(Niet) Naar Pikhakendonk

Laatste dag van onze vakantie vóór we morgenvroeg terug naar de realiteit moeten en terug moeten gaan (thuis)werken.

We wilden het rustig aan doen maar toch ook een wandelingetje meepakken. Waarom dan niet voor de Pikhakendonkwandeling? Dan kunnen we vertrekken vanuit Rijmenam dat maar op een boogscheut van Peulis ligt. Bovendien is die maar een goeie 5 km lang.

Zo gezegd, zo gedaan maar we hadden ons toch beter moeten voorbereiden. De wagen lieten we achter in het centrum van Rijmenam om dan naar de brug over de Dijle te stappen en zo richting het vertrekpunt te wandelen.

Alleen … dat vertrekpunt leek maar niet te komen. We hadden al 2,6 km op de teller staan toen we toch een bordje leken te zien. Maar daar leek het bij te blijven, bij dat ene bordje.

Om niet het risico te lopen van opnieuw meer dan 10 km te doen hebben we er dan maar de Garmin GPS bijgenomen en een alternatieve route via het pittoreske Hever gezocht.

Uiteindelijk hadden we 8,70 km op de teller toen we terug aan de auto stonden.

Het was wel een heel mooie wandeling maar de Pikhakendonk zal voor een andere keer zijn.

De Luysen – Mariahof (Bree-Beek)

We hadden voor onze derde (en helaas ook laatste) dag kunnen kiezen voor één van de vele wandellussen van de Duinengordel.

Maar we kozen om een kwartiertje verder te rijden naar het natuurgebied De Luysen op de grens tussen Bocholt en Beek (Bree).

De Luysen is een natuurgebied dat bestaat uit een complex van visvijvers van 40 ha, en aansluitend een moerassig bosgebied. De vijvers worden gevoed door de Abeek. Het gebied is eigendom van Natuurpunt.

De naam van het gebied is afkomstig van het luys-kruyd, en dit betrof dan riet, rietgras of lisdodde. De visvijvers van De Luysen en het nabijgelegen Mariahof, deels ook gebruikt als zwemvijver (De Luysen was een recreatie-oord), werden in 1996 aangekocht door Natuurpunt en heringericht. Sindsdien vormen ze, samen met het omringende moerasgebied, een belangrijk rustpunt voor watervogels. Er werden twee vogelkijkhutten ingericht.

Het Mariahof was van oorsprong een boerderij, gebouwd tussen 1800 en 1814. Later werd het een vakantieoord voor hengelaars. In 2005 werd de boerderij door de Belgische staat overgenomen.

Tot de broedvogels behoren snor, roerdomp, houtsnip en watersnip. De visarend en de grote zilverreiger overwinteren er. Ook de insectenwereld is rijk vertegenwoordigd, onder meer met vele soorten libellen. De grote oeverspin komt slechts op twee plaatsen in Vlaanderen voor, waaronder hier. Tot de zeldzame vlinders behoren: kleine parelmoervlinder, grote weerschijnvlinder en kleine ijsvogelvlinder.

Het gebied maakt deel uit van het Grenspark Kempen-Broek. Er zijn wandelingen uitgezet en men kan gebruikmaken van de vogelkijkhutten. Het gebied sluit aan op het Stramprooierbroek, de Stramprooierheide en de Sint-Maartensheide. Op de Abeek vindt men, in het westen van het gebied, de Voorste Luysmolen. (Bron : Wikipedia)

We hebben niet alle hierboven vermelde dieren gezien maar we hebben er toch wel voldoende gezien. We hebben zelfs een beer gezien (nu ja … we hebben “beer” gezien, die kwam uit een kar achter een traktor, hihi) We hebben zelfs even een “niet-essentiële” uitstap naar Nederland gedaan. Het was nog geen twee kilometer en meer dan 200 meter over de grens zijn we volgens mij niet geweest maar toch … 😉.

Van de drie wandelingen was deze wel de mooiste. Echt een aanrader wanneer je in de buurt bent.

