Kasteeltuinen Arcen

Het was nog eens tijd om voor enkele dagen op stap te gaan met ons moeder.

Ik koos deze keer voor Nederland met verblijf in de Landal Twenhaarsveld aan de rand van de Sallandse Heuvelrug en dichtbij de Hoge Veluwe.

Op deze eerste dag maakte ik een ommetje via Arcen om daar de Kasteeltuinen nog eens te bezoeken. “Nog eens” want we zijn daar al vaker geweest.

Maar het is toch elke keer weer anders. Dat gaat zo natuurlijk met tuinen. Niet alles staat op hetzelfde moment in bloei.

Op de locatie van het huidige kasteel stond eerdere bebouwing met de naam Den Kamp. Mogelijk stond er een 14e-eeuws kasteel Den Kamp dat in 1511 werd verwoest. Het zou echter ook kunnen gaan om een versterkte hoeve in plaats van een kasteel. In 1498 werd het namelijk ‘hoff op ten Kamp’ genoemd, in bezit van Wynand Schenck van Nydeggen, de heer van Arcen: een hof wijst doorgaans niet op een kasteel maar op een hoeve.

Nadat Den Kamp was verwoest, bouwde Reiner tussen 1511 en 1522 op dezelfde locatie een nieuw kasteel, dat het Nije Huys wordt genoemd. In 1536 erfde zijn zoon Dirk van Gelder het kasteel Nije Huys en de heerlijkheid Arcen.In 1646 werd het kasteel verwoest bij de belegering van Venlo.

De huidige voorburcht staat op de plek van de verwoeste voorganger en werd in 1653 gebouwd door Marcelis van Gelder, heer van Arcen. Zijn kleinzoon Adolf stichtte in het begin van de 18e eeuw het huidige hoofdgebouw.

De kasteeltuinen zijn na een faillissement in 2012 weer onder de verantwoording gekomen van de eigenaresse van het hele Landgoed Arcen, Stichting het Limburgs Landschap. Limburgs Landschap nam het park weer over en vanaf 26 april 2013 is het park weer open voor publiek. (bron : wikipedia)

Vakantiegevoel

Na weekends van tuinwerk was er nog eens tijd voor echte ontspanning.

Gisteren in Nederland gaan varen met moeder (maar dat verslag volgt later wel) en vandaag gedaan alsof we vakantie hadden en met de fiets op tocht vertrokken.

Niks tuinwerken … gewoon genieten van het weer. Alhoewel, af en toe was er toch bijzonder veel wind en zelfs met elektrische ondersteuning is dat niet prettig.

Onze tocht vertrok aan het Kasteel van Zellaer in Bonheiden (knooppunt 44).

We volgden volgende knooppunten : 44 – 12 – 43 – 91 – 56 – 51 – 52 – 12 – 10 – 78 – 79 – 90 – 95 – 97 – 96 – 57 – 99 – 44).

Aan knooppunt 12 (dat tussen kp 52 en km10) moesten we wegens werken wel afwijken van het traject. Via een omweg en via een bijzonder slecht paadje aan Hazewinkel bereikten we toch kp 78.

Even voorbij knooppunt 95 was het tijd voor een smakelijke lunch bij Den Batteliek.

Teruggekomen aan knooppunt 44 hadden we de keuze : ofwel de fietsstraat volgen tot Peulis ofwel een ommetje via Bonheiden voor een smakelijke koffie bij Monsieur Café.

Rara, waarvoor zouden we hebben gekozen?  😉

Het leek echt wel vakantie vandaag.

Over motorstoringen en urban exploring

Vorige zondag is in mineur verlopen. Op weg terug van Heist op den Berg gaf mijn (gloednieuwe) auto, na een noodstop te hebben moeten maken, immers een “motorstoring” aan. Dat lichtje moest trouwens niet branden, ik voelde zo ook wel dat er iets mis was.

Toch nog in Peulis geraakt en dan maar Ford Assistance gebeld. Die stuurden een takeldienst die de auto naar mijn Ford Garage in Lier hebben getakeld. Ik kreeg van hen een een vervangwagen gekregen tot woensdag.

Op woensdag was de auto echter nog niet gerepareerd dus de vervangwagen van de takeldienst vervangen door een vervangwagen van de garage.

