Varen op de Saar

Wat doe je op een tropische dag als vandaag die bovendien de laatste dag in Saarburg is? Fietsen of wandelen is geen optie. Maar bootjevaren wel.

Wij dus (met de auto) de Warsberg afgedaald en naar de Alte Stadt gewandeld om een tochtje op de Saar te gaan doen.

De Saar is 246km lang en begint in de Vogezen. De eerste 126 km stroomt ze door Frankrijk, de volgende 120 km door Duitsland.

De rivier stroomt door de Elzas, door Lotharingen en door Saarland, de Duitse deelstaat die naar de rivier is genoemd. Hier bevinden zich belangrijke industriesteden (kolen, ijzer en staal), die hebben geprofiteerd van hun ligging aan de rivier, waarlangs de producten konden worden afgevoerd. Saarbrücken is van deze steden de belangrijkste.

De Saar scheidt stroomafwaarts van Saarland de Saargau op de linkeroever van de Hunsrück op de rechteroever. De benedenloop maakt deel uit van een belangrijk wijngebied: de Mosel.

De monding in de Moezel bevindt zich bij Konz, westelijk van Trier, in de deelstaat Rijnland-Palts. (bron: Wikipedia)

Het verfrissende windje aan boord deed deugd. En je hebt ook ineens een ander zicht op de streek.

Na afloop ging het terug met de auto de Warsberg op. Twee keer met de fiets deze week was genoeg. Al hebben we vandaag ook geleerd dat je fietsen ook kan meenemen met de stoeltjeslift. Jammer dat we dat nu pas te weten gekomen zijn. Alhoewel, je krijgt mij voor geen geld in zo’n stoeltjeslift dus veel hadden we aan de kennis niet gehad 😉.

Fietsen door de wijnranken

Voor onze vierde fietsdag gingen de fietsen weer op de auto. Deze keer wel voor een iets verdere verplaatsing dan gisteren.

Het vertrek van de tocht die ik had gevonden was immers in Bernkastel-Kues. Een stadje dat ons niet onbekend is aangezien we hier in september van 2019 al eens een wandelvakantie hadden doorgebracht.

Vanop de grote Moselparking fietsten we via het fietspad naast de Moezel richting Wittrich. Overal waar je hier kijkt zie je wijngaarden. Soms vraag je je wel af hoe sommige van die wijngaarden kunnen bereiken.

Het was wel drukker dan de afgelopen dagen maar misschien hadden de feestdagen er iets mee te maken. Gisteren was het hier in de streek immers Sacramentsdag en dat wordt gevierd op de tweede donderdag na Pinksteren. En in Luxemburg verjaart maandag de Groothertog dus daar hebben ze ook vakantie.

De terugweg was iets minder mooi vond ik. De maker van de route maakte soms rare kronkels (waaronder eentje op een paadje van ongeveer een meter breed dat steil omhoog ging en dat wij links hebben laten liggen). Soms moesten we ook op de “gewone weg” fietsen en dat is met de auto vaak geen pretje maar met de fiets bolde het helemaal niet.

Afin, na bijna 35 km stonden we terug in Bernkastel. Tijd om iets te gaan eten. Bernkastel was gezellig druk maar, zover we het ons herinneren, minder druk dan bij ons vorige bezoek.

Het historische centrum van Bernkastel telt vele vakwerkhuizen. Het renaissancestadhuis dateert uit 1608. Boven Bernkastel verheft zich de ruïne Burg Landshut, een voormalige zomerresidentie van de Trierse aartsbisschoppen. Op de plek van het kasteel bevond zich in de Romeinse tijd een versterking.

Aan de oever van de Moezel in Kues staat het laatgotische St. Nikolaus-Hospital, of Cusanusstift.

Toen we terug aan onze bungalow waren zat ons “waakhond” ons al op te wachten:

De fietstocht:

Enkele foto’s

Via de Moselradweg naar Luxemburg

Het is alweer onze derde fietsdag en omdat we al twee keer de Warsberg met de fiets hebben beklommen zouden we dat vandaag nog eens met de auto doen.

Het wordt hier immers elke dag warmer en het moet nog plezant blijven hè 😉.

De fietsen gingen op de auto deze ochtend en we verplaatsten ons naar Konz, een goeie twintig minuutjes rijden.

Konz ligt aan de monding van de Saar in de Moezel. Gisteren waren we daar met de fiets gepasseerd om dan de Moezel verder te volgen naar Trier. Vandaag gingen we de andere kant uit richting Grevenmacher. Onderweg zouden we in Wasserbillig de grens met Luxemburg oversteken.

De Moezel ontspringt bij de Col de Bussang in de Vogezen op 735 meter hoogte en mondt na 544 kilometer bij Koblenz uit in de Rijn. De naam ‘Moezel’ komt van het Latijnse Mosella, een verbastering van het Keltische Mosea. Mosella is een verkleinwoord van de deels parallel stromende rivier de Maas.

