Cultuurweek

Na zo’n weekje verlof is het vaak zo druk op ’t werk dat er weinig tijd (of zin) overblijft om eens iets te posten.

Niet dat we stil in onze zetel hebben gezeten hoor. In tegendeel. Op die ene week ben ik drie keer naar een cultureel centrum geweest.

We begonnen met de Country Mavericks in ’t Blikveld in Bonheiden.

Country Mavericks bestaat uit Patrick Riguelle, Bjorn Eriksson, Nathalie Delcroix, Piet de Pessemier en Tomas De Smet.

Eriksson en De Smet kennen elkaar van Zita Swoon. Nathalie Delcroix kennen we natuurlijk  van Laïs. Ze is trouwens de partner van Eriksson. De andere helft van Laïs, Jorunn Bauweraerts, is trouwens de partner van De Smet.

En Piet de Pessemier, die kennen we onder andere van Monza, van LeNoise (Neil Young tributeband )en van de tributeconcerten voor Lou Reed en Bruce Springsteen (samen met o.a. Jan Hautekiet, Axl Peleman, Guy Swinnen en (alweer) Patrick Riguelle.

Men hun concert proberen ze de rebellen van de Country te eren: Willie Nelson, Waylon Jennings en Johnny Cashmaar ook Guy Clark, Johnny Paycheck, Townes Van Zandt, Kris Kristofferson, Loretta Lynn en zelfs Patsy Cline.

Afgelopen vrijdag stonden er zelfs twee voorstellingen op de agenda.

In de namiddag trok ik met moeder naar CC De Werft in Geel voor een optreden van Along comes Mary. Dat is een groep rond het echtpaar Marijke Hulsmans en Fabio Canini.

Zij brachten eigenlijk een soort van “was het nu 40, 50, 60 of 70”. Niet altijd de meest vanzelfsprekende nummers maar best wel een aangename manier om een namiddag door te brengen.

Van Geel ging het dan snel terug naar Peulis omdat Conny en ik ’s avonds nog werden verwacht in het Cultuurcentrum Mechelen.

Daar stond Sofie Lemaire verzint het niet op het programma. Een bijna twee uur durende show waarin radiostem Sofie Lemaire heel onderhoudend vertelt over de gekste figuren in de geschiedenis zoals Ludwig van Beieren of John Taylor de oogarts van Bach en Händel die eigenlijk verantwoordelijk is voor hun dood.

Een aanrader die je zeker moet gaan kijken wanneer je de kans zou hebben.

Huis ter Heide

Zo’n midweek vliegt voorbij.

Vandaag moesten we terug naar huis. Maar vóór we dat deden maakte ik nog een tussenstop in De Moer om een wandeling te maken door Natuurgebied Huis ter Heide.

Dat domein is zo’n 1.000 hectare groot maar 35 hectare is ingericht als natuurbegraafplaats.

Ik had daar al veel over gehoord maar had het nog nooit gezien. Het heeft wel iets. Grafzerken zie je er niet. Op elk graf ligt een “boomstronk”. Heel mooi, heel sereen.

Verder is het een heel mooi domein om over te wandelen.

De wandeling

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)

Drimmelen, de Biesbosch en de schaatsbaan van Kaatsheuvel

Vandaag gingen we eindelijk doen waar we deze midweek voor geboekt hadden : varen.

Het was eigenlijk de bedoeling dat we dat afgelopen maandag zouden gedaan hebben met een tocht van Drimmelen naar Antwerpen (en daarna met de bus terug naar Drimmelen). Maar deze tocht werd jammer genoeg geannuleerd vanwege te weinig deelnemers. Blijkbaar is 4 man te weinig?

Dan maar een nieuwe tocht geboekt bij Rederij Zilvermeeuw : de Marktocht, een tocht van een uur of zeven inclusief lunchbuffet. Helaas, ook deze werd geannuleerd om dezelfde reden.

Wat bleef er nog over: de klassieke twee uur durende tocht door de Biesbosch met een “etagère-lunch”. Die ging wel door.

Vóór we aan boord gingen zijn we nog wel een wandelingetje door Drimmelen en omgeving gaan doen. Dat was met momenten minder “rollator-vriendelijk” maar het ging wel.

Drimmelen is een piepklein dorpje met amper 570 inwoners. In 1421 werd het tijdens de Sint-Elisabethvloed volledig van de kaart geveegd. Rond de Herengracht staan nog enkele 18de en 19de eeuwse huisjes. Er staat ook een standbeeld van een griendwerker. Griendwerkers sneden in drassige gebieden de wilgentenen van verschillende soorten wilgen. De takken en twijgen werden gebruikt voor vlechtwerk van onder andere stoelzittingen.

