Rare jongens …

Gisteren waren er twee redenen om van Peulis even tot Vorselaar te rijden.

Er was de jaarlijkse eetdag van Okra waar een heerlijke Paella werd geserveerd.

Maar er was ook, in het kader van de archeologiedagen, een Romeins Weekend in “Den Herberg” in Grobbendonk.

Grobbendonk lag vroeger op een kruising van Romeinse wegen tussen Breda, Tongeren en Tienen. Ook de nabijheid van de Nete zorgde voor extra vervoermogelijkheden.

Al in de 16e eeuw vond de toenmalige Heer van Grobbendonk, Gaspard Schetz, een collectie munten.

Aan het kruispunt werd een gebouw van 20m bij 38 m neergezet. Men vermoedt dat dit ofwel een statio (herberg) ofwel een horreum (magazijn) was. Ook een badgebouw, een oven en enkele tempels werden gebouwd.

Om deze Romeinse geschiedenis wat meer in de aandacht te brengen werd er dus een Romeins weekend georganiseerd.

Ik vrees wel dat wij net op het verkeerde moment daar waren. Veel animatie was er niet.

’s Morgens moet er een mooie parade zijn geweest en dat stond ook op de planning voor ’s avonds maar wij kwamen daar net op een rustig of misschien beter gezegd een saai moment.

Nu ja, we hebben een korte wandeling gehad en de Paella was echt heerlijk. Volledig mislukt was de dag dus niet.

Orde

De laatste dag van de “midweek met moeder” bestond er vooral uit om terug naar huis te rijden. Die korte vakantie is weeral voorbij. Moeder heeft er wel van genoten dus missie geslaagd.

Daarna was het terug tijd voor de orde van de dag.

Vrijdagavond was het de orde van Wouter Deprez. In een show van bijna 2u30 (zonder pauze) wist hij ons te boeien zoals hij alleen dat kan. Soms lopen de tranen over je wangen van het lachen en 5 minuten later pink je een traan weg van ontroering. Als je kans krijgt om deze show te bekijken dan moet je ze zeker weten.

Zaterdag was tuinwerk de orde van de dag. Net als vorige week zijn er weer kruiwagen na kruiwagen schors verplaatst. Erg vermoeiend maar achteraf heb je er wel veel plezier van.

En vandaag was ontspanning de orde van de dag. Ontspanning maar ook bijleren. Bijleren over de geschiedenis van Peulis.

Eerder dit jaar verscheen “Het verhaal van Putte in 366 dagen”, een boek waarin voor elke dag van het jaar een verhaal wordt verteld over één van de deelgemeenten van Putte : Putte, Beerzel, Grasheide en Peulis.

Twee van de drie schrijvers, Herwig de Lannoy en Petra Aertzen namen ons mee op een korte wandeling doorheen Peulis en vertelden onderweg leuke weetjes. Weetjes die zelfs voor geboren en getogen Peulisenaar Conny, soms nieuws waren.

En morgen terug gaan werken, dat gaat toch pijn doen.

Zandsculpturen Garderen

Voor onze laatste dag van deze midweek maakten we de verplaatsing naar Garderen.

De Beeldentuin met ruim 150 zandsculpturen en daarnaast ook nog houtsnijwerk en andere beelden begon in 2008 toen Adri van Ee op zoek was naar iets om meer volk te trekken naar zijn lifestyle winkel.

Zandsculpturen leek wel iets te zijn. In het eerste jaar stonden er een tiental. Tegenwoordig werken een dertigtal kunstenaars uit de hele wereld aan de bouw van een 150 sculpturen, het ene al indrukwekkender dan het andere.

Gisteren hebben we er in Armelo ook enkele gezien maar die zijn niet te vergelijken.

Elk jaar wordt een nieuw thema gekozen. Bij mijn vorige bezoek was het de geschiedenis van de TV, dit jaar was het de 750ste verjaardag van Amsterdam.

Als je dit jaar in de buurt van de Veluwe komt, rij zeker eens naar Garderen. Ook bij slecht weer een prima keuze want quasi alles is overdekt.

Lemelerberg en Kasteel Warmelo

De derde dag alweer van de midweek met moeder.

In de voormiddag maakten we een korte maar mooie wandeling op de Lemelerberg. In “Park 1813” is er een rolstoelwandeling die me perfect leek voor iemand met een rollator. Het park werd aangelegd in 1913 naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Nederland.

