Het eerste weekend van de vervelendste week van het jaar is een feit: Kerstmis.
Hoewel het op Kerstmis mijn verjaardag is (of misschien juist omdat het mijn verjaardag is?) ben ik geen fan van deze tijd van het jaar al valt de Kersttweedaagse nog het beste mee.
In mijn geval betekent dat de avond voor Kerstmis eten bij de schoonfamilie en op Kerstdag bij de familie. Dit jaar had ik voor de gelegenheid nog eens een koud buffet gemaakt.
Afin, we hebben de dagen overleefd en dat hebben we op Boxing Day gevierd met een bijzonder mooie maar wel heel pittige en glibberige wandeling in Holsbeek, meer bepaald in Sint-Pieters-Rode. De wandeling die we gekozen hadden was immers de Horstwandeling die, zoals de naam doet vermoeden, vertrekt aan het Kasteel van Horst.
De Heren van Horst woonden hier al in de 13e eeuw, de karakteristieke vierkante donjon dateert uit de 15e eeuw. In de 17e eeuw liet de adellijke bewoonster, Maria-Anna van den Tympel, twee vleugels aanbouwen rond de binnenkoer en voerde belangrijke verfraaiingswerken uit. Zij liet ook het wagenhuis bouwen, waar nu het bezoekerscentrum met erfgoedwinkel en een gezellig streekgasthof gevestigd zijn.
Het kasteel, met zijn grote vijver annex slotgracht, is ook de thuishaven van stripfiguur De Rode Ridder van Willy Vandersteen.
Zo net voor de feestdagen leek het ons een goed idee om nog eens een frisse neus te halen. De boodschappen hadden we gisteren al gehaald en morgen gaan we koken voor overmorgen dus bleef er enkel nog vandaag over.
We kozen voor de Dijlepadwandeling of voor de Dijlevalleiwandeling, ik heb dezelfde wandeling onder die 2 namen teruggevonden.
De wandeling vertrekt eigenlijk aan het bruggetje van Hollaken in Rijmenam maar daar raak je de auto niet kwijt. Wij zijn dus verder gereden richting Haacht en hebben de auto achtergelaten aan de kerk van Sint Adriaan waar er wel ruime parking is (en waar je onmiddellijk op de route zit).
De wandeling gaat dan richting Boortmeerbeek waar je door Ronsdonk en het Boortmeerbeeks Broek wandelt. Zo bereik je dan het jaagpad langs de Dijle in Rijmenam om zo terug naar Sint Adriaan in Haacht te wandelen.
Een frisse neus hebben we zeker gehaald, daarvoor was er ruim voldoende wind. Maar we zijn wel droog gebleven.
Zeker wanneer het maar tot donderdag duurt. Meestal blijven we tot vrijdag maar omdat we tickets hadden voor de try-out van het nieuwe theaterprogramma van Jasper Steverlinck zijn we deze keer maar 4 dagen weggeweest.
Het was de bedoeling om op die laatste dag, op weg naar huis, een tussenstop te maken in ’s Hertogenbosch. Dat is sowieso een gezellige stad om te vertoeven maar er loopt tegenwoordig ook een tentoonstelling omtrent de familie Breughel.
Dat plan hebben we woensdagavond echter laten varen want het eerst mogelijke tijdslot was om 13u15. Dat had gekund maar dan zou het weer stressen worden om ’s avonds naar Jasper te kunnen gaan.
Als alternatief kozen we dan maar voor Radio Kootwijk dat vlakbij Hoenderloo ligt.
Radio Kootwijk is een voormalig zenderpark op de Veluwe, ten westen van de plaats Apeldoorn, dat in de eerste helft van de 20ste eeuw een belangrijke communicatieverbinding vormde tussen Nederland en zijn toenmalige koloniën, met name Nederlands-Indië. Het werd gebouwd vanaf 1918. Ook werden er voor werknemers woningen gebouwd, die samen het gelijknamige dorp gingen vormen.