Vrijdag dan na een wandeling in Vrieselhof in Oelegem naar Lier gereden om de herstelde wagen terug op te pikken.

Alles leek opnieuw koek en ei tot ik na 15 km, deze keer zonder noodstop, opnieuw dezelfde motorstoring kreeg. Ook deze keer wist ik zonder lampje wel dat er iets niet in orde was. Moeder thuis afgezet en terug naar Lier om, een uur nadat ik ‘m had afgehaald mijn auto terug te geven voor herstelling.

Gelukkig heb ik deze week een weekje “tuinwerkvakantie” in Peulis. Een auto heb ik niet echt nodig. Maar echt geruststellend is dat toch niet. Hopelijk vinden ze deze keer de echte oorzaak (en hebben ze een definitieve oplossing).

Vrijdag heb ik dan ook nog afscheid moeten nemen van een trouwe vriend : Jupeke, de rosse kater met de halve staart. Ongeveer een jaar geleden had de dierenarts al laten weten dat het einde snel zou kunnen naderen maar met de nodige medicatie deed hij het toch goed. De afgelopen dagen ging het echter zo snel achteruit dat laten inslapen aangewezen was. Ik ga het manneke missen.

Vandaag hebben we nog even den toerist uitgehangen, zelfs de “urban” toerist. We zijn namelijk naar het Vrijbroekpark in Mechelen gefietst om daar de hotelruïne te gaan bezoeken.

Ooit moest er aan het Vrijbroekpark in Mechelen een mastodont van een hotel verrijzen, liefst achttien verdiepingen hoog. De aanzet van dat megalomane project groeide uit tot het iconische spookhotel. Sinds 15 februari is de ruïne gratis toegankelijk voor het publiek.

in 1972 begon aan de rand van het provinciaal domein de bouw van het Parkhotel. Honderd kamers zou het tellen, een restaurant met panoramisch uitzicht, een zwembad op de benedenverdieping met plek voor tien winkels en een parkeergarage voor 150 auto’s. In het torenhoge gebouw zou er daarnaast nog eens plek zijn voor 182 appartementen en 26 studio’s. Ook gepland: een rechtstreekse aansluiting op de autosnelweg E19, toen nog de E10.

Verder dan twee verdiepingen is het toenmalige prestigeproject nooit geraakt. Verzakkingen van het gebouw door de moerassige ondergrond en financiële perikelen worden genoemd als oorzaken. Vandaag is de ruïne omgeven door natuur en de voorbije decennia groeide ze onder andere bij graffitiartiesten uit tot een geliefd actieterrein. (bron : Het Nieuwsblad).

Onderweg ook behoorlijk wat ooievaars gezien waaronder ook die van Muizen. Die was bekend omdat hij zijn nest steevast op het kruisbeeld van het kerkhof bouwde. Maar dat kruisbeeld is de afgelopen winter tijdens een storm afgebroken. En die jongen zit daar nu altijd zo droevig te kijken. Naast het kerkhof is er wel een nestpaal gezet en daar zat ook een ooievaar op maar we weten niet of die al dan niet van het koppel is.

Kröller-Müller

Drie dagen zijn zo voorbij en voor onze laatste dag kozen we voor het Nationaal Park De Hoge Veluwe en meer bepaald het Kröller-Müller museum.

De auto lieten we achter op de parking aan de ingang in Otterlo om daar één van de witte fietsen te nemen en naar het museum te fietsen.

Het museum is vernoemd naar Helene Kröller-Müller die een groot deel van de collectie bijeenbracht, daarbij geadviseerd door kunstpedagoog H.P. Bremmer. Het werd in 1939, enige jaren na de stichting van het Nationale Park, officieel geopend als rijksmuseum. Nadat het rijk had besloten het museum, net als alle andere rijksmusea, te verzelfstandigen en de naam Rijksmuseum Kröller-Müller verviel, werd de statutaire naam van het museum Stichting Kröller-Müller Museum.

Helene Kröller-Müller had sinds haar eerste aankoop in 1908 van het schilderij Hij komt van ver van Paul Gabriël, een schilderijverzameling opgebouwd, die in tegenstelling tot verzamelingen van haar tijdgenoten, moderne werken betrof.