Duinengordel Oudsberg

Voor onze tweede wandeling van deze driedaagse trokken we vanochtend, na een stevig ontbijt op onze kamer, naar het centrum van Gruitrode waar we onze auto achterlieten op het Phil Bosmansplein.

Phil Bosmans, de bezieler van de Bond zonder Naam, is immers in 1922 geboren in Gruitrode als kind van een kleine boer. Ik veronderstel dat iedereen wel eens een spreuk van Bosmans ergens heeft hangen gehad. Verbeter de wereld, begin bij jezelf is alvast één van de spreuken die veel twitteraars wel eens mogen toepassen 😉.

Voor onze wandeling zouden we vandaag, op aanraden van onze hoteleigenaar, de gele bordjes van de Duinengordel Oudsberg volgen. Deze wandeling zou ons op en over de Oudsberg voeren had hij ons verteld.

De Oudsberg (ook wel de Zandberg genoemd) staat bekend als de grootste en hoogste open stuifduin van Vlaanderen, gelegen in het Gruitroderbos in een duinengordel die zich vroeger uitstrekte van Hechtel tot Maaseik. Oudsberg maakt deel uit van het Nationaal Park Hoge Kempen.

De Oudsberg torent een 30-tal meter uit boven het Kempens Plateau. De Oudsberg is sinds 1998 erkend als Vlaams natuurreservaat en strekt zich uit op het grondgebied van gemeente Meeuwen-Gruitrode en geeft haar naam aan de fusiegemeente Oudsbergen. Tijdens de jongste ijstijd, het Weichselien, die ongeveer 11.000 jaar geleden ten einde kwam, kreeg het Kempens Plateau te maken met enorme zandverstuivingen, omdat er nog geen gesloten vegetatiedek was. Er vormden zich diepe leeggestoven laagten, waarin vennen ontstonden. Voorbeelden hiervan zijn de Ruiterskuilen, het Turfven, het Zwartven en het Broeksven. Hoge zandafzettingen staken als duinruggen boven het landschap uit. Door de opwarming van het klimaat ontwikkelden er zich stilaan berken- en eikenbossen.

In de Middeleeuwen verarmde de bodem van de Oudsberg door intensieve ontginning. Hierdoor kon alleen heide nog overleven. Plaatselijke overbegrazing van schapen zorgde opnieuw voor zandverstuiving, die het huidige duinlandschap boetseerde.

Vandaag zijn de landduinen nog steeds in volle evolutie. Het zand breidt zich uit terwijl de duintoppen wegstuiven. Ooit was de Oudsberg 95 meter hoog en behoorde daarmee tot de hoogste toppen van Limburg. Maar de laatste decennia kromp de heuvel zeker 7 meter. (Bron: Wikipedia)

Hoewel het vertrekpunt nauwelijks 3 km van dat van gisteren lag, leek het wel of we in een ander deel van het land aan ’t wandelen waren. Vooral de Oudsberg zelf is een aanrader, ook al is het daar door het mulle zand behoorlijk lastig om te wandelen.

Net voor we terug aan de auto waren zijn we nog een kijkje gaan nemen in de Commanderij van Gruitrode.

De Commanderij van Gruitrode, een waterburcht uit de 15de eeuw, kent een rijk en roemrucht verleden. De eerste nederzetting dateert van de periode 1000 – 1366 onder het graafschap van Loon. Hoewel de authenticiteit gedeeltelijk verloren is gegaan, vormt het complex samen met het beschermde neerhof nog steeds waardevol onroerend erfgoed.

De benaming ‘Commanderij’ komt van de voormalige bewoners van het kasteel: de commandeurs van de Duitse Orde. Zij bestuurden Gruitrode vanaf 1416 tot het einde van de 18de eeuw.

In 1416 kocht Iwan van Cortenbach, de landcommandeur van de Duitse Orde, het goed. Deze geestelijke ridderorde werd in 1190 in het Heilig Land tijdens de derde kruistocht gesticht. De ridders stonden in voor de verpleging van zieke en gewonde kruisvaarders en de militaire verdediging van de heroverde gebieden. Vanaf dan maakte de Commanderij deel uit van de twaalf commanderijen die gegroepeerd waren rond de hoofdcommanderij in Alden Biesen.

