Historisch Lier

De moeder van Conny werd afgelopen week 80 en dat verdiende wel iets meer dan de traditionele taart.

Daarom werd gisteren een dagje uit georganiseerd.

De dag begon in het pittoreske Gestel waar we konden genieten van een uitgebreid en lekker ontbijt in De Klappeistaak. Die naam verwijst naar het monument dat op het plein voor het koffiehuis staat. Voor de oudere generatie staat dit bekend als “De Klappeistaak”. Waarbij “klappei” babbelkous of kletskous betekent. Het woord “staak” bestaat eigenlijk niet maar vermoedelijk is dat afgeleid van “kaak” wat dan weer een oud woord is voor schandpaal.

Na een bezoekje aan het kerkje ging de uitstap verder naar Lier. Daar stond een historische  wandeling op het programma.  Deze wandeling vertrok aan het Stadhuis en bracht ons verder naar de Gevangenepoort, het Godshuis, het Begijnhof, het Zimmerplein met zijn bekende toren (waar we niet binnen zijn geweest en werd afgesloten aan de Vismarkt.

De bijzonder enthousiast gids wist ons te boeien met verhalen over het Vleeshuis dat zijn huidige middeleeuwse look pas gekregen heeft na de eerste Wereldoorlog , over Anneke Faes, een veertienjarig meisje uit Nijlen dat 8 maanden heeft opgesloten gezeten in de Gevangenepoort, over de Lierse Kant die je kan bewonderen in de kapel van het Godshuis en over Zuster Agnès, niet het restaurant maar wel het laatste Begijntje dat tot halfweg de jaren ’80 van de 20ste eeuw in het Begijnhof heeft gewoond.

Ook het huwelijk tussen Filips de Schone en Joanna van Castilië (waanzinnige Joanna), de ouders van de latere Keizer Karel V kwam ter sprake en uiteraard ook de legende van de Schapenkoppen, de bijnaam van de Lierenaars.

Volgens de legende is de naam schapenkoppen ontstaan in de 14de eeuw. Hertog Jan II, Hertog van Brabant en Limburg, wilde de Lierenaars bedanken voor hun bijdrage aan de strijd tegen de Mechelaars. Ze mochten kiezen uit twee beloningen voor de stad: een universiteit of een veemarkt.

De Lierenaars kozen voor het stapelrecht op vee. Een keuze die Lier geen windeieren legde, omdat er per regio maar één stad zo’n recht werd toegestaan. Prompt verhuisde de veemarkt die tot dan in Wespelaar was gevestigd op bevel van de Hertog naar Lier. Hertog Jan II zou daarbij al zuchtend gezegd hebben: “O, die schapenkoppen”.

De universiteit, de beloning die Lier links liet liggen, ging uiteindelijk naar Leuven. Hiermee kreeg Leuven in 1425 de eerste universiteit in de Lage Landen.

Een bezoekje aan Lier met een stadgids ? Ik kan het iedereen aanraden.

Rivierenhof

Het weekend werd vrijdagavond ingezet met Belpop Bonanza Superstar in CC De Zwanenberg. In deze voorstelling van bijna 2 uur wisten Jan Delvaux ons (alweer) te boeien met anekdotes en verhalen.

Zaterdag werd er zoals gewoonlijk flink in de tuin gewerkt om dan ’s avonds naar een fuif te gaan van een collega van Conny die, net als ik later dit jaar, overstappen op tram 6.

Vandaag ging het er iets rustiger aan toe.

Carine, ex-collega, ex-roparunner en al jaren vriendin, organiseerde met Fotoklub 72 hun jaarlijkse Foto- en Digisalon in het Districtshuis van Deurne. En laat dat Districtshuis nu net aan de ingang van het Rivierenhof liggen. Dan combineer je toch die twee zeker?

Het Rivierenhof is met zijn 132 ha het grootste park van de stad Antwerpen.

De naam die ooit “’t Goed ter Rivieren” was, verwijst naar de aanwezigheid van de door het park meanderende rivier de Grote Schijn (dikwijls “het Groot Schijn” genoemd) en de vijvers die daardoor zijn ontstaan, alsmede naar de nabijgelegen Herentalse Vaart.[1] Het domein werd in de 16e eeuw aangelegd als buitenverblijf. Van 1618 tot 1773 was het eigendom van de jezuïeten. Op het domein bevindt zich nog een gedenksteen hieraan uit 1735: de “jezuïetensteen”. Dit is een brokstuk van de vroegere Ignatiuskerk in Antwerpen (nu de St.-Carolus Borromeuskerk), die in 1718 door een bliksem werd getroffen en afbrandde. In 1773 werd de jezuïetenorde opgeheven.

In 1776 werd het domein openbaar verkocht en kwam het in handen van de bankier Jan Baptist Cogels die het oude kasteel van de Jezuïeten liet afbreken en vervangen door een toen modern kasteel. Twee jaar later, in 1778, kocht hij ook het kasteel Sterckshof, dat naast het domein lag. Nadien ging het domein over naar de zoon Albert Cogels en vervolgens naar diens zoon Georges Cogels. In 1889 werd het domein openbaar verkocht en toegewezen aan Louisa Bosschaert – Cogels.

In 1921 werd het domein onder impuls van provinciegriffier J. Schobbens gekocht door de Provincie Antwerpen, die het vanaf 1923 openstelde voor publiek. (Bron Wikipedia)

Het werd een mooie wandeling en ook de foto’s van de tentoonstelling mochten worden gezien. Al waren sommige foto’s naar mijn smaak net iets teveel bewerkt. Bijlichten, bijkleuren, bijsnijden … dat is geen probleem. Maar knippen en plakken en spiegelen en zo … dat hoeft voor mij niet.

