Laatste dag van onze laatste vakantie. Het weer voorspelde niet veel goeds.
Dan kan je gelukkig altijd terecht in Lier. We waren eerst van plan om nog eens naar Anderstad te wandelen maar kozen toch maar voor de Lierse Vesten die we dan voor een stukje zouden “afsnijden” om de Brocantemarkt op de Grote Markt te bezoeken.
Wat ons al direct opviel bij het vertrek aan Parking de Mol : de Lierse standbeelden droegen oranje lintjes.
Die opvallende aankleding is een initiatief van De Zilveren Knoop, de Lierse afdeling van Soroptimist Belgium, en maakt deel uit van de internationale campagne ‘Orange the World’. Die campagne ging op 25 november van start en loopt nog tot 10 december, tijdens de jaarlijkse 16 Dagen van Activisme tegen Geweld op Vrouwen.
Volledig droog hebben we het niet gehouden maar kletsnat zijn we dan ook weer niet geworden.
De eerste week van december is meestal een vakantieweek bij ons … kwestie van die laatste vakantiedagen op te souperen. Het verslag van deze week volgt hierna in telegramstijl 😉
Vrijdag 28/11: jaarlijks bezoek aan de endocrinoloog en goede punten gekregen. Ik ben goed bezig
Zaterdag 29/11: jaarmarkt in Peulis. Enkele lokale verenigingen gesteund. Optreden van Laura Lynn hebben we aan ons voorbij laten gaan
Zondag 30/11: wandeling gemaakt in Lint, meer bepaald het afgepijlde Eugeen Goeyvaert Wandelpad. Al zijn niet alle bordjes even duidelijk 😉
Maandag 1/12: een beetje opruimen en winkelen
Dinsdag 2/12: shoppen voor eindejaarsgeschenken, afspraak bij Audika om het haperend hoorapparaat te laten herstellen (alweer) en tussen de soep en de patatten een nieuwe auto gekocht. Ik weet dat de Ford Kuga nog geen jaar oud is maar van een 10 maanden oude auto zou je mogen verwachten dat die niet een volledige maand daarvan in de garage staat vanwege een “motorstoring” . Je zou ook niet verwachten dat ze op tijd geen echte oorzaak van het probleem hebben kunnen vinden. Soit, het vertrouwen is zoek, zowel in de auto als in de garage, dus was er nood aan een vervanger. Die is er dus en hij is ook snel beschikbaar: een Peugeot 2008 GT.
Woensdag 3/12: dagje Antwerpen met bezoek aan de Magritte-tentoonstelling in het KSMKA, nog wat verder naar eindejaarsgeschenkjes gezocht en uiteraard een bezoekje gebracht aan “den Beo”, de beste Stripwinkel van het land.
Donderdag 4/12: grote opruimdag en de kledingcontainers in de buurt wat bijgevuld
Vrijdag 5/12: bezoekje aan Mechelen met het Museum Busleyden. De “special” rond Rik Wouters viel een beetje tegen maar de rest van het museum was zeer de moeite waard.
Zaterdag 6/12: even “op en af” naar Vorselaar om met moeder naar het Galaconcert van het Vlaams Muziek Theater in CC Zwanenberg in Heist op den Berg te gaan. Zij heeft er uitermate van genoten (we zaten op de eerste rij !!) en ik kan dat ook wel smaken. Tenslotte heeft Spotify vastgesteld dat ik 233 verschillende genres heb beluisterd het afgelopen jaar. Dat is natuurlijk zever, ik luister maar naar één genre : het goeie muziekgenre
Vandaag moesten we terug naar huis. Maar vóór we dat deden maakte ik nog een tussenstop in De Moer om een wandeling te maken door Natuurgebied Huis ter Heide.
Dat domein is zo’n 1.000 hectare groot maar 35 hectare is ingericht als natuurbegraafplaats.