Tussen Schengen (vanaf het drielandenpunt) en de monding van de Sauer (Sûre) vormt de Moezel de Luxemburgs-Duitse grens. De rivier staat hier als condominium onder volledig gedeelde soevereiniteit. Tussen de monding van de Sauer en de stad Trier bevindt zich de monding van de Saar, de voornaamste zijrivier van de Moezel. Vanaf Trier legt de rivier een bochtig traject af, dat de scheiding vormt tussen twee middelgebergten: de Eifel op de linkeroever en de Hunsrück op de rechter.

Tussen Metz en Koblenz ligt de Moselradweg, een lange-afstandsfietsroute van 311 km lang doorheen de vallei van de Moezel.(Bron : Wikipedia)

En van die Moselradweg hebben wij vandaag dus een klein stukje van gedaan.

Onze tocht:

Enkele foto’s

Met de fiets van Saarburg naar Trier

Ook voor onze tweede dag zijn we via de “achterdeur” van het park vertrokken al bleek het wel een andere route te zijn dan gisteren.

Al snel zaten we op het fietspad naast de Saar en dat volgden we tot Konz om daar over te stappen op het fietspad naast de Moezel richting onze bestemming voor vandaag : de oudste stad van Duitsland.

Trier is, samen met Worms, immers de oudste stad van Duitsland en ook het oudste bisdom ten noorden van de Alpen.

De opdracht tot de bouw van de stad werd gegeven door de Romeinse keizer Augustus in 16 v.Chr. De stad heette oorspronkelijk Augusta Treverorum en was bedoeld als hoofdstad van de Romeinse provincie Belgica Prima. Een historisch monument in de stad is de 2e-eeuwse Porta Nigra, de best bewaarde Romeinse stadspoort ten noorden van de Alpen.

In het dal van de Moezel bestonden al in 3000 v.Chr. menselijke nederzettingen, waarmee Trier een van de oudste steden ten noorden van de Alpen genoemd kan worden.

Van 27 v.Chr. tot 14 n.Chr. was Augustus keizer van het Romeinse Rijk. Omstreeks 16 v.Chr. werd door de Romeinen in de buurt van het Keltische stamheiligdom Treviren de nederzetting Augusta Treverorum gesticht, dat een belangrijk centrum werd in de provincie Germania superior. Aan het eind van de derde eeuw verhief keizer Diocletianus de stad, die inmiddels Treveris werd genoemd, tot Romeinse keizerlijke residentie. De stad werd een van de voornaamste steden van het West-Romeinse Rijk en kreeg de bijnaam “Roma Secunda”, het tweede Rome. Eveneens aan het eind van de derde eeuw ontwikkelde zich hier een centrum van het vroege christendom.

In de 5e eeuw werd Trier door de Franken veroverd. In 870 komt het bij het Oost-Frankisch-Duitse Rijk. In 958 werd met het plaatsen van het marktkruis de huidige Hauptmarkt het centrum van de middeleeuwse stad.

In de 14e eeuw werden de Trierse aartsbisschoppen ook keurvorst. Trier werd de hoofdstad van het keurvorstendom, ook Keur-Trier genoemd, tot ca. 1800. Onder het aartsbisschoppelijk gezag beleefde de stad een belangrijke bloeiperiode tot de Reformatie en de oorlogen tegen Frankrijk in de 17de eeuw haar belang deed afnemen.

Trier kwam korte tijd in Franse handen, maar in 1815 kwam het bij Pruisen. Er volgde opnieuw een bloeiperiode, die aanhield tot de Franse bezetting (1918–1930).

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, in 1944, werd de stad zeer zwaar beschadigd. Na de oorlog werd de schade hersteld en hernam Trier zijn plaats als belangrijk regionaal centrum. Dankzij de vele historische en culturele bezienswaardigheden werd het ook een toeristische trekpleister. (Bron: Wikipedia)

Na onze 5km lange stadswandeling was het even moeilijk om in volle avondspits het fietspad langs de Moezel terug te bereiken maar eens we dat hadden gevonden ging het vlot terug naar Saarburg. Nog even gestopt bij de Lidl aan de voet van de Warsberg om dan met twee fietstassen vol boodschappen de 12 haarspeldbochten te overwinnen.

Dat ging enigszins moeizamer dan gisteren maar we hadden dan ook  wandelkilometers en fietskilometers in de benen. Bovendien was het 5°C warmer. Maar dankzij de Turbo van Bosch lukte het toch vrij vlot.

De fietstochtjes

Enkele foto’s:

Van Saarburg naar Hamm (en terug)

Vandaag was onze eerste echte dag in Rijnland-Palts.