Park Vordenstein

De voorspellingen gaven aan dat het pas in de namiddag zou beginnen regenen. Daarom zijn we deze voormiddag naar Schoten gereden om te gaan wandelen. Enkele van moeders kaartvriendinnen hadden haar dat aangeraden en dan doen we dat hè.

We zouden de rode wandeling doen in het Vordensteinpark. 3,5 km kan moeder best nog wel af. Het bleken er achteraf zelfs 4,25 km te zijn.

Vordensteyn ontstond in de 14de eeuw na het samensmelten van twee leenhoven, het Hof van der Katen en het Hof van de Werve, respectievelijk afhangend van de heren van Schoten en de heerlijkheid van Villers. In 1552 was er voor de eerste maal sprake van een stenen huis. Het kasteel veranderde in de loop der tijden verscheidene malen van uitzicht en werd uiteindelijk in 1946 gesloopt. Het omringende park, de bijgebouwen en enkele vazen van de vroegere parterres zijn bewaard gebleven. Het bosgedeelte werd ontworpen in Franse barokstijl met rechte dreven en assen. Later werd een gedeelte heringericht volgens de Engelse landschapsstijl met afwisselend open grasvelden, vijvers en boomgroepen.

In het park bevindt zich ook de oranjerie, gebouwd rond 1800 in een neoclassicistische stijl. Deze oranjerie en de omringende tuinen hebben nu een educatieve functie waar de vzw Tuinpunt regelmatig tentoonstellingen, workshops en andere evenementen organiseert. De oranjerie is geklasseerd als beschermd erfgoed. (Bron : Wikipedia)

Bij nazicht bleek trouwens dat we daar ruim 3 jaar geleden ook al waren geweest.

Plattegrond van het park:

Foto’s van het park :

De Averegten

Het was weer een drukke week. Ook al omdat ik woensdagavond met mijn moeder naar CC ’t Schaliken in Herentals ben gegaan voor een concert van The Very Big Band met gast Jef Neve. Dat was eigenlijk een last minute beslissing want ik wist pas vorige week af van dit concert. Ik had eerlijk gezegd geen idee wat we mochten verwachten maar ik hou wel van big band muziek. Het gebeurt wel dat mijn thuiswerkdag wordt opgevrolijkt door Glenn Miller, Duke Ellington, Benny Goodman en anderen.

Ook zaterdag stond er muziek op het programma. Na een dagje hard werken in de tuin in Peulis trokken Conny en ik naar Vorselaar voor het jaarorkest van de Koninklijke Harmonie Verbroedering. 70 muzikanten op een podium met een energieke dirigent, dat stelt zelden teleur. Ook deze keer weer niet maar het duurde wel lang. Het was net middernacht gepasseerd toen we terug in Peulis waren.

Vandaag hebben we dan een bezoekje gebracht aan Provinciaal Domein De Averegten in Hallaar. Een geweldig park om te joggen maar wandelen kan natuurlijk ook. We hadden gehoopt om er lammetjes te zien maar die waren er nog niet. Er waren wel enkele piepjonge geitjes en die waren zeker even snoezig.

De Jutse Plassen

Na een zaterdag werken in de tuin was er op zondag tijd voor wat ontspanning (al is werken in de tuin op zich ook wel een vorm van ontspanning).

We namen de fiets om van Peulis naar de Jutse Plassen te fietsen.

De Jutse Plassen zijn een kunstmatig aangelegd waterbekken en retentiegebied in de Lierse deelgemeente Koningshooikt, via watergangen en sluizen aangesloten op de nabijgelegen Itterbeek. Het gebied is gelegen op de grens met de gemeente Putte, en beschermt de omliggende gemeenten tegen wateroverlast bij overvloedige regen.

Het is een provinciaal overstromingsgebied van ruim 11 hectare 30 are (113.000 m2) groot, dat 100.000 kubieke meter water kan opvangen. Het bestaat uit twee grote plassen en enkele kleinere amfibiepoelen. Ook een bos van 2,7 hectare behoort tot het overstromingsgebied. Dit loopt enkel uitzonderlijk onder water. Het gebied is afgezoomd met aarden dijkjes, en een wandelpad van 1,6 km. Het pad, met enkele rustbanken, is toegankelijk vanuit de Putsesteenweg, en sluit aan bij een ruimer netwerk van wandelpaden in de streek. In opdracht van het Regionaal Landschap Rivierenland werd op 17 juni 2023 een vogelkijkhut opengesteld.

De naam “Jutse Plassen” is afgeleid van “Jut”, een verkorte vorm van “Koningsjut”, de volkse benaming van Koningshooikt.

Arboretum Kalmthout

Na een wandelloos weekend vanwege werken in de tuin en familiale verplichtingen was er vandaag ruimte voor een uitstapje met moeder.

Het is altijd moeilijk om een bestemming te kiezen waar we een korte wandeling kunnen maken en we ook smakelijk kunnen eten.

Toen ik gisteren iets zag passeren in de krant over het Arboretum in Kalmthout waar niet alleen de kerselaars in bloei staan maar waar ook vele magnolia’s vroeger dan normaal beginnen open te komen, was de keuze rap gemaakt.

En wanneer we in Kalmthout zijn (we gaan toch wel een paar keer per jaar naar ginder) dan gaan we altijd eten in de Heihoeve, de buren van Hotel Jerom aan de ingang van de Kalmthoutse Heide.

Op de terugweg een ommetje via het IJssloeberke in Tielen en meer moet dat niet zijn.

De afgelopen week heb ik trouwens ook een bijzondere gast gehad in de boom waar ik op uitkijk tijdens het thuiswerk. In deze tijd is het er een drukte van jewelste met vogels die er een nest bouwen. Maar deze knaap kwam gewoon even langs.