Aanvankelijk werd haar kunstverzameling ondergebracht in een deel van het hoofdkantoor van de firma W.H. Müller & Co. aan het Lange Voorhout 3, totdat Kröller het pand ernaast, Lange Voorhout 1, speciaal in 1913 voor de verzameling had aangekocht. Kröller-Müller richtte speciale ruimten in voor de werken van Van Gogh, voor schilders uit het pointillisme, zoals Georges Seurat, Théo van Rysselberghe en Paul Signac, en een voor Odilon Redon. Werken van Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Juan Gris werden op de tweede etage tentoongesteld. Door nieuwe aankopen veranderde de opstelling regelmatig. Samen met Bremmer organiseerde zij tentoonstellingen die door het publiek mochten worden bezocht, tegen schriftelijke aanvraag van een bewijs van toegang. Bremmer schreef hierbij de catalogi, terwijl Kröller-Müller lezingen hield.

Uiteindelijk werd de collectie schilderijen en beelden ondergebracht in het nieuwe, nog steeds bedoeld als overgangsmuseum, Rijksmuseum Kröller-Müller op het landgoed ‘De Hooge Veluwe’ in Otterlo. Het gebouw werd ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde. Minister Slotemaker de Bruine opende het museum op 13 juli 1938. De eerste directeur van het museum was van 1938 tot 1939 Helene Kröller-Müller. (Bron: Wikipedia)

Het is wel jammer dat je zowel voor het museum als voor het park apart tickets moet kopen. Combi-tickets zijn niet mogelijk. Als je enkel voor het museum gaat dan wordt het wel redelijk duur, vooral op een miezerige dag als vandaag die niet uitnodigt om verder in het park te fietsen of te wandelen.

Hanzestad Hattem

Na het uitgebreide ontbijt in Hotel Vierhouten (bij Bas en Valerie) vertrokken we deze voormiddag naar Hattem. Het was koud en vrij mistig en de GPS had er duidelijk last van maar we zijn er zonder problemen geraakt.

Hattem wordt omstreeks 800 voor het eerst in de geschiedschrijving genoemd. In de Codex Laureshamensis (het overzicht van bezittingen van de abdij Lorsch) wordt de nederzetting Hat-Heim genoemd, waar twee hoeven zouden staan die de abdij als gift had ontvangen.

Ondanks deze vroege vermelding was er in die tijd nog geen kerk of kapel in Hattem. In 1176 werd Hattem een zelfstandig kerspel. De kapel van 17,5 meter lang en 9,5 meter breed stond niet op de plek van het huidige centrum van Hattem, maar op de Gaedsbergh (Godsberg).

Hattem kreeg zijn stadsrechten in 1299 van graaf Reinoud I van Gelre en is een Hanze- en vestingstad. Op dat moment wordt er een versterkte stad gesticht op de noordrand van de Veluwe. Het stadsplan van Hattem getuigt van een belangrijke rol van de huidige kerk.

Hertog Willem I van Gelre schonk in 1401 de Hoenwaard, waar de burgers die binnen de stadsmuren woonden hun vee mochten laten grazen en steenbakken. In 1404 werd het kasteel St. Lucia gebouwd. In de volksmond zou dit gebouw bekend worden als “de Dikke Tinne”. Deze naam dankt het kasteel aan de dikke muren, die de dikste van Nederland waren. In 1778 werd dit kasteel gesloopt, omdat de gemeente besloot om de stenen te verkopen.

In 1786 werden Hattem en Elburg bekend door een sterke patriottische beweging, onder leiding van de advocaat Herman Willem Daendels. Daar werden de prinsgezinde kandidaten voor de vroedschap niet geaccepteerd; de verkiezing werd als een interne zaak beschouwd. Binnen een maand hebben de troepen van stadhouder Willem V de opstand onderdrukt. (Bron Wikipedia)

Zoals we wel vaker doen zijn we bij de V.V.V. gaan informeren of er een stadswandeling was. Dan krijg je direct een mooi beeld van de stad.

Hattem is ook de plaats waar het Anton Pieck Museum is gevestigd. Pieck is vooral bekend voor het ontwerpen van de Efteling maar heeft veel meer dan dat gedaan. Zo heeft hij honderden boeken geïllustreerd waaronder ook de 10de druk van Pallieter van Felix Timmermans, die een goede vriend was van Pieck.