Om rustig te beginnen had ik een fietstochtje gekozen dat ik had gevonden op RouteYou. Deze tocht ging als het ware doorheen ons bungalowpark. Voordeel was dat we langs de “achterkant” konden vertrekken en dus niet die 12 haarspeldbochten naar beneden moesten doen.

Het vertrek ging via Ayl naar de Saar. Daar namen volgden we het jaagpad tot Saarburg waar we via de brug naar de overkant van de Saar fietsten om verder het jaagpad te volgen richting Serrig.

Aan de stuwdam staken we de Saar opnieuw over om even een ommetje te maken via Hamm (waar de maker van de tocht was gestart). Dan ging het verder naast de Saar tot Saarburg.

Toen was het hoogtijd voor een drankpauze. We namen van de gelegenheid gebruik om Saarburg even te bekijken en vooral om de trekpleister van het stadje te bezoeken : de waterval van Saarburg.

In de dertiende eeuw werd de Leuk verlegd op bevel van de Keurvorst waardoor er het water in verschillende trappen ruim 20 meter naar beneden stort. Deze waterval werd benut om verschillende watermolens aan te drijven (koren- en oliemolens).

In 1898 werd er ook nog een dynamo ingebouwd die elektriciteit leverde voor 20 gloeilampen, de eerste voorziening voor elektrische straatverlichting in Saarburg.

Het is toch wel een indrukwekkend spektakel, zo’n waterval in het midden van het stadje.

Verder was het er gezellig druk maar we denken dat het er in de zomer gewoon veel te druk zal zijn.

Om onze fietstocht af te sluiten beklommen we de Warsberg met zijn 12 haarspeldbochten. In elke bocht staat er trouwens een bordje met een groet in een andere taal. De uitzichten zijn spectaculair en met de fiets in de kleinste versnelling en de motor op “turbo” ging die beklimming bijzonder vlot 😉.

De tocht:

Enkele foto’s :

Vakantie

We zijn half juni en dat is, als ik mijn herinneringen op Facebook mag geloven, zo de tijd dat we op vakantie gaan.

Deze keer hebben we gekozen voor Duitsland en meer bepaald voor Rijnland-Palts.

In de voormiddag vertrokken en op ons gemakske naar Saarburg gereden.

De naam Saarburg duikt voor het eerst op rond 964. Toen liet graaf Siegfried von Luxemburg, de stichter van Luxemburg-stad, een burcht oprichten. In de loop der tijd werd de burcht de residentie van de aartsbisschoppen van Trier. De burcht wist talloze vijandelijkheden te trotseren.

Saarburg is een belangrijk wijndorp in de wijnstreek Mosel. De ligging aan de bergen rondom de Saar maakt de omgeving geschikt voor wijnbouw. Vanwege de hellingsgraad van de bergen groeien de druiven hier goed. De regio Saarburg is bekend om haar witte wijnen. De opvolging van de wijnboeren verloopt niet zonder problemen zodat de voortzetting van de wijnbouw in gevaar is. Beroemd is het Weinfest dat elk jaar in het eerste weekend van september in Saarburg wordt georganiseerd en waar men regionale wijnen kan proeven. (bron: Wikipedia)

Ons vakantiepark ligt op de Warsberg, vanaf het centrum is dat ruim 4km klimmen aan 10% met 12 haarspeldbochten. We zijn nog niet zeker of we dat wel met de fiets willen of kunnen (zowel naar omhoog als naar omlaag).

Ze hebben hier wel lekker eten en ook zeker de goeie Cola, zo van die drieëndertigers!

Oefenen

Alweer een verlengd weekend achter de rug en deze keer hebben we een beetje geoefend voor onze “grote” vakantie die volgende vrijdag gaat beginnen.

Zaterdag hebben we nog wel een beetje in de tuin gewerkt. Maar gisteren zijn we op toeristische uitstap geweest naar Mechelen.

Eerst naar de Minderbroedersgang waar we ingeschreven waren voor “Het Kunstuur” van 12u20. Ik denk dat het onze vierde keer was en ja hoor, ook deze keer was het weer heel boeiend. Vooral de vaak heel persoonlijke verhalen die sommige mensen, zowel bekende als onbekende, vertellen zijn soms ontroerend. Op een uurtje krijg je 29 schilderijen te zien en Fien Sabbe is de gids onderweg.

Een hapje eten gingen we doen in de Vleeshallen. Onderweg ben ik, voor de eerste keer in mijn leven, eens binnengestapt in de Sint-Romboutskathedraal.

En vandaag hebben we onze laatste fietstraining vóór onze vakantie afgewerkt. We reden via de beide Wavers en Duffel naar Lier om dan terug via Waver naar Peulis te rijden. Er stond bijwijlen bijzonder veel wind maar dan ga je gewoon even van “Tour” naar “Sport” hè?