Ik had gelezen dat je op de Lemelerberg veel kans had om de Zandhagedis te zien. Dat is, met zijn lengte van 16 tot 20 cm (inclusief staart), de grootste hagedis van Nederland. Ik dacht niet dat ik het geluk zou hebben om er één te zien maar we hebben er drie gezien (en ik heb ze zelfs kunnen fotograferen).

Na de “middagpauze” reden we naar Diepenheim om een bezoekje te brengen aan Kasteel Warmelo. Het is geen echt kasteel maar een mooi landhuis met een mooie tuin. Van 1952 tot aan haar dood in 1971 werd het bewoond door prinses Armgard zur Lippe-Biesterfeld. De naam zal je niets zeggen maar het is de moeder van ene Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld. De grootvader van de huidige Koning Willem-Alexander.

In de tuinen, die sowieso het bezoeken waard zijn, zijn er ook een dertigtal zandsculpturen te bezichtigen. Dit jaar is het thema “betoveren”.

De tuin:

Enkele van de 28 zandsculpturen

Paleis Het Loo en de Holterberg

Tweede dag van de midweek met moeder.

Die dag begonnen we met een korte trip naar Apeldoorn meer bepaald naar Paleis Het Loo. Daar waren we al eens geweest maar toen stond heel het paleis nog in de steigers en toen was het bovendien slecht weer.

Vandaag uiteraard een slecht weer en, zoals ik samen met Conny afgelopen december heb kunnen ontdekken, van steigers of werken is er geen sprake meer.

Het was wel een beetje afwachten wat het zou worden nu moeder tijdelijk (sinds ze twee weken geleden “het verschot” kreeg) een rollator gebruikt als ondersteuning. Maar dat ging prima. Paleis Het Loo is echt wel voorzien op mensen die minder goed te been zijn. De medewerkers zijn er trouwens ook heel vriendelijk en behulpzaam.

Het paleis werd tot 1975 door leden van de Koninklijke familie van Nederland bewoond. Sinds 1984 is het als Nationaal Museum Paleis het Loo opengesteld voor publiek. De term ‘loo’ staat voor een op hogere zandgrond gelegen open loofbos.

Stadhouder Willem III, achterkleinzoon van Willem van Oranje, kocht in 1684 het middeleeuwse kasteel Het Oude Loo aan, om ernaast een nieuw jachtverblijf op te trekken. Het paleis was de zomerresidentie van de Nederlandse stadhouders en koningen van 1686 tot 1975. Het werd voor het laatst bewoond door prinses Margriet en haar echtgenoot Pieter van Vollenhoven. (Bron : Wikipedia)

Na de middagrust zijn we nog even naar de Holterberg gereden.

De Holterberg is een heuvelachtig gebied, dat deel uitmaakt van het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug. Hij dankt zijn naam aan het Overijsselse dorp Holten waar wij dus in de Landal zitten. Het natuurgebied omvat veel heidevelden die worden afgewisseld door (naald)bossen. Alleen op de Holterberg komen in Nederland korhoenders voor.

Op de Wullenberg, het zuidelijk deel van de Holterberg, ligt het Natuurmuseum Holterberg waar je een aantal diorama’s kan bekijken. Ze zijn niet allemaal even geslaagd maar wel mooi (en zeker de moeite om met kinderen te doen).

Van het museum zijn we dan te voet naar het nabijgelegen Holten Canadian War Cemetery gewandeld. Daar liggen 1.394 soldaten begraven waarvan 1.355 Canadezen. Er liggen ook 36 Britten, 2 Australiërs en 1 Belg.

Omdat de weg terug naar de parking flink omhoog liep heb ik die alleen afgewerkt om daarna moeder met de auto op te pikken.

Kasteeltuinen Arcen

Het was nog eens tijd om voor enkele dagen op stap te gaan met ons moeder.

Ik koos deze keer voor Nederland met verblijf in de Landal Twenhaarsveld aan de rand van de Sallandse Heuvelrug en dichtbij de Hoge Veluwe.

Op deze eerste dag maakte ik een ommetje via Arcen om daar de Kasteeltuinen nog eens te bezoeken. “Nog eens” want we zijn daar al vaker geweest.

Maar het is toch elke keer weer anders. Dat gaat zo natuurlijk met tuinen. Niet alles staat op hetzelfde moment in bloei.

Op de locatie van het huidige kasteel stond eerdere bebouwing met de naam Den Kamp. Mogelijk stond er een 14e-eeuws kasteel Den Kamp dat in 1511 werd verwoest. Het zou echter ook kunnen gaan om een versterkte hoeve in plaats van een kasteel. In 1498 werd het namelijk ‘hoff op ten Kamp’ genoemd, in bezit van Wynand Schenck van Nydeggen, de heer van Arcen: een hof wijst doorgaans niet op een kasteel maar op een hoeve.

