Drie dagen zijn zo voorbij en voor onze laatste dag kozen we voor het Nationaal Park De Hoge Veluwe en meer bepaald het Kröller-Müller museum.
De auto lieten we achter op de parking aan de ingang in Otterlo om daar één van de witte fietsen te nemen en naar het museum te fietsen.
Het museum is vernoemd naar Helene Kröller-Müller die een groot deel van de collectie bijeenbracht, daarbij geadviseerd door kunstpedagoog H.P. Bremmer. Het werd in 1939, enige jaren na de stichting van het Nationale Park, officieel geopend als rijksmuseum. Nadat het rijk had besloten het museum, net als alle andere rijksmusea, te verzelfstandigen en de naam Rijksmuseum Kröller-Müller verviel, werd de statutaire naam van het museum Stichting Kröller-Müller Museum.
Helene Kröller-Müller had sinds haar eerste aankoop in 1908 van het schilderij Hij komt van ver van Paul Gabriël, een schilderijverzameling opgebouwd, die in tegenstelling tot verzamelingen van haar tijdgenoten, moderne werken betrof.
Aanvankelijk werd haar kunstverzameling ondergebracht in een deel van het hoofdkantoor van de firma W.H. Müller & Co. aan het Lange Voorhout 3, totdat Kröller het pand ernaast, Lange Voorhout 1, speciaal in 1913 voor de verzameling had aangekocht. Kröller-Müller richtte speciale ruimten in voor de werken van Van Gogh, voor schilders uit het pointillisme, zoals Georges Seurat, Théo van Rysselberghe en Paul Signac, en een voor Odilon Redon. Werken van Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Juan Gris werden op de tweede etage tentoongesteld. Door nieuwe aankopen veranderde de opstelling regelmatig. Samen met Bremmer organiseerde zij tentoonstellingen die door het publiek mochten worden bezocht, tegen schriftelijke aanvraag van een bewijs van toegang. Bremmer schreef hierbij de catalogi, terwijl Kröller-Müller lezingen hield.
Uiteindelijk werd de collectie schilderijen en beelden ondergebracht in het nieuwe, nog steeds bedoeld als overgangsmuseum, Rijksmuseum Kröller-Müller op het landgoed ‘De Hooge Veluwe’ in Otterlo. Het gebouw werd ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde. Minister Slotemaker de Bruine opende het museum op 13 juli 1938. De eerste directeur van het museum was van 1938 tot 1939 Helene Kröller-Müller. (Bron: Wikipedia)
Het is wel jammer dat je zowel voor het museum als voor het park apart tickets moet kopen. Combi-tickets zijn niet mogelijk. Als je enkel voor het museum gaat dan wordt het wel redelijk duur, vooral op een miezerige dag als vandaag die niet uitnodigt om verder in het park te fietsen of te wandelen.





















































































































































