In 1917 stonden er al tijdelijke zend- en ontvangststations voor draadloze telegrafie op de lange golf op de hoogvlakte Malabar nabij Bandoeng op het Nederlands-Indische eiland Java, voor contact met het moederland. Er moest ook nog een tegenhanger in Nederland worden gebouwd. Na bestudering van verschillende locaties viel de keuze op een stuk Veluwe, een dunbevolkte landstreek. In de beginjaren werd de zender nog “Radio Hoog Buurlo” genoemd, naar het meest nabijgelegen gehucht. Ook werd zowel voor het dorp bij de zender als voor de zender zelf de naam “Radio Assel” gebruikt, eveneens naar een dichtbijgelegen plaats.
In 1923 begon het Staatsbedrijf der Posterijen en Telegrafie (P&T), voorloper van de P.T.T., met draadloze transoceanische telegrafie via de lange golf. Op 7 januari 1929 werd op het hoofdkantoor van de toenmalige P&T in Den Haag de radiotelefoondienst officieel geopend voor het publiek door koningin-moeder Emma. Na deze gebeurtenis werden de woorden “Hallo Bandoeng, hier Den Haag” legendarisch.
In maart 1980 werd de laatste en grootste zendmast (212 m hoog) neergehaald. In 1999 verloor het park elke zendfunctie. In 2001 werd alle zenderapparatuur uit de gebouwen gehaald, waarna het terrein in 2004 door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in opdracht van de Nederlandse Staat werd aangekocht van KPN (de opvolger van de PTT). Ongeveer 400 van de aangekochte 450 hectare werd direct overgedragen aan Staatsbosbeheer, de eigenaar van het terrein vóór 1918. Vijftig hectare met daarop ongeveer 15 heel diverse gebouwen bleef in eigendom van DLG. Deze ging op zoek naar een nieuwe eigenaar/exploitant voor de gebouwen.
Het hoofdgebouw van het voormalig zenderpark, Gebouw A, is een rijksmonument. Het gebouw in art-deco-stijl door architect Julius Luthmann ontworpen, met sculpturen van beeldhouwer Hendrik van den Eijnde, is een mengvorm van de Berlijnse en de Amsterdamse School.
Het diende als decor voor de Amerikaanse film Mindhunters (uitgebracht 2004), de Nederlandse film Ver van familie (opnames in 2007) en de 42e editie van Kinderen voor Kinderen. Ook figureerde het als snoepfabriek in de jeugdfilm Mega Mindy en de Snoepbaron. Daarnaast werden er diverse videoclips opgenomen, waaronder Sorry van Kensington, Kijk omhoog van Nick & Simon en Onderweg naar later van Suzan & Freek. Meer recent werd het nog gebruikt als Kazerne Zuidpoort in Arcadia. Het gebouw dient vooral als locatie voor evenementen.
Eerder had de Nederlandse zanger Willy Derby een hit met het nummer “Hallo Bandoeng”. Deze titel is een verwijzing naar de bovengenoemde woorden waarmee koningin Emma de radiotelefoondienst met Nederlands-Indië opende.(Bron Wikipedia)
Het gebied is erg desolaat en de mist maakte het nog wat specialer. We hadden dus een goeie beslissing genomen.
En Jasper Steverlinck? Die was niet goed maar geweldig goed. Een heel intiem en ingetogen concert maar wat een stem. Ik denk niet dat er in België iemand is die een betere stem heeft. Ik heb ‘m al vaker gezien, zowel solo als met Arid en hij heeft mij nog geen enkele keer teleurgesteld.
En zo zag Radio Kootwijk er uit als Kazerne Zuidpoort in Arcadia
Na onze wandeldag van gisteren hadden we vandaag zin in iets anders.
Dat “anders” werd het Hanzestadje Elburg waar we al eerder op bezoek waren, ook met de fiets.
Maar dat was in het zomerseizoen en het contrast kon niet groter zijn dan nu. Op deze eerder frisse herfstdag was het er bijzonder rustig om niet te zeggen verlaten. Het komende weekend zal dat wel anders zijn want dan is het “winterfeest” en dat zou, volgens een lokale winkelier zo’n kleine 100.000 mensen aantrekken.
Maar nu was het er rustig maar niet minder mooi of pittoresk.