Het gebouw werd in 1485 verwoest als gevolg van een vete tussen twee families. Ter vervanging van de oorspronkelijke Commanderij, werd in de tweede helft van de 16e eeuw het huidige kasteel met pachthoeve in Maaslandse renaissancestijl gebouwd. Tot de Napoleontische tijd bleef het goed in het bezit van de Ridders van de Duitse Orde. Na 1815 ging de Commanderij steeds over in privé-eigendom.

De familie Van Megchelen kocht het kasteel uiteindelijk in 2003. Negen jaar later schonken ze het voor 99 jaar in erfpacht aan de gemeente Meeuwen-Gruitrode, nu Oudsbergen. Het kasteel krijgt een nieuwe toekomst als toegangspoort tot het natuurgebied Duinengordel. (Bron: website Gemeente Oudsbergen)

Duinengordel Solterheide

Vandaag dag 1 van onze (korte) vakantie in Oost-Limburg.

Na een rustige rit werden we vriendelijk ontvangen in Hotel Orshof, een Kempische boerderij, gelegen aan de rand van de Solterheide.

De parking van het hotel is ook een parking die kan worden gebruikt voor één van de wandellussen op en rond Solterheide.

De Solterheide is een gebied van 835 ha, dat gelegen is op het Kempens Plateau tussen Opitter en Neerglabbeek in de Belgische provincie Limburg. Het is onderdeel van de Duinengordel en daarmee ook onderdeel van het Nationaal Park Hoge Kempen.

Het gebied dat tussen 60 en 75 m hoogte is gelegen, bestaat vooral uit naaldbos, maar daarnaast zijn er ook akkers, houtwallen en kastanjelanen. Aan de oostkant wordt het gebied begrensd door een steilrand, die de overgang naar de Vlakte van Bocholt vormt. Aan de noord- en westrand vindt men de Itterbeek en de Baatsbeek. Aan de zuidwestzijde sluit de Solterheide aan op het Gruitroderbos.(bron : Wikipedia)

Een mooie en zeer rustige wandeling van ruim 10 km (al hadden wij er 12 op onze teller staan toen we terug aan de parking stonden.

Lente

Vóór we morgen op wandeldriedaagse naar Limburg vertrekken hebben we de afgelopen twee dagen vooral gevuld met klusjes die je meestal in de lente doet zoals alle wintervuiligheid van het terras poetsen en bijvoorbeeld ook naar de bandencentrale om het zomerschoeisel van de auto te gaan halen.

Wandelen wordt er wel gedaan maar dan gewoon in Peulis, waar het trouwens ook mooi wandelen is.

En we hebben uiteraard onze koffer gepakt.

De weersvoorspellingen voor de komende drie dagen lijken alvast veelbelovend.

Belse Heide

Vandaag was het de eerste echte dag van ons weekje vakantie.

Uiteraard gaan we met zo’n weer als vandaag wandelen. De vraag is enkel … waar trekken we deze keer naartoe.

We hebben er het Groot Wandelboek Vlaanderen van Lannoo erbij genomen en al snel was de keuze gevallen op de Belse Heide.

Bel is één van de dertien Geelse parochies. In totaal zijn er trouwens 13 parochies : Larum, Ten Aard, Stelen, Oosterlo Sint-Dimpnawijk, Winkelomheide , Holven, Punt, Elsum, Geel, Zammel en tot slot dus Bel. Dat zijn er toch maar twaalf zullen de wiskundigen onder de lezers denken. Dat is waar maar ook de parochie Sint-Jozef-Olen wordt als Geels beschouwd omdat deels op Geels en deels op Olens grondgebied ligt. Bel is wel de enige parochie die vroeger toebehoorde aan het Prinsbisdom Luik, de andere parochies behoorden tot het Bisdom Kamerrijk.

