Onze vakantieweek kabbelt rustig verder.
Gisteren, na de wissel van zomerbanden naar winterbanden, zijn we verder gereden naar Hasselt, de stad waar ik, toen de dieren nog konden spreken, de beste twee schooljaren uit mijn carrière heb gekend.
Maar van die stad herken ik eerlijk gezegd nog weinig. Vooral de Elfde Liniestraat waar zowel mijn school als mijn studentenhuis was gevestigd is aanzienlijk veranderd. En blijkbaar gaat ze nog meer veranderen naar een autovrije boulevard.
Hasselt is wel altijd leuk om door te wandelen. En hier en daar herken ik toch nog altijd iets. De Witte Non waar ik de Witte van Hoegaarden leerde kennen. De muur van het begijnhof waar tientallen schachten op hun knietjes zaten om een bloem-mayonnaise-ketchup douche te krijgen. Het café waar ik met schoenen vol ketchup moest 20 frank moest bijeen gaan bedelen. Afin, dus altijd goed voor een bezoekje. Wij kozen voor de stadswandeling die je kan doen door de koperen klinknagels met een eikel erop te volgen. Probeer wel de ondergrondse parking van het Dusartplein te vermijden. Die is immers vreselijk duur.










En vandaag hebben we geprofiteerd van het aangenaam weer om de fietsen nog eens van stal te halen. Nu het nog kan moeten we ervan profiteren. Ik had een fietstocht gevonden “Tussen reeën en koeien in den Boshoek”, een tocht van bijna 36 km. Die vertrok in Hove maar ik zag dat hij ook in Lier aan het C.C. De Mol passeerde. Het leek me dan ook beter om daar te vertrekken.
Het was een mooie en rustige fietstocht en het weer was zalig.
De fietsknooppunten (vertrek aan de Brug aan C.C. De Mol in Lier): 5 – 31 – 27 – 13 – 52 – 12 – 63 – 61 – 82 – 87 – 91 – 88 – 88 – 89 – 5

Als wil vertrekken vanuit Hove dan vertrek je aan knooppunt 62 (Parklaan Hove) en fiets je naar knooppunt 12. Eenmaal je terug aan knooppunt 12 bent ga je dan terug naar knooppunt 62.

