Ooit was Elburg een vissers- en handelsplaatsje dat rechtstreeks op de Zuiderzee uitkeek en bestond uit een lintbebouwing rondom de huidige Ellestraat en het verlengde daarvan. Elburg en haar vrijheid waren onderdeel van het oude Doornspijk. Een charter van graaf Floris V van Holland van 27 maart 1291 is de oudst bekende schriftelijke bron waarin voor het eerst over Elburg als stad wordt gesproken
Elburg was tot 1798 een van de vijf steden in het Kwartier van Veluwe die in hoge mate zelfbestuur hadden en vertegenwoordigers naar de Statenvergadering in Arnhem stuurden. In de Franse tijd werd het kerspel Elburg omgezet naar een gemeente. Een deel van Elburg is een beschermd stadsgezicht. Verder zijn er in Elburg enkele honderden rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en een aantal oorlogsmonumenten.
Vandaag hebben we het niet ver gezocht. Dat moet ook niet wanneer het wandelknooppuntennetwerk op enkele meters van je deur passeert.
Ik had een route van om en bij 8 km uitgestippeld op het Landgoed Spelterholt (knooppunten 21 – 44 – 42 – 69 – 78 – 66 – 40 – 31 – 52 – 21).
Landgoed Spelderholt ligt tussen Hoenderloo en Beekbergen.
De eerste vermelding van het Spelderholt dateert uit 1730. Er wordt een boerderij ‘het Spelderholt’ aan de Speelweg genoemd. ‘Spel’ is waarschijnlijk een afkorting van het woord kerspel, maar het kan ook op de naalden van naaldbomen slaan. De toponiem ‘holt’ verwijst naar een bos dat timmerhout levert. In elk geval was het gebied een holt dat bij een kerspel hoorde.
Op latere kaarten is de naam Speldermark te vinden. De marke was een deel van het kerspel. De Speldermark is in 1870 ontbonden. Ook komt de naam Spelderveld voor. Samen met het Lierderveld vormde dit het gebied tussen Beekbergen, Hoenderloo en Loenen. Het lag aan de rand van een gebied dat in de volksmond al eeuwen “Het groote zand” heette, een met heide begroeide en door schapen begraasde heuvelachtige vlakte.
In 1905 werden de woeste gronden van Spelderholt aangekocht door jonkheer Louis Frederik Teixeira de Mattos om er een buitenverblijf te stichten. Hij liet de Nederlandsche Heidemaatschappij, waar hij een hoge functie bekleedde, de gronden ontginnen. In 1921 stond Teixeira de Mattos het landgoed, op ongeveer 14 hectare na, af aan de Staat der Nederlanden.
De bossen van Spelderholt zijn aangelegd voor houtproductie. Ze vallen onder boswachterij Ugchelen-Hoenderloo van Staatsbosbeheer. Het beheer richt zich steeds meer op het in stand houden en vergroten van de natuurwaarden. Het is een Natura 2000-gebied. Door stroperij kwamen hier na 1945 nauwelijks meer edelherten voor. Ter instandhouding van de soort op de Veluwe werd het bos in 1956 onderdeel van een Staatswildreservaat. Er werden drinkplaatsen, voerplaatsen, wildakkers en graasweides aangelegd. De hertenpopulatie groeide weer en in 1988 konden verschillende rasters worden weggehaald. Aan de Ringakker, een oude wildakker in het centrum van het Spelderholt staat een wildkijkscherm dat in 2013 vernieuwd is.(bron : Wikipedia)
Jammer genoeg hebben we aan de Ringakker geen wild kunnen zien. Een paar hertjes, everzwijnen of zelfs een wolf waren welkom geweest. We hebben het moeten doen met het “wild” dat zich op ons terras te goed deed aan nootjes en dergelijke.
Met de drukke eindejaarsperiode voor de deur vonden we het we wel nuttig om er nog even tussenuit te knijpen om de batterijen een beetje op te laden.
We kozen voor de Veluwe en meer bepaald voor Landal Miggelenberg, een mooi in het bos gelegen park.
Maar vóór we ons settelden in ons huisje brachten we eerst een bezoekje aan het 12 kilometer verder gelegen Apeldoorn.