Het landschap rond Bel is beschermd. Ten zuiden van Bel ligt een dekzandrug met naaldbossen en heiderestanten. Dit bevat het Belsveld, de Belseheide, de duinen en een deel van het Bels Broek. Ten noorden van Bel stroomt de Molse Nete. Het bosgebied Belse Bossen, die geherwaardeerd als natuurgebied door onder meer vernatting, rooien van cultuurbos (dennen) en verschraling van de zandbodem voor herstel van heidebiotoop.(bron : Wikipedia).

Wij vertrokken voor onze wandeling aan de Sint-Lambertuskerk. Al snel bereikten we langs akkers de duinrug die als een langgerekte halvemaan rond Bel ligt. Deze duinrug werd tijdens de jongste ijstijd vanuit de Noordzee (die toen quasi drooglag) naar de Kempen geblazen.

Via de duinen en het bos bereikten we de oevers van de Nete. Wondermooi aan de ene kant van het oeverpad, spuuglelijk aan de andere kant van het oeverpad vanwege de talloze weekendverblijven, helaas een typisch Kempens fenomeen. Door turfwinning ontstonden daar gaten die zich met water vulden en die daardoor de twijfelachtige eer kregen om als rustiek decor te fungeren bij een stacaravan of een bungalow.

Naar het einde toe werden we nog getrakteerd op een vliegshow van de plaatselijke modelvliegtuigenclub en voor we het goed en wel beseften stonden we terug aan de kerk met net geen 11 km op de teller.

Een zeer geslaagd begin van onze vakantie. 

Anderstad

In tegenstelling tot gisteren was het vandaag gelukkig droog weer.

En aangezien er ook een pak minder wind stond dan een maandje geleden zijn we nog eens naar Lier getrokken om de wandeling te doen die we toen van plan waren te doen. Een wandeling die we trouwens bijna 5 jaar geleden ook al eens hadden gemaakt : Anderstad.

Anderstad zou genoemd zijn naar Randerstadt, een kasteel dat voor het eerst werd vermeld in 1247. In 1462 liet Jan van Wesenmael bij testament het kasteel en al zijn goederen na aan Karel van Charolais, zoon van Filips De Goede. In 1585 brandde het gedeeltelijk af. In 1784 werd de rest van het slot afgebroken en onder Frans bewind werd het in 1808 als Staatseigendom verkocht. (bron : Archeologisch vooronderzoek Lier – Anderstad van Natasja Reyns en Jordi Bruggeman).

Nu is het vooral een natuurgebied dat wordt beheerd door Natuurpunt. Het is een waar paradijs voor vogels met brede rietkragen en vijvers die dienen als rustgebied voor trekvogels en als broedgebied voor heel wat zeldzame soorten.

Voor ons was het in ieder geval genieten van de rust. Het is zowel voor Conny als voor mezelf al een heel druk jaar geweest en dan doen dergelijke wandelingen echt wel deugd. Nog een weekje werken en dan is het aan ons om eens een weekje vakantie te hebben.

Niet meer zo zalig

De titel zou kunnen slaan op het weer van vandaag want zalig kan je dat niet noemen. Dan maar een paar klusjes in huis gedaan.

Gisteren was het wel zalig wandelweer. Daarvan heb ik gebruik gemaakt om met moeder naar de Lilse Bergen te rijden. Niet dat we gingen zwemmen hoor, daarvoor was het weer niet goed genoeg (en wij niet zot genoeg).

Maar wel om nog eens in een andere omgeving te wandelen.

De Lilse Bergen zijn eigenlijk ontstaan tijdens de aanleg van de E34 (die toen nog E3 was).

Het is vooral bekend als recreatiedomein maar je kan er dus ook mooi wandelen.

Onze wandeling passeerde ook langs de Achtzalighedenboom.

Die is bekend omwille van zijn grillige vorm en is dan ook een vliegden. De boom, genoemd naar de acht zaligsprekingen van Christus, dankt zijn naam aan het feit dat hij oorspronkelijk over het uitzonderlijke aantal van acht stammen beschikte. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog zou er echter één zieke stam van afgezaagd zijn, om op die manier verdere besmetting van de boom te voorkomen. Volgens een ander verhaal dat de ronde doet, zouden stropers de stam hebben afgezaagd om zich te wreken op een boswachter die hen eerder had betrapt.