Na 50 minuten wandelen en 2,75 km op de teller stonden we terug aan de auto.

De wandeling:

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):

Om 11u45 konden we dan inschepen. Omdat we twee annuleringen hadden moeten doorstaan kregen we van de Zilvermeeuw twee jetons voor een gratis consumptie. Dat vond ik wel heel sympathiek.

Twee uur varen door de Biesbosch en tegelijkertijd lekker eten : dat valt altijd mee.

De boottocht:

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):

Om de dag af te sluiten hebben we nog een korte wandeling gemaakt van ons huisje naar de schaatsbaan van de Loonse en Drunense Duinen. De Kaatsheuvelse ijsbaan is geen natuurlijk ven. De plas is gegraven door mensenhanden. Tijdens de crisisjaren 1929-1940 zocht het Rijk een werkverschaffingsproject om werklozen aan werk te helpen. De gemeente Loon op Zand had wel een idee: een ijsbaan om bewoners tijdens die economisch moeilijke jaren wat winterplezier te bieden. Graafmachines bestonden al, maar om de werknemers bezig te houden, mocht het graafwerk niet te snel klaar zijn. Al het zand moest met de schop worden afgegraven en met kruiwagens worden afgevoerd.

De wandeling:

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar):

Kasteel Heeswijk en Kamp Vught

In de voormiddag van de derde dag van onze midweek in Noord-Brabant had ik een wandeling gepland op het domein van Kasteel Heeswijk.

In 1080 was er op die plaats al een motte, later werd dat een kasteel.

Kasteel Heeswijk heeft meerdere malen een rol gespeeld in de geschiedenis. Het lukte prins Maurits rond 1600 tot tweemaal toe niet om het kasteel in te nemen. Zijn halfbroer Frederik Hendrik slaagde daar in 1629 wel in, zodat hij vervolgens ‘s-Hertogenbosch kon belegeren. In 1672 was de Zonnekoning Lodewijk XIV een ongenode gast op Kasteel Heeswijk tijdens zijn strijd tegen de Republiek. De verdedigingswerken worden vernietigd en het kasteel verwordt tot een buitenhuis. Aan het eind van de 18e eeuw gebruikte Pichegru, generaal van de Franse Revolutie onder leiding van Napoleon, het kasteel nog als hoofdkwartier.

In 1835 kocht gouverneur André baron van den Bogaerde van Terbrugge het in verval geraakte kasteel en startte meteen een grootse verbouwing. Toen die in 1855 overleed kwam het kasteel in het bezit van zijn zoon, jonkheer Donat Théodore Alberic van den Bogaerde van Terbrugge (jawel, diezelfde jonker met zijn treinhalte aan het Kasteel Nemerlaer waar we gisteren waren).

Het kasteel zelf hebben we niet bezocht maar we hebben wel een wandeling van 3 km over het domein gemaakt:

Enkele foto’s (klik op de foto voor een grote exemplaar)

Lunchen deden we in Vught bij Loetje. Conny had me gezegd dat ik zeker de steak moest proberen en aangezien ik altijd luister 😉heb dat ook gedaan. Ze had (weer) gelijk: de steak was zalig.

Na de lunch was het maar een paar minuutjes rijden naar Nationaal Monument Kamp Vught.

Dat is een herdenkingsplaats met museum over Konzentrationslager Herzogenbusch, beter bekend als Kamp Vught dat daar in de Tweede Wereldoorlog gevestigd was. Het bevindt zich op de noordoostpunt van het voormalige kampterrein.

Op het buitenterrein bevindt zich een nagebouwde halve barak, nummer 13b, en een aantal nagebouwde wachttorens. De wachttorens zijn lager dan de originele torens, omdat men anders over de muren van de verderop gelegen gevangenis heen zou kunnen kijken.

Het voormalige crematorium van het concentratiekamp staat ook op het buitenterrein, het is het enige museumonderdeel dat niet gereconstrueerd is.

In totaal werden er ruim 31.000 mensen in het kamp gedetineerd.

Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich het Monument der verloren kinderen. Op 6 en 7 juni werden immers vanuit dit kamp zo’n 1.000 Joodse kinderen via Kamp Westerbork naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd.