Ik had daar al veel over gehoord maar had het nog nooit gezien. Het heeft wel iets. Grafzerken zie je er niet. Op elk graf ligt een “boomstronk”. Heel mooi, heel sereen.
Verder is het een heel mooi domein om over te wandelen.
De wandeling
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)
Vandaag gingen we eindelijk doen waar we deze midweek voor geboekt hadden : varen.
Het was eigenlijk de bedoeling dat we dat afgelopen maandag zouden gedaan hebben met een tocht van Drimmelen naar Antwerpen (en daarna met de bus terug naar Drimmelen). Maar deze tocht werd jammer genoeg geannuleerd vanwege te weinig deelnemers. Blijkbaar is 4 man te weinig?
Dan maar een nieuwe tocht geboekt bij Rederij Zilvermeeuw : de Marktocht, een tocht van een uur of zeven inclusief lunchbuffet. Helaas, ook deze werd geannuleerd om dezelfde reden.
Wat bleef er nog over: de klassieke twee uur durende tocht door de Biesbosch met een “etagère-lunch”. Die ging wel door.
Vóór we aan boord gingen zijn we nog wel een wandelingetje door Drimmelen en omgeving gaan doen. Dat was met momenten minder “rollator-vriendelijk” maar het ging wel.
Drimmelen is een piepklein dorpje met amper 570 inwoners. In 1421 werd het tijdens de Sint-Elisabethvloed volledig van de kaart geveegd. Rond de Herengracht staan nog enkele 18de en 19de eeuwse huisjes. Er staat ook een standbeeld van een griendwerker. Griendwerkers sneden in drassige gebieden de wilgentenen van verschillende soorten wilgen. De takken en twijgen werden gebruikt voor vlechtwerk van onder andere stoelzittingen.
Na 50 minuten wandelen en 2,75 km op de teller stonden we terug aan de auto.
De wandeling:
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):
Om 11u45 konden we dan inschepen. Omdat we twee annuleringen hadden moeten doorstaan kregen we van de Zilvermeeuw twee jetons voor een gratis consumptie. Dat vond ik wel heel sympathiek.
Twee uur varen door de Biesbosch en tegelijkertijd lekker eten : dat valt altijd mee.
De boottocht:
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):
Om de dag af te sluiten hebben we nog een korte wandeling gemaakt van ons huisje naar de schaatsbaan van de Loonse en Drunense Duinen. De Kaatsheuvelse ijsbaan is geen natuurlijk ven. De plas is gegraven door mensenhanden. Tijdens de crisisjaren 1929-1940 zocht het Rijk een werkverschaffingsproject om werklozen aan werk te helpen. De gemeente Loon op Zand had wel een idee: een ijsbaan om bewoners tijdens die economisch moeilijke jaren wat winterplezier te bieden. Graafmachines bestonden al, maar om de werknemers bezig te houden, mocht het graafwerk niet te snel klaar zijn. Al het zand moest met de schop worden afgegraven en met kruiwagens worden afgevoerd.
De wandeling:
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):
In de voormiddag van de derde dag van onze midweek in Noord-Brabant had ik een wandeling gepland op het domein van Kasteel Heeswijk.
In 1080 was er op die plaats al een motte, later werd dat een kasteel.
Kasteel Heeswijk heeft meerdere malen een rol gespeeld in de geschiedenis. Het lukte prins Maurits rond 1600 tot tweemaal toe niet om het kasteel in te nemen. Zijn halfbroer Frederik Hendrik slaagde daar in 1629 wel in, zodat hij vervolgens ‘s-Hertogenbosch kon belegeren. In 1672 was de Zonnekoning Lodewijk XIV een ongenode gast op Kasteel Heeswijk tijdens zijn strijd tegen de Republiek. De verdedigingswerken worden vernietigd en het kasteel verwordt tot een buitenhuis. Aan het eind van de 18e eeuw gebruikte Pichegru, generaal van de Franse Revolutie onder leiding van Napoleon, het kasteel nog als hoofdkwartier.
