Driemaal is scheepsrecht maar wat de concerten van deze maand betreft klopt dat toch niet.
De Dixie Chicks waren geweldig en Roger Hodgson was fantastisch. Gisteren was het dan de beurt aan de Gent-Amerikaanse Trixie Whitley in de Lotto Arena. Ik ken haar repertoire niet maar volgens collega Heidi is ze heel goed. Aangezien we dezelfde boekensmaak hebben besloot ik om het maar eens te proberen.
Om acht uur was het aan STUFF om ons op te warmen. Ik zou kunnen zeggen dat de mannen een verdienstelijke poging hebben ondernomen maar zelfs dat krijg ik niet over mijn lippen. Het waren zowat de vreselijkste 25 minuten die ik ooit in een concertzaal heb moeten doorstaan. En dan moet je beseffen dat ik Bob Dylan en Frans Bauer al aan ’t werk heb gezien. STUFF waren vijf muzikanten die op een hoopje zaten en die naar mijn gevoel elk aan een apart concert bezig waren. Het was rommelig, zonder enige melodie en vooral LUID … HEEEEEEL LUID.
Na een pauze van bijna een halfuur was het dan de beurt aan Trixie Whitley zelf. Het eerste nummer kon me niet echt bekoren. Maar de avond was nog jong. Het tweede nummer was ook niet echt mijn ding. Dat bleek ook te gelden voor het derde nummer, en het vierde, en het vijfde …
Het lag heus niet alleen aan de slecht afgestelde installatie. Het lag ook niet aan haar stem, want ze heeft wel degelijk een heel krachtige stem. Een aardig stukje gitaar spelen kan ze trouwens ook.
Waar lag het dan wel aan ? Ik denk gewoon aan het feit dat haar muziek en ikzelf niet compatibel zijn. Mijn “gezelschap” vonden het wel goed maar ja, smaken verschillen nu eenmaal. Na een uurtje had ik het echt wel gehoord (“gezien” niet want naast de sobere toon van de muziek vond ik de belichting ook maar niets) en ben ik naar huis gegaan.
Gelukkig was er onderweg de Walter wiens muziek me wel vrolijk maakte. En ik veronderstel dat UB40 dat volgende week zondag in de AB in Brussel ook wel zullen doen.