Enkele foto’s:

Extra verlengd Weekend – deel 2

Op donderdag begon dan het “echte” verlengde weekend.

Op Hemelvaartsdag zelf fietsten we naar Hofstade. Daar was immers een grote Rommelmarkt waar wel 25 straten aan deelnamen. Jammer genoeg waren het geen 25 aaneensluitende straten zoals dat op 15 augustus in Boortmeerbeek wel is.

Hier had je een straat met misschien 1 deelnemer, dan weer een straat met een tiental deelnemers om in de volgende straat niemand te zien. Zonder plannetje is het moeilijk om alles te vinden.

Vrijdag was een tuinwerkdag. Zo’n dag waar je meer dan 20.000 stappen doet maar niet van “het erf” komt.

Zaterdag was het te warm om iets te doen.

En gisteren hebben we de fietsen op de auto gezet om daarna vanuit Werchter een fietstochtje te maken door de “achtertuinen van Leuven”.

Dat is een fietstocht die eigenlijk in Heverlee vertrekt maar aangezien hij ook knooppunt 72 in Werchter passeerde, vond ik het eenvoudiger om daar te starten. Sommige stukken kenden we al maar vooral het gedeelte Heverlee, Abdij van Park en het Kasteel van Arenberg was mooi om te ontdekken.

De knooppunten:

De Tocht:

Enkele foto’s

Nete & Dijle

Na enkele weekenddagen werken in de tuin was er vandaag nog eens tijd om de fietsen van stal te halen.

We kozen voor een knooppuntentocht die ons naar Lier zou brengen om van daar dan via de Nete naar het Zennegat te fietsen en dan verder via de Dijle naar Mechelen.

In Lier maakten we een eerste tussenstop bij Café René op het Zimmerplein. Herr Flick of Von Smalhausen hebben we er niet gezien 😉.

In Duffel was het behoorlijk druk op het jaagpad want daar was de jaarlijkse vlottentocht van de scouts bezig. Toen wij passeerden stonden ze nog allemaal op het jaagpad en we zijn maar niet blijven wachten tot ze te water werden gelaten.

Aan de samenkomst van Nete en Dijle kozen we deze keer niet voor de fietsbrug richting Zennegat maar bleven we op de andere oever. Deze kant hadden we nog niet gezien. Het was er in ieder geval veel rustiger fietsen. En bovendien kregen we nog wat spektakel op de “Grote Vijver”.

In plaats van de knooppunten te volgen door het centrum van Mechelen kozen we aan het Rode Kruisplein voor de vesten richting Nekker. Die zijn sinds de herinrichting van de Vesten best aangenaam om te fietsen.

Met nog enkele kilometers te gaan nog een laatste drankpauze in de Zomerbar aan het Kasteel van Zellaer.

We zijn geëindigd met 50 km op de teller.

De knooppunten: 1 – 37 – 36 – 35 – 49 – 48 – 40 – 5 – 31 – 66 – 56 – 55 – 51 – 96 – 57 – 99 – 44 – 1

Enkele sfeerbeelden

Erfgoeddag 2025

Afgelopen weekend zowel op zaterdag als op zondag naar Mechelen geweest.

Zaterdag was het om, eindelijk, een gesigneerd stripalbum van Charel Cambré te bemachtigen. Conny had gezien dat hij naar de Standaard Boekhandel kwam om zijn nieuwste album te signeren. Wij dus naar de IJzerleen in Mechelen. Een halfuurtje aanschuiven en naar huis gaan met een toch wel heel gepersonaliseerd album. Maar ja, hoe vaak gaat die man een tekening kunnen maken voor een naamgenoot?

Ook op zondag trokken we naar Mechelen maar dan voor de Erfgoeddag 2025.

In het Stadsarchief stelden ze een selectie van de ruim 20.000 affiches die ze daar bewaren ten toon. Ik ben een grote fan van oude affiches dus daar moesten we zeker naartoe. Ze hebben me niet teleurgesteld. Wat wel opviel waren de sponsors van de sportevenementen : Groene Michel, Rode Michel, Belga, Tigra …

Naar huis rijden deden we via Depot Rato aan de Leuvensesteenweg. Daar wonen de Mechelse Reuzen samen met het Mechelse Ros Beiaard. Defamilie verhuisde recent naar Muizen in een grotere woonst. Iedereen in de familie was al generaties lang beroemd om hun unieke talenten. Ze stonden niet alleen bekend om hun grootte, maar ook om de grote dingen die ze deden. Grootvader Reus was ooit de kampioen van het sjoelbakken, Vader Reus had een gave voor hoefijzerwerpen. Moeder Reus had een elegant talent: ze was een meester in kegelen. Klaaske, de oudste zoon, had een passie voor petanque. Mieke was steltloper, op hoog niveau. Janneke, de allerkleinste was dol op ganzenbord.