Nadat Den Kamp was verwoest, bouwde Reiner tussen 1511 en 1522 op dezelfde locatie een nieuw kasteel, dat het Nije Huys wordt genoemd. In 1536 erfde zijn zoon Dirk van Gelder het kasteel Nije Huys en de heerlijkheid Arcen.In 1646 werd het kasteel verwoest bij de belegering van Venlo.

De huidige voorburcht staat op de plek van de verwoeste voorganger en werd in 1653 gebouwd door Marcelis van Gelder, heer van Arcen. Zijn kleinzoon Adolf stichtte in het begin van de 18e eeuw het huidige hoofdgebouw.

De kasteeltuinen zijn na een faillissement in 2012 weer onder de verantwoording gekomen van de eigenaresse van het hele Landgoed Arcen, Stichting het Limburgs Landschap. Limburgs Landschap nam het park weer over en vanaf 26 april 2013 is het park weer open voor publiek. (bron : wikipedia)

Nete & Dijle

Na enkele weekenddagen werken in de tuin was er vandaag nog eens tijd om de fietsen van stal te halen.

We kozen voor een knooppuntentocht die ons naar Lier zou brengen om van daar dan via de Nete naar het Zennegat te fietsen en dan verder via de Dijle naar Mechelen.

In Lier maakten we een eerste tussenstop bij Café René op het Zimmerplein. Herr Flick of Von Smalhausen hebben we er niet gezien 😉.

In Duffel was het behoorlijk druk op het jaagpad want daar was de jaarlijkse vlottentocht van de scouts bezig. Toen wij passeerden stonden ze nog allemaal op het jaagpad en we zijn maar niet blijven wachten tot ze te water werden gelaten.

Aan de samenkomst van Nete en Dijle kozen we deze keer niet voor de fietsbrug richting Zennegat maar bleven we op de andere oever. Deze kant hadden we nog niet gezien. Het was er in ieder geval veel rustiger fietsen. En bovendien kregen we nog wat spektakel op de “Grote Vijver”.

In plaats van de knooppunten te volgen door het centrum van Mechelen kozen we aan het Rode Kruisplein voor de vesten richting Nekker. Die zijn sinds de herinrichting van de Vesten best aangenaam om te fietsen.

Met nog enkele kilometers te gaan nog een laatste drankpauze in de Zomerbar aan het Kasteel van Zellaer.

We zijn geëindigd met 50 km op de teller.

De knooppunten: 1 – 37 – 36 – 35 – 49 – 48 – 40 – 5 – 31 – 66 – 56 – 55 – 51 – 96 – 57 – 99 – 44 – 1

Enkele sfeerbeelden

Erfgoeddag 2025

Afgelopen weekend zowel op zaterdag als op zondag naar Mechelen geweest.

Zaterdag was het om, eindelijk, een gesigneerd stripalbum van Charel Cambré te bemachtigen. Conny had gezien dat hij naar de Standaard Boekhandel kwam om zijn nieuwste album te signeren. Wij dus naar de IJzerleen in Mechelen. Een halfuurtje aanschuiven en naar huis gaan met een toch wel heel gepersonaliseerd album. Maar ja, hoe vaak gaat die man een tekening kunnen maken voor een naamgenoot?

Ook op zondag trokken we naar Mechelen maar dan voor de Erfgoeddag 2025.

In het Stadsarchief stelden ze een selectie van de ruim 20.000 affiches die ze daar bewaren ten toon. Ik ben een grote fan van oude affiches dus daar moesten we zeker naartoe. Ze hebben me niet teleurgesteld. Wat wel opviel waren de sponsors van de sportevenementen : Groene Michel, Rode Michel, Belga, Tigra …

Naar huis rijden deden we via Depot Rato aan de Leuvensesteenweg. Daar wonen de Mechelse Reuzen samen met het Mechelse Ros Beiaard. Defamilie verhuisde recent naar Muizen in een grotere woonst. Iedereen in de familie was al generaties lang beroemd om hun unieke talenten. Ze stonden niet alleen bekend om hun grootte, maar ook om de grote dingen die ze deden. Grootvader Reus was ooit de kampioen van het sjoelbakken, Vader Reus had een gave voor hoefijzerwerpen. Moeder Reus had een elegant talent: ze was een meester in kegelen. Klaaske, de oudste zoon, had een passie voor petanque. Mieke was steltloper, op hoog niveau. Janneke, de allerkleinste was dol op ganzenbord.