In het kamp zelf zijn zeker 735 mensen om het leven gekomen. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk iets hoger. Zo zijn er officieel 329 personen, onder wie 36 Belgen, geëxecuteerd in Vught. Die Belgen werden nog dezelfde dag of de dag na aankomst opgehangen. Ze waren bijna allemaal door de Duitse bezetter in een militair proces ter dood veroordeeld wegens sabotageacties. Het vonnis moest met de strop ten uitvoer worden gebracht. Van veel van de veroordeelden is bekend dat het communisten waren.

Na het bezoek aan het museum zijn we nog naar de fussilladeplaats gewandeld zodat we weer 3,4 km op de teller hadden.

De wandeling:

De foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar)

Annanina’s Rust en Domein Nemerlaer

Annanina’s Rust & Nemerlaer

Tweede dag van de “midweek met moeder” in Brabant. Op het programma stonden twee (rolstoel)wandelingen

Onze eerste stop was Annanina’s Rust.

Dat is een natuurgebied van het Brabants Landschap van 151 ha dat ligt tussen Hilvarenbeek en Diessen. Het bestaat uit een oud landgoed met loof- en naaldbos. Het is in 1899 gesticht door Emile Huijsmans, die leefde van 1850 tot 1920 en die notaris was te Diessen. Het is vernoemd naar zijn maîtresse, een Russische, die een huisje had op het landgoed.

Het zuidwestelijk deel van het landgoed is aangelegd in Engelse landschapsstijl. Hier staan monumentale eiken en beuken en twee boswachterswoningen uit 1940. Er zijn ook vele rhododendrons aangeplant. Het overige deel bestaat voornamelijk uit naaldgoedaanplant en werd ook voor de houtproductie gebruikt.

Tegenwoordig is het landgoed bezit van het Brabants Landschap.

De wandeling (2,50 km) :

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)

Lunchen deden we in het restaurant van het Fletcher Hotel in Oisterwijk. Daar waren ze trouwens al volledig klaar voor Kerstmis.

Van het hotel was het maar 10 minuutjes rijden naar onze volgende wandeling : Domein Nemelaer in Oisterwijk.

Het landgoed omvat 165 ha. Het gebied is sinds 1964 eigendom van de stichting Het Brabants Landschap, evenals het bijbehorende Kasteel Nemerlaer waaraan het landgoed zijn naam ontleend. Het kasteel is vernoemd naar het riviertje de Amer (later Nemer) en Laer (open plek in het bos).

Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in 1303, als woning van ridder Geerlinck van den Bossche. Kasteel Nemerlaer werd in 1718 gerestaureerd en gedeeltelijk verbouwd. In 1852 werd het kasteel eigendom van jonkheer Donat Théodore Alberic van den Bogaerde van Terbrugge. In 1880 volgde een verbouwing van het kasteel met een uitbreiding aan de achterzijde met serres en een middenpaviljoen. De rest van het gebouw werd van een beklamping voorzien.

In een berucht geworden testament bepaalde de jonkheer wegens onmin met zijn familie dat het huis bijna 70 jaar onbewoond moest blijven, dit lot trof ook kasteel Heeswijk.

Toen er in 1865 plannen waren om een spoorlijn dwars door het domein te leggen gaf de diezelfde Jonkheer Donat toestemming op voorwaarde dat hij een fikse vergoeding kreeg EN dat hij een privé-opstapplaats kreeg. Als hij de trein wilde nemen dan zwaaide zijn butler met een rode vlag en dan stopte de trein. Dat recht bestaat trouwens nog altijd voor de beheerders van het domein.

Aan de inkom van het domein staat sinds 2011 het standbeeld “Droomtijd voor de Raaf” van de kunstenaars Kees Wevers en Jaqueline van der Laan.

De wandeling (2,75 km):

De foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)

We zijn vertrokken

Afgelopen vrijdag zag ik het niet meer gebeuren maar vanochtend ben ik, dankzij het snel en helder denken van Conny, toch met moeder naar Nederland kunnen vertrekken.

Eerste tussenstop was Bergen op Zoom waar ik een stadswandeling had uitgestippeld.

De naam Bergen op Zoom kent een aantal verklaringen, waaronder die van bergen als haven of verwijzend naar de hoogteverschillen door de ligging op de Brabantse Wal, en het woord Zoom als de rand van de Brabantse Wal, dan wel afkomstig van het woord soma, dat moeras betekent. Met het – later gegraven – vaartje De Zoom heeft de naam niets te maken.