De geschiedenis van Apeldoorn gaat terug naar het jaar 792 toen het als “villa ut marca Appoldro” werd genoemd in een schenkingsakte.
Het is ontstaan aan de rand van het hoge middendeel van de Veluwe, een plaats die in de vroege middeleeuwen geschikt was voor landbouw. Het was een plaats waar de grond licht genoeg was om te bewerken en waar ook voldoende water aanwezig was. Het eerste deel van de naam is de vroegmiddeleeuwse vorm apa ‘water’, die ook voorkomt in o.a. Appen, Epe en Wilp. Apeldoorn ligt in een concentratie van apa-namen. Het tweede deel is ontstaan uit de vorm treo, ‘boom’. De oorspronkelijke betekenis van Apeldoorn en ook van o.a. Appeltern in de Betuwe en van Appeldorn in Westfalen, was ongeveer ‘bij een water staande bomen’.
In het begin en de eeuwen daarna was Apeldoorn een klein dorpje, dat bestond uit een paar huizen. Toen tegen het einde van de 16e eeuw de papierindustrie op gang kwam, groeide Apeldoorn snel. In 1684 kocht Willem III van Oranje het huis Het Loo en liet daarnaast Paleis Het Loo bouwen omdat Apeldoorn centraal in een jachtgebied lag. Daarna hebben meerdere leden van de koninklijke familie het paleis bewoond, tot het overlijden van koningin Wilhelmina. Ook Lodewijk Napoleon zou Paleis Het Loo als zomerresidentie gebruikt hebben. Paleis Het Loo is sinds 1984 een museum.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de stad gespaard voor grote oorlogsschade. Wel startten de deportaties van Joden er vroeger dan elders.
n 1942 had Seyss-Inquart uit veiligheidsoverwegingen besloten dat Apeldoorn het regeringscentrum moest worden en dat alle belangrijke diensten Den Haag zouden verlaten om in Apeldoorn of omgeving, zoals in Velp, Arnhem en Nijmegen, te worden gehuisvest. Bij een eventuele invasie vanuit zee zouden de diverse diensten dan nog tijd hebben zich terug te kunnen trekken naar het binnenland van Das Reich. Aanvankelijk werd dit plan door Himmler tegengehouden, maar in 1943 vertrokken toch de eerste diensten naar Apeldoorn, gevolgd in 1944 door meer diensten.
In april 1945, toen de Canadezen Apeldoorn tot aan het Apeldoorns Kanaal wisten te bevrijden, waren de Canadezen van plan de rest van Apeldoorn zwaar te beschieten. De Duitsers waren zich echter al aan het terugtrekken. Om burgerslachtoffers te voorkomen, staken twee verzetsstrijders ’s nachts het bewaakte Apeldoorns Kanaal over om de Canadezen hiervoor te waarschuwen. Daardoor kon de stad op 17 april gemakkelijk worden bevrijd door de 48th Highlanders of Canada.
In de jaren zestig vestigden zich rijksdiensten (Belastingdienst, Domeinen, Kadaster) in Apeldoorn en daarmee ook vele andere bedrijven. Het aantal inwoners groeide weer snel. Daartoe werden in de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw de wijken De Maten (30.000 inwoners) en Zevenhuizen (22.000 inwoners) gebouwd. Zevenhuizen bezit de eerste echte hoogbouwwoningen van Apeldoorn.
Op 30 april 2009 werden op Koninginnedag, net tijdens de doortocht van de koninklijke autobus naar Paleis Het Loo, verscheidene toeschouwers aangereden door een auto. Als gevolg van deze aanslag, die vermoedelijk op de koninklijke familie was gericht, vielen acht doden en circa tien gewonden.(Bron: Wikipedia)
Het bezoek aan Apeldoorn was een beetje dubbel. Enerzijds staan er heel mooie huizen en is er veel te zien maar er is ook veel leegstand en we hebben toch ook enkele daklozen langs de vuilbakken zien schuimen om lege blikjes te verzamelen (die ze dan bijvoorbeeld bij de Albert Heijn gaan inruilen voor het statiegeld). Dus mooi maar ook triest.
Ondertussen zitten we dus in ons huisje, klaar om een paar dagen de Veluwe te verkennen.