Fietsen door de wijnranken

Voor onze vierde fietsdag gingen de fietsen weer op de auto. Deze keer wel voor een iets verdere verplaatsing dan gisteren.

Het vertrek van de tocht die ik had gevonden was immers in Bernkastel-Kues. Een stadje dat ons niet onbekend is aangezien we hier in september van 2019 al eens een wandelvakantie hadden doorgebracht.

Vanop de grote Moselparking fietsten we via het fietspad naast de Moezel richting Wittrich. Overal waar je hier kijkt zie je wijngaarden. Soms vraag je je wel af hoe sommige van die wijngaarden kunnen bereiken.

Het was wel drukker dan de afgelopen dagen maar misschien hadden de feestdagen er iets mee te maken. Gisteren was het hier in de streek immers Sacramentsdag en dat wordt gevierd op de tweede donderdag na Pinksteren. En in Luxemburg verjaart maandag de Groothertog dus daar hebben ze ook vakantie.

De terugweg was iets minder mooi vond ik. De maker van de route maakte soms rare kronkels (waaronder eentje op een paadje van ongeveer een meter breed dat steil omhoog ging en dat wij links hebben laten liggen). Soms moesten we ook op de “gewone weg” fietsen en dat is met de auto vaak geen pretje maar met de fiets bolde het helemaal niet.

Afin, na bijna 35 km stonden we terug in Bernkastel. Tijd om iets te gaan eten. Bernkastel was gezellig druk maar, zover we het ons herinneren, minder druk dan bij ons vorige bezoek.

Het historische centrum van Bernkastel telt vele vakwerkhuizen. Het renaissancestadhuis dateert uit 1608. Boven Bernkastel verheft zich de ruïne Burg Landshut, een voormalige zomerresidentie van de Trierse aartsbisschoppen. Op de plek van het kasteel bevond zich in de Romeinse tijd een versterking.

Aan de oever van de Moezel in Kues staat het laatgotische St. Nikolaus-Hospital, of Cusanusstift.

Toen we terug aan onze bungalow waren zat ons “waakhond” ons al op te wachten:

De fietstocht:

Enkele foto’s

Via de Moselradweg naar Luxemburg

Het is alweer onze derde fietsdag en omdat we al twee keer de Warsberg met de fiets hebben beklommen zouden we dat vandaag nog eens met de auto doen.

Het wordt hier immers elke dag warmer en het moet nog plezant blijven hè 😉.

De fietsen gingen op de auto deze ochtend en we verplaatsten ons naar Konz, een goeie twintig minuutjes rijden.

Konz ligt aan de monding van de Saar in de Moezel. Gisteren waren we daar met de fiets gepasseerd om dan de Moezel verder te volgen naar Trier. Vandaag gingen we de andere kant uit richting Grevenmacher. Onderweg zouden we in Wasserbillig de grens met Luxemburg oversteken.

De Moezel ontspringt bij de Col de Bussang in de Vogezen op 735 meter hoogte en mondt na 544 kilometer bij Koblenz uit in de Rijn. De naam ‘Moezel’ komt van het Latijnse Mosella, een verbastering van het Keltische Mosea. Mosella is een verkleinwoord van de deels parallel stromende rivier de Maas.

Tussen Schengen (vanaf het drielandenpunt) en de monding van de Sauer (Sûre) vormt de Moezel de Luxemburgs-Duitse grens. De rivier staat hier als condominium onder volledig gedeelde soevereiniteit. Tussen de monding van de Sauer en de stad Trier bevindt zich de monding van de Saar, de voornaamste zijrivier van de Moezel. Vanaf Trier legt de rivier een bochtig traject af, dat de scheiding vormt tussen twee middelgebergten: de Eifel op de linkeroever en de Hunsrück op de rechter.

Tussen Metz en Koblenz ligt de Moselradweg, een lange-afstandsfietsroute van 311 km lang doorheen de vallei van de Moezel.(Bron : Wikipedia)

En van die Moselradweg hebben wij vandaag dus een klein stukje van gedaan.

Onze tocht:

Enkele foto’s

Traben-Trarbach

Nog vóór we naar de Moezelstreek vertrokken zei Conny al dat we zeker een bezoekje moesten brengen aan Traben Trarbach. Zij was daar vroeger al eens geweest en had er mooie herinneringen aan.

Dit dubbelstadje was dan ook onze bestemming voor vandaag. Geen wandeling dus maar wel lekker kuieren door straatjes en steegjes. En vooral genieten van de vele Jugendstil-huizen die er staan. Trarbach is in de 19de eeuw (1857) volledig platgebrand en werd heropgebouwd in Jugendstil (het meeste door architect Bruno Möhring).

We hebben er ook het Mittel-Mosel-Museum bezocht dat gevestigd is in de Barockvilla Böcking. Het gebouw op zich is al de moeite waard en ook binnen is het heel mooi opgezet.

Even verder ligt het Haus der Ikonen. In dit huis kan je de werken van de Russische vluchteling Alexej Saweljew (1918-1996) bewonderen. Terwijl de oude ikonen (waarvan er ook altijd een deel in leen worden gegeven aan het museum) veelal donker zijn is hij teruggegaan naar het begin en maakte hij heel lichte ikonen. Echt wel mooi om te zien. We werden daar trouwens in perfect Nederlands ontvangen.

Even dachten we ook nog het Buddha museum te bezoeken maar daar hebben we vanaf gezien. Gelukkig maar bleek ’s avonds. Peter en Tin, onze Belgische “buren” waren vandaag naar ginder gefietst en hadden het museum wel bezocht. Het bleek geen voltreffer te zijn geweest. Wel veel beelden maar veel te veel tekst.

Morgen volgen we Napoleon in Kesten.

Bernkastel-Kues

Eindelijk is het aan ons. De “grote” vakantie is aangebroken. Nu ja, erg groot is hij niet maar na een weekje van doktersbezoeken (huisarts, endocrinoloog en oogarts die me allemaal goede punten hebben gegeven) en hard werken zijn we vanochtend vertrokken naar onze vakantiebestemming.

Deze keer zijn we naar onze Oosterburen getrokken, meer bepaald naar Bernkastel-Kues. Dit kleine stadje met zo’n 7.000 inwoners aan de oevers van de Moezel en omringd door wijngaarden is onze thuis voor de komende week.

Vandaag hebben we alvast vastgesteld dat vooral Bernkastel aan de Oostkant van de Moezel de toeristische trekpleister is.

Aan de overkant van de Moezel was er dan weer een FN-bijeenkomst. Enkele tientallen klassieke motors uit de tijd dat FN nog rollend materiaal maakte en niet enkele schietend materiaal.

Het was er in ieder geval aangenaam rondkuieren. Veel terrasjes waar liters en liters ijskreem werden verorberd. Wij hebben ons beperkt tot een Latte en een zwarte thee. Het leek wel alsof we een voorgevoel hadden en dat we ons moesten “sparen” voor ’s avonds.

Dat voorgevoel bleek trouwens terecht want het avondmaal was super lekker maar ook bijzonder veel.

Er waren blijkbaar maar twee koppels die gebruik maakten van de halfpension formule. Het andere koppel zijn ook Belgen. Sterker nog … het is mijn oude chef uit de tijd dat we nog ING Insurance waren. It’s a small world. Zij zijn hier echter om te fietsen, niet om te wandelen.