In de zomer is het er meestal gezellig druk. Vandaag op deze eerder grijze maandagochtend was het er heel rustig.

Het Anton van Duinkerken Park lag er wel heel mooi bij in de herfstkleuren. Dat vonden die tientallen eenden en ganzen en andere watervogels waarschijnlijk ook.

Uiteindelijk hadden we 2,3 km op de teller :

Enkele foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar):

Na een heel smakelijke lunch in De Bourgondiër op de Grote Markt reden we verder naar Rijsbergen naar het natuurdomein Pannenhoef.

Pannenhoef is een natuurgebied van circa 706 ha gelegen tussen Zundert, Etten-Leur en Rijsbergen in de provincie Noord-Brabant en is eigendom van de Stichting Brabants Landschap.

Omdat moeder op haar eenennegentigste “grotere” wandelingen liefst een rollator meeneemt (ze heeft die niet echt nodig maar het geeft een veiliger gevoel) koos ik voor de oranje rolstoelwandeling van 2,75 km.

Het was een bijzonder mooie wandeling met een resem aan paddenstoelen langs de kant en heel mooie herfstkleuren.

Enkele foto’s (klik op de foto voor een groter exemplaar)

Ondertussen zijn we geïnstalleerd in onze “thuisbasis” voor deze week, een ruime bungalow in Landal Kaatsheuvel.

Hectisch stress-weekend

Vóór ik naar Nederland vertrek voor een midweekje met moeder stond er nog een verhuisweekend op het programma. De plusdochter verhuist van Leuven naar Berchem.

Het werd een hectisch weekend met meerdere stressmomenten.

Op het programma voor vrijdag stond een bezoek aan de IKEA om nog een kast en dergelijke te kopen. Eerst zouden we nog even in het nieuwe appartement wat gaan opmeten.

Ik was nog niet in Berchem of ik zag een symbooltje op mijn dashboard verschijnen, een symbooltje dat ik in maart ook al eens zag verschijnen : een oranje motortje. Motorstoring dus.

Toch nog aan de IKEA geraakt en alle aankopen kunnen inladen. De aankopen nog naar Peulis kunnen brengen en toen ben ik naar de garage gereden. Eigenlijk is Ford Van Mossel in Lier mijn garage maar die gaat volgende week dicht en alles verhuist naar Ford Van Mossel Mechelen.

Het leek me dus logisch dat ik naar Mechelen ging. Maar daar kreeg ik koudweg te horen “tja, wij kunnen u niet helpen, ik heb geen vervangwagens en zijn volgeboekt tot december. Ge kunt de auto hier laten maar verder kan ik niks beloven. Ga misschien eens in Lier zien”.  Qua slechte service kan dat wel tellen.

Soit, ik dus naar Lier maar daar kreeg ik in eerste instantie een gelijkaardige reactie. Ze gingen immers sluiten en ze hadden evenmin vervangwagens. Maar gelukkig hoorde de tweede baliemedewerker waarover het ging en ging zij aan de slag. Met succes want in Ford Van Mossel Wilrijk stond nog een vervangwagen.

Toen ze echter hoorde dat ik ermee naar Nederland zou rijden was er een nieuw probleem. Met vervangwagens mag je immers niet naar het buitenlend. Net op dat moment kreeg ik gelukkig een belletje van Conny. En die had de briljante inval dat we dan toch gewoon met haar wagen naar Nederland zouden kunnen rijden en dat zij met de vervangwagen hier zou rondrijden.

Afin, na veel vijven en zessen was het probleem dus opgelost en kon ik in Wilrijk een Ford Focus gaan afhalen.

Zaterdag was het minder stressen maar wel weer heel hectisch. Zo’n hele inboedel via een smalle trap verplaatsen is fysiek niet te onderschatten. Liters zweet zijn er gevloeid.

Ook vandaag stond nog in het teken van de verhuis maar gelukkig iets minder lang.

Dat gaf ons de tijd om een uurtje te gaan wandelen in Peulis en om daarna een zelfgemaakte Nasi Goreng met zelfgemaakt Chinese currysaus te maken.

Gelukkig verhuizen mensen niet elk jaar (al is het voor ons al het tweede verhuisweekend dit jaar).

Allerheiligen en Allerzielen

Op Allerheiligen komt traditioneel de Gentse tak van de familie naar Vorselaar en dus zaten wij daar gisteren ook. Op het kerkhof weer enkele foto’s genomen die vragen om te worden bewerