Na een zware werkweek was het weekend meer dan welkom. Zo welkom dat ik er gisteren al aan begon (al is er van rusten gisteren niet veel gekomen).
Vandaag heb ik iets gedaan dat ik in jaren niet meer heb gedaan. Ik ben namelijk naar een voetbalmatch gaan kijken. Jawel, een voetbalmatch. Meer bepaald naar Lierse SK – KV Mechelen. Niet naar de “grote jongens” maar naar de U14 op de jeugdterreinen in Kessel. Zo kon ik eindelijk eens Tuur, zoon van collega Heidi (en als het even meezit toekomstig doelman van de Rode Duivel) aan het werk zien. Het voetbal op zich doet me nog altijd weinig of niets maar het gaf me wel de kans om mijn sportfotografie nog eens te testen.
En dat valt dus niet mee. Ik had nochtans mijn 500mm kanon mee. Het probleem is echter dat voetballers meestal niet stil staan. In tegenstelling tot bijvoorbeeld wielrenners of raceauto’s hebben ze ook de neiging om kriskras door elkaar te lopen. Het scherpstellen en scherp blijven van foto’s is dan ook niet zo vanzelfsprekend. Gelukkig bestaat er tegenwoordig digitale fotografie. Je neemt op 75 minuten zo’n 500 foto’s en daarvan hou je nog 150 deftige foto’s over en misschien een tiental echt goede foto’s.
Na de voetbalmatch en een snelle hap begon ik dan aan de terugreis. Ik had me ’s morgens naar Kessel laten brengen met de auto. De terugreis zou ik namelijk te voet afleggen. Aangezien ik in juli voor de tweede keer zal deelnemen aan de Nacht van de Maan moet er immers worden getraind. Een wandeling van 16 km leek me daarvoor meer dan geschikt. De laatste 2 km begon ik het wel te voelen maar met een tijd van 2u43 was ik enorm tevreden.