Het weer zag er goed uit. Binnen tweeënhalve maand is het Roparun en daar zou ik graag 3 sessies van 88 km fietsen (in combinatie met kaartlezen). Om dit tot een goed einde te kunnen brengen moeten er wel dringend wat fietskilometers bijkomen.
Daarom ben ik vandaag met de fiets gaan werken, bijna 60 km heen en terug. Toen ik deze ochtend vertrok naar Antwerpen was het nog koud en donker maar toen ik vanavond terug naar de Kempen reed was het heel aangenaam fietsen. Zelfs zo aangenaam dat ik het in korte broek en korte mouwen heb gedaan.

En wat heb ik vandaag geleerd ?
Ten eerste dat er inderdaad nog veel moet gefietst worden wil ik mijn plan tot een goed einde brengen. Ik weet wel dat het tempo tussen Parijs en Rotterdam gevoelig lager zal liggen maar de bergen gaan er niet minder steil om zijn.
Ten tweede dat er veel te veel rode lichten staan in Antwerpen. Om de bijna 30km te overbruggen heb ik normaal gezien 1u15 nodig maar omdat er tussen Wommelgem en ons kantoorgebouw zoveel rode lichten staan sta je, als het een beetje tegenzit, ook nog eens 10 minuten of meer gewoon stil. Behoorlijk ergerlijk is dat.
En “last but not least” dat de toestand van de Vlaamse fietspaden gewoon schandalig slecht is. Vorselaar en Grobbendonk kan ik niet beoordelen aangezien ik daar “binnendoor” rij. Viersel krijgt nog een 6 op 10. Het fietspad is breed genoeg maar op sommige plaatsen liggen teveel kiezels op het fietspad. Broechem en Ranst krijgen een 2 op 10. Je hebt daar naast de N116 een fietspad dat toch wel zeker één meter breed is. Met de kiezels die er liggen kan je verschillende opritten verharden. En telkens een vrachtwagen je voorbijsteekt moet je controleren of je je broek nog wel aanhebt.
Wommelgem krijgt dan wel een 8 op 10. Het had een 9,5 kunnen zijn maar het fietspad richting Ranst zou een nieuwe bovenlaag kunnen gebruiken. Antwerpen tenslotte krijgt een 7 op 10. In Deurne is het nog erg gesteld maar het fietspad langs de ring is een plezier om over te rijden.
Mevrouw Crevits heeft nog veel werk voor de boeg.