamen terecht in een kleine boerderij, Nooitrust. Die deed tot 1836 dienst als klooster tot het de status van abdij kreeg. Daarna volgden vele uitbreidingen waaronder de brouwerij in 1933.

Daarna ging het verder naar de bossen waar we tussen knooppunten 97 en 89 het sanatoriumdomein Lizzy Marsily bereikten. Lizzy Marsily was de hoofdsecretaresse van de Nationale Bond voor Tuberculosebestrijding die in 1920 in een sanatorium stichtte. Het werd ingehuldigd door Koningin Elisabeth.

Onze sandwiches opeten deden we op de Drieboomkensberg. Daar is, in het midden van nergens, een bezinningsplekje gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koorts. Dat staat er al sinds 1750. Het werd opgericht door een Engelse Officier die daar in 1746 zwaargewond werd en hoge koorts kreeg tijdens de oorlog tussen Fransen enerzijds en Oostenrijkers, Hollanders en Engelsen anderzijds. Als hij het zou overleven dan zou hij een kapel bouwen. Dat gebeurde dus. De kapel werd in 1800 vernietigd door een storm maar het beeld staat er dus nog altijd.

Na 10 km stonden we terug op de parking die nu nog voller was dan toen wij vertrokken. Een koffietje was welkom geweest maar ja … het zijn nu eenmaal andere tijden.

Ietsje rustiger

Zoals tijdens elke vakantie hebben we het vandaag een beetje rustiger gedaan.

Een beetje langer in bed gelegen, gaan winkelen, de “bungalow” gepoetst …

Oh ja, en ook naar de opticien om een nieuwe bril te gaan kopen. Multifocaal, verkleurend en met gepersonaliseerde glazen … Dat kost tegenwoordig ook stukken van mensen hoor. Hopelijk valt het mee want dit wordt mijn eerste multifocale bril.

Om toch maar aan mijn 10.000 stappen te komen ben ik wel nog eens gaan joggen. Weer mijn toertje van 4,5 km gelopen en weer had ik minder dan 30 minuten nodig. Als ik dat kan aanhouden de komende weken dan ga ik stilaan beginnen met het uitbreiden van mijn toertjes.