Hij heeft ook wondermooie olieverfschilderijen gemaakt. In de tweede wereldoorlog gebruikte hij zijn grafische talenten om papieren en stempels te vervalsen voor het verzet.

Paleis het Loo

Als een mens op een nieuwe tram stapt en een nieuwe voordeur krijgt en die beginnen allebei met een 6 dan krijgt een man al wel eens een speciaal geschenkje van zijn vriendin. En dat is deze keer een driedaagse in de Veluwe.

Op onze eerste dag, die heel mistig begon in België, was Apeldoorn en vooral Paleis het Loo, onze bestemming. Daar was de mist ondertussen verdwenen en had plaatsgemaakt voor een zalig winterzonnetje.

Paleis Het Loo is een paleis gelegen aan de rand van Apeldoorn. Het paleis werd tot 1975 door leden van de Koninklijke familie van Nederland bewoond. Sinds 1984 is het als Nationaal Museum Paleis het Loo opengesteld voor publiek en vinden er tentoonstellingen en evenementen plaats.

De naam ‘Loo’ betekent oorspronkelijk een op hogere zandgrond gelegen licht en mensvriendelijk bos met hoog, opgaand hout. Stadhouder Willem III, achterkleinzoon van Willem van Oranje, kocht in 1684 het middeleeuwse kasteel Het Oude Loo aan, om ernaast een nieuw jachtverblijf op te trekken.

De stadsmeestertimmerman van Leiden, Jacobus Roman (1640-1716), die in 1689 hofarchitect zou worden, ontwierp een vierkant hoofdgebouw (corps de logis) in classicistische stijl, met aan weerszijden ervan zijvleugels. Hoofdgebouw en vleugels waren met elkaar verbonden via halfronde colonnades. Het interieurontwerp is goeddeels van Daniël Marot.

Nadat stadhouder Willem III koning van Engeland was geworden, liet hij het paleis van 1691 tot 1694 uitbreiden met vier paviljoens (een binnen- en een buitenpaviljoen aan weerszijden van het hoofdgebouw) die het hoofdgebouw met de zijvleugels verbonden. De colonnades werden verplaatst naar de nieuw aangelegde tuin. De paviljoens bevatten de koninklijke appartementen van stadhouder Willem III en Mary Stuart, evenals de eetzaal, paleiskapel en schilderijengalerij. Het interieur werd ontworpen door Daniël Marot. De plafondschilderingen zijn van de hand van Johannes Glauber en Gerard de Lairesse. Volgens Jan van Gool werkten Dirk Valkenburg en Dirk Dalens III rond 1700 aan de verfraaiing met vogel- of jachttaferelen.

Het paleis was de zomerresidentie van de Nederlandse stadhouders en koningen van 1686 tot 1975. Het werd voor het laatst bewoond door prinses Margriet en haar echtgenoot Pieter van Vollenhoven.

Paleis Het Loo beschikt over een Hollands-classicistische tuin met Franse invloeden (een vakverdeling afgezet met Japanse hulsthagen). Het is een formele tuin in de stijl van de 17e-eeuwse barok, in navolging van de renaissancetuinen van André le Nôtre, zoals bij het kasteel van Versailles. Vanaf het balkon (op woensdag toegankelijk) is uitzicht op de tuin. De ene kant van de tuin is het spiegelbeeld van de andere. Er zijn meerdere fonteinen in de tuin van paleis Het Loo, met namen die verwijzen naar figuren uit de Romeinse en Griekse mythologie (zoals de Venus- en de Hercules-fontein). (Bron Wikipedia)

Het was niet ons eerste bezoek aan Paleis het Loo maar wel de eerste keer sinds de laatste restauratie en dus ook de eerste keer dat we via de nieuwe ontvangstruimte moesten binnengaan. Daar nog net de tentoonstellingg “Queens” van Andy Warhol te bekijken.

Ondertussen zitten we bij Bas en Valerie in Hotel Vierhouten waar het altijd aangenaam vertoeven is.

Haacht en het Kasteel van Roost

Het einde van de vakantie nadert met rasse schreden.

Nadat we gisteren een “dagje IKEA” hadden gedaan was er vandaag toch weer wat tijd om nog wat te gaan wandelen.

We kozen deze keer voor Haacht. In de Wandelknooppunten-app had ik een “winterwandeling” van een dikke 5 km gevonden. Geen knooppunten en even afgepijld maar wel een combinatie van knooppunten en van de Natuurleer-wandeling.

Maar voor dergelijke wandelingen kan je de app gebruiken en de navigatiemodus werkt perfect.

Vertrekken deden we op de Lombaarden-parking.

Niet lang daarna passeerden we de Heerlyckheid van Roost”.

Er werd in de 12e eeuw een burcht gebouwd in de Borgelham, wat een meander van de Dijle was. De meander verdween in de 13e eeuw. De burcht werd verlaten en vermoedelijk is het Kasteel van Roost begin 14e eeuw gebouwd met ijzerzandsteen dat van de oorspronkelijke burcht afkomstig was. Het betrof een klein waterkasteel binnen een ringmuur. Er werden nog andere gebouwen toegevoegd maar in 1489 werd het kasteel verwoest door de troepen van Albrecht van Saksen.

Hierna werd het kasteel herbouwd in witte Gobertangesteen en eveneens witte Diegemse steen.

In 1828 werd het kasteel afgebroken en in 1833 brandde het neerhof af. De buitenste slotgracht bleef over en deze werd in 1939 nog doorsneden door de antitankgracht.(bron : Wikipedia)

Nu is het een speelplein voor de kinderen.

Verder was het (alweer) een mooie maar soms heel drassige wandeling. Onze Meindl-schoenen hebben hun waarde nog maar eens bewezen. Nu ja, als je al meer dan 300 jaar schoenen maakt dan zal je wel kwaliteit brengen zeker?

De wandeling (terug te vinden op Wandelknooppunt.be)

Enkele foto’s:

Bos en Heide in Averbode

Nog steeds met vakantie. Gisteren een dagje Antwerpen gehad waar we vooral geshopt hebben. Er zijn ook foto’s genomen maar die volgen later wel.

Vandaag hebben we de wandelschoenen terug aangetrokken en zijn we naar Averbode gereden voor een wandeling door “bos en heide”.

De wandeling vertrekt aan knooppunt 100 dat net voor de ingang van de abdij ligt.

De Abdij van Averbode is een abdij van de premonstratenzers, die in 1134 werd gesticht door Arnold II, graaf van Loon. De nu verdwenen Sint-Michielsabdij in Antwerpen wordt als haar moederklooster beschouwd. Aan het hoofd van de gemeenschap staat een gemijterde abt.

In de beginjaren leefde de kloostergemeenschap van landbouw, waarbij de Norbertijnen hulp kregen van lekenbroeders. Oorspronkelijk was het een dubbelklooster. De zusters verhuisden aan het begin van de 13e eeuw naar een eigen klooster (Keizerbos). Die gemeenschap bleef tot 1796 bestaan.

n 1802 kocht medebroeder Ignatius Carleer de abdij terug en in 1803 werd de parochie Averbode opgericht, met de abdijkerk als parochiekerk en een medebroeder als pastoor. Vanaf 1826 verkocht Carleer verschillende materialen en kunstvoorwerpen uit de abdij. Na de onafhankelijkheid van België, met name in 1834, werd het kloosterleven in Averbode officieel hervat. Dat jaar stelde paus Gregorius XVI een apostolisch visitator aan voor de kloosterorden. Deze stelde als voorwaarde om de abdij opnieuw op te richten dat er zes kloosterlingen dienden te wonen, wat in Averbode het geval was.

In 1907 stichtten de norbertijnen van Averbode een coöperatieve zuivelonderneming en in 1911 een bank. Ze legden zich ook toe op drukkers- en uitgeversactiviteiten, een gevolg van de oprichting van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart in Averbode. Averbode’s weekblad, een tijdschrift uitgegeven door de paters norbertijnen, verscheen voor het eerst in 1907. Het aantal leden van de gemeenschap nam in die periode sterk toe. In 1920 werd onder impuls van pater Basiel Vanmaele de Eucharistische Kruistocht opgericht. Vanaf 1920 gaf de abdij een kindertijdschrift uit, Zonneland. In 1930 volgden de Vlaamse Filmpjes, waarin de jeugd kon kennismaken met de literatuur, en in 1958 ontstond Zonnekind. (Bron : Wikipedia)

Het was weer een heel mooie wandeling maar, zoals waarschijnlijk bij elke boswandeling tegenwoordig, waterdichte wandelschoenen waren geen overbodige luxe.

Knooppunten : 100 – 90 – 87 – 76 – 99 – 110 – 274 – 73 – 205 – 206 – 75 – 86 – 85 – 100

De wandeling is eigenlijk 5,5 km lang maar omdat wij geparkeerd stonden op parking 1 en we ook nog de abdij hebben bezocht stonden er 7,5 km op onze teller.

De wandeling

Enkele foto’s

Achter den berg

We zijn aan ons laatste weekje vakantie van dit jaar begonnen en dat hebben we gisteren ingezet met een bezoekje aan de stripbeurs in Heist-op-den-Berg, gevolgd door een bezoekje aan de zondagmarkt in Heist-op-den-Berg om daarna nog een wandelingetje door De Averegten in Hallaar te maken (deelgemeente van Heist-op-den-Berg).

Ook vandaag trokken we terug naar Heist-op-den-Berg maar dan voor een wandeling “Achter den Berg”.

Het was geen knooppuntenwandeling maar we hebben ze wel gevonden op de website van Wandelknooppunt (www.wandelknooppunt.be). Ik heb daar de route in .gpx-formaat gedownload en die vandaag dan gebruikt als navigatiemiddel.

Een heel mooie wandeling al was ze vandaag ook behoorlijk vermoeiend. Op sommige plaatsen stonden we tot aan onze enkels in het water, op andere plaatsten even diep in de modder. Dan ben je wel blij dat je enerzijds waterdichte wandelschoenen aanhebt en anderzijds propere schoenen in de auto hebt liggen.

De wandeling:

De foto’s :

Wandelen in Hasselt en fietsen in Lier

Onze vakantieweek kabbelt rustig verder.

Gisteren, na de wissel van zomerbanden naar winterbanden, zijn we verder gereden naar Hasselt, de stad waar ik, toen de dieren nog konden spreken, de beste twee schooljaren uit mijn carrière heb gekend.

Maar van die stad herken ik eerlijk gezegd nog weinig. Vooral de Elfde Liniestraat waar zowel mijn school als mijn studentenhuis was gevestigd is aanzienlijk veranderd. En blijkbaar gaat ze nog meer veranderen naar een autovrije boulevard.

Hasselt is wel altijd leuk om door te wandelen. En hier en daar herken ik toch nog altijd iets. De Witte Non waar ik de Witte van Hoegaarden leerde kennen. De muur van het begijnhof waar tientallen schachten op hun knietjes zaten om een bloem-mayonnaise-ketchup douche te krijgen. Het café waar ik met schoenen vol ketchup moest 20 frank moest bijeen gaan bedelen. Afin, dus altijd goed voor een bezoekje. Wij kozen voor de stadswandeling die je kan doen door de koperen klinknagels met een eikel erop te volgen. Probeer wel de ondergrondse parking van het Dusartplein te vermijden. Die is immers vreselijk duur.

En vandaag hebben we geprofiteerd van het aangenaam weer om de fietsen nog eens van stal te halen. Nu het nog kan moeten we ervan profiteren. Ik had een fietstocht gevonden “Tussen reeën en koeien in den Boshoek”, een tocht van bijna 36 km. Die vertrok in Hove maar ik zag dat hij ook in Lier aan het C.C. De Mol passeerde. Het leek me dan ook beter om daar te vertrekken.

Het was een mooie en rustige fietstocht en het weer was zalig.

De fietsknooppunten (vertrek aan de Brug aan C.C. De Mol in Lier): 5 – 31 – 27 – 13 – 52 – 12 – 63 – 61 – 82 – 87 – 91 – 88 – 88 – 89 – 5

Als wil vertrekken vanuit Hove dan vertrek je aan knooppunt 62 (Parklaan Hove) en fiets je naar knooppunt 12. Eenmaal je terug aan knooppunt 12 bent ga je dan terug naar knooppunt 62.