De precieze ouderdom kan nog niet met zekerheid bepaald worden, maar geschat wordt[bron?] dat zijn vroegste bestaan dateert van rond 1850. De boom kreeg alleszins reeds een vermelding in een werk over de meest merkwaardige bomen van België uit 1910.

In maart 2013 werd de boom door een storm zwaar beschadigd. In 2014 werd bekendgemaakt dat het einde van de boom nabij is. (Bron : Wikipedia)

Mollen zonder grillen

Omdat er in Peulis nog een berg strijk lag en ik bijzonder slecht ben in strijken ben ik na het ontbijt maar terug naar Vorselaar gereden. Jawel, zover gaat mijn opofferingsbereidheid ;-).

De voorspellingen voor vandaag waren toch vooral Aprilse grillen met winterse neerslag. En ja hoor, kort na de middag sneeuwde het in Vorselaar.

Kort daarna zag ik echter op buienradar.be dat er een droge periode zat aan te komen. Dan maar direct de wandelschoenen aangetrokken en met moeder naar Poederlee gereden. Daar kan je tijdens de vakantie de tweeënhalfste Mollenjogging doen.

Afstanden van 5 tot 21 km doorheen Poederlee. Wij kozen voor de kortste afstand.

Het werd een mooi wandeling doorheen de bossen en weiden en ook een stukje langs de Aa. Enige stoorzender was de wind die zich soms heel erg deed voelen. Maar verder geen regen, hagel noch sneeuw.

Een halfuurtje nadat we thuis waren sneeuwde het overigens terug.

De bloesems van de Mene- en Jordaanwandeling

Pasen 2021.

Wat zouden we doen? Om 9u15 de tv opzetten en me de rest van de dag ergeren aan individuen zoals Vannieuwkerke, Planckaert en vooral Wuyts?

Of na een copieus paasontbijt van Ziggy’s Poezenparadijs in de auto stappen en ergens een mooie wandeling doen?

Uiteraard kozen wij voor de tweede optie. Sinds de Michel de commentaar levert bij de wielerwedstrijden hoeven die voor mij niet meer.

Vandaag haalden we onze inspiratie uit het Groene Gordel & Hageland magazine dat Conny had aangevraagd bij Toerisme Vlaams Brabant. 

Daar vonden we de Mene- en Jordaanwandeling in Meldert nabij Hoegaarden. We lieten de wagen achter aan de kerk en volgden de zeshoekige rode bordjes. Ik had de wandeling wel op voorhand nog op de GPS gezet want we hadden gelezen dat de bordjes op sommige plaatsen zouden weg zijn. Er zouden ook virtuele knooppunten zijn maar op de website van het wandelknooppuntennetwerk had ik die niet gevonden.

Het bleek allemaal niet nodig want de wandeling was perfect afgepijld.

Al snel kwamen we aan de Pallox uitkijktoren. Deze toren ziet er uit als enkele grote palloxen oftewel fruitkisten. Dit is een knipoog naar vroeger toen de fruitplukkers in ’t zwart werkten en op toren van palloxen speurden naar controleurs van de arbeidsinspectie.

Even verderop kwamen we aan in Hoksem waar we in de schaduw van de kerktoren onze lunch verorberden. De Romaanse toren van de kerk heeft een dubbele windhaan, ’t is te zeggen één windhaan en één windhen. Blijkbaar een unicum in België.

Via de Carolushoeve van Babelom ging het door de weiden terug naar Meldert waar we, net voor we terug aan de kerk kwamen nog de gerestaureerde Donjon, een woontoren uit de 13de of 14de eeuw konden bewonderen.

Terug aan de auto stonden er 9,2 km op onze teller.

Dit was toch wel één van de mooiste wandelingen van dit jaar. Mooie vergezichten in combinatie met heel veel bloesems en heel weinig volk … wat wil een mens nog meer?