In 1835 kocht gouverneur André baron van den Bogaerde van Terbrugge het in verval geraakte kasteel en startte meteen een grootse verbouwing. Toen die in 1855 overleed kwam het kasteel in het bezit van zijn zoon, jonkheer Donat Théodore Alberic van den Bogaerde van Terbrugge (jawel, diezelfde jonker met zijn treinhalte aan het Kasteel Nemerlaer waar we gisteren waren).
Het kasteel zelf hebben we niet bezocht maar we hebben wel een wandeling van 3 km over het domein gemaakt:
Enkele foto’s (klik op de foto voor een grote exemplaar)
Lunchen deden we in Vught bij Loetje. Conny had me gezegd dat ik zeker de steak moest proberen en aangezien ik altijd luister 😉heb dat ook gedaan. Ze had (weer) gelijk: de steak was zalig.
Na de lunch was het maar een paar minuutjes rijden naar Nationaal Monument Kamp Vught.
Dat is een herdenkingsplaats met museum over Konzentrationslager Herzogenbusch, beter bekend als Kamp Vught dat daar in de Tweede Wereldoorlog gevestigd was. Het bevindt zich op de noordoostpunt van het voormalige kampterrein.
Op het buitenterrein bevindt zich een nagebouwde halve barak, nummer 13b, en een aantal nagebouwde wachttorens. De wachttorens zijn lager dan de originele torens, omdat men anders over de muren van de verderop gelegen gevangenis heen zou kunnen kijken.
Het voormalige crematorium van het concentratiekamp staat ook op het buitenterrein, het is het enige museumonderdeel dat niet gereconstrueerd is.
In totaal werden er ruim 31.000 mensen in het kamp gedetineerd.
Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich het Monument der verloren kinderen. Op 6 en 7 juni werden immers vanuit dit kamp zo’n 1.000 Joodse kinderen via Kamp Westerbork naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd.
In het kamp zelf zijn zeker 735 mensen om het leven gekomen. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk iets hoger. Zo zijn er officieel 329 personen, onder wie 36 Belgen, geëxecuteerd in Vught. Die Belgen werden nog dezelfde dag of de dag na aankomst opgehangen. Ze waren bijna allemaal door de Duitse bezetter in een militair proces ter dood veroordeeld wegens sabotageacties. Het vonnis moest met de strop ten uitvoer worden gebracht. Van veel van de veroordeelden is bekend dat het communisten waren.
Na het bezoek aan het museum zijn we nog naar de fussilladeplaats gewandeld zodat we weer 3,4 km op de teller hadden.
De wandeling:
De foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar)
Tweede dag van de “midweek met moeder” in Brabant. Op het programma stonden twee (rolstoel)wandelingen
Onze eerste stop was Annanina’s Rust.
Dat is een natuurgebied van het Brabants Landschap van 151 ha dat ligt tussen Hilvarenbeek en Diessen. Het bestaat uit een oud landgoed met loof- en naaldbos. Het is in 1899 gesticht door Emile Huijsmans, die leefde van 1850 tot 1920 en die notaris was te Diessen. Het is vernoemd naar zijn maîtresse, een Russische, die een huisje had op het landgoed.
Het zuidwestelijk deel van het landgoed is aangelegd in Engelse landschapsstijl. Hier staan monumentale eiken en beuken en twee boswachterswoningen uit 1940. Er zijn ook vele rhododendrons aangeplant. Het overige deel bestaat voornamelijk uit naaldgoedaanplant en werd ook voor de houtproductie gebruikt.
Tegenwoordig is het landgoed bezit van het Brabants Landschap.
De wandeling (2,50 km) :
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)
Lunchen deden we in het restaurant van het Fletcher Hotel in Oisterwijk. Daar waren ze trouwens al volledig klaar voor Kerstmis.
Van het hotel was het maar 10 minuutjes rijden naar onze volgende wandeling : Domein Nemelaer in Oisterwijk.
Het landgoed omvat 165 ha. Het gebied is sinds 1964 eigendom van de stichting Het Brabants Landschap, evenals het bijbehorende Kasteel Nemerlaer waaraan het landgoed zijn naam ontleend. Het kasteel is vernoemd naar het riviertje de Amer (later Nemer) en Laer (open plek in het bos).
Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in 1303, als woning van ridder Geerlinck van den Bossche. Kasteel Nemerlaer werd in 1718 gerestaureerd en gedeeltelijk verbouwd. In 1852 werd het kasteel eigendom van jonkheer Donat Théodore Alberic van den Bogaerde van Terbrugge. In 1880 volgde een verbouwing van het kasteel met een uitbreiding aan de achterzijde met serres en een middenpaviljoen. De rest van het gebouw werd van een beklamping voorzien.
In een berucht geworden testament bepaalde de jonkheer wegens onmin met zijn familie dat het huis bijna 70 jaar onbewoond moest blijven, dit lot trof ook kasteel Heeswijk.
Toen er in 1865 plannen waren om een spoorlijn dwars door het domein te leggen gaf de diezelfde Jonkheer Donat toestemming op voorwaarde dat hij een fikse vergoeding kreeg EN dat hij een privé-opstapplaats kreeg. Als hij de trein wilde nemen dan zwaaide zijn butler met een rode vlag en dan stopte de trein. Dat recht bestaat trouwens nog altijd voor de beheerders van het domein.
Aan de inkom van het domein staat sinds 2011 het standbeeld “Droomtijd voor de Raaf” van de kunstenaars Kees Wevers en Jaqueline van der Laan.
De wandeling (2,75 km):
De foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)
Afgelopen vrijdag zag ik het niet meer gebeuren maar vanochtend ben ik, dankzij het snel en helder denken van Conny, toch met moeder naar Nederland kunnen vertrekken.
Eerste tussenstop was Bergen op Zoom waar ik een stadswandeling had uitgestippeld.
De naam Bergen op Zoom kent een aantal verklaringen, waaronder die van bergen als haven of verwijzend naar de hoogteverschillen door de ligging op de Brabantse Wal, en het woord Zoom als de rand van de Brabantse Wal, dan wel afkomstig van het woord soma, dat moeras betekent. Met het – later gegraven – vaartje De Zoom heeft de naam niets te maken.
In de zomer is het er meestal gezellig druk. Vandaag op deze eerder grijze maandagochtend was het er heel rustig.
Het Anton van Duinkerken Park lag er wel heel mooi bij in de herfstkleuren. Dat vonden die tientallen eenden en ganzen en andere watervogels waarschijnlijk ook.
Uiteindelijk hadden we 2,3 km op de teller :
Enkele foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar):
Na een heel smakelijke lunch in De Bourgondiër op de Grote Markt reden we verder naar Rijsbergen naar het natuurdomein Pannenhoef.
Pannenhoef is een natuurgebied van circa 706 ha gelegen tussen Zundert, Etten-Leur en Rijsbergen in de provincie Noord-Brabant en is eigendom van de Stichting Brabants Landschap.
Omdat moeder op haar eenennegentigste “grotere” wandelingen liefst een rollator meeneemt (ze heeft die niet echt nodig maar het geeft een veiliger gevoel) koos ik voor de oranje rolstoelwandeling van 2,75 km.
Het was een bijzonder mooie wandeling met een resem aan paddenstoelen langs de kant en heel mooie herfstkleuren.
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)
Ondertussen zijn we geïnstalleerd in onze “thuisbasis” voor deze week, een ruime bungalow in Landal Kaatsheuvel.
Nu de eerste werkdag achter de rug is lijkt het me een goed idee om even terug naar Valkenburg te gaan.
Bij ons laatste bezoek aan Valkenburg, in 2019, had ik al tal van replica’s van oude reclameschilderingen gezien.
Dit jaar zaten we aan de andere kant van Valkenburg en heb ik er andere gezien. Ik vind die dingen dus echt mooi, net zoals van die oude huizennamen uit de tijd toen er nog geen huisnummers waren.
Ik wil de buit van dit jaar graag met jullie delen (klik op een foto voor een groter exemplaar):
Vroeg uit de veren vandaag want we werden om 9u in Vorselaar verwacht voor de herdenkingsmis van ons vader die ondertussen al 8 jaar overleden is.
Om de tijd te vullen tussen de mis en het middagmaal trokken we de wandelschoenen aan om het Schupleerpad eens uit te proberen.
Dat pad is sinds 25 mei van dit jaar open voor het publiek en verbindt “de Schapenstal” in Vorselaar met kasteelhoeve “Den Herberg” in Grobbendonk.
De website van Natuurpunt leert ons dat dit pad door bijzonder waardevol en tot voor kort ontoegankelijk natuurgebied loopt. In de bossen en hooilanden schuilen reeën en bevers. In de onmiddellijke omgeving broeden kleine bonte specht, houtsnip, kleine karekiet, ijsvogel, wespendief, matkop, havik en grote gele kwikstaart.Om die kwetsbare soorten te beschermen, zijn honden niet toegelaten op dit wandelpad
Van al die vogels hebben we enkel het ijsvogeltje gezien (en ik heb het zelfs kunnen fotograferen zij het van ver). Reeën noch bevers hebben we gezien.
Het is wel een mooi wandeling maar niet voor iedereen geschikt. Sommige vlonderpaden zijn bijzonder smal en dat geldt ook voor enkele gewone paadjes. Vooral bij nat weer lijkt het me “een uitdaging”.
Hoewel duidelijk staat aangegeven dat het pad enkel voor voetgangers geopend is probeerden er toch enkele fietsers de doorsteek te kunnen maken. Helaas voor hen kwamen ze de boswachter tegen en werden ze gewoon teruggestuurd.
Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar:
Zo’n vakantie vliegt toch echt wel voorbij hè? Hoe komt dat toch.
Gisteren stond onze laatste fietstocht in Nederlands Limburg op het programma : van Hotel Mercure in Valkenburg terug naar Hotel Berg en Dal in Epen. En ook nu was het weer hopen dat onze bagage ons zou volgen (of beter nog : ons voor zou zijn).
Eigenlijk deden we dus de rit van dinsdag maar toen hebben we de rit van gisteren gedaan. Dat bleek achteraf gezien een goede beslissing.
Nu was onze rit dus ruim 15 km korter en met het vooruitzicht van een twee uur durende autorit was dat beter. Het was weer constant op en neer en we hebben vaak de hulp van Mijnheer Bosch kunnen gebruiken 😉
Op één of andere manier heb ik, in tegenstelling tot de vorige dagen, minder foto’s genomen. Niet dat het niet mooi was, in tegendeel, maar soms heb je zo van die dagen.
Wat we gezien hebben? Een bestelwagen die zonder kijken van zijn erf de weg op reed en mij (volgens Conny) op enkele centimeters na miste, een koffie met een keischattig ijsje, een vreemde spreuk met een verwijzing naar de Franse revolutie (denk ik toch) en veel mooie panorama’s.
Bij aankomst in Epen stond onze bagage al aan de receptie. Alles ingeladen, boodschappen gaan doen (dan moesten we dat thuis niet meer doen), nog een stukje Limburgse Vlaai met een koffie en de auto in.
Het aftellen naar de volgende vakantie kan beginnen. En misschien is die ook wel weer met Fietsrelax.nl. Het was alvast een prettige kennismaking met deze organisatie.
De knooppunten:
De rit:
De foto’s (klik op een foto voor een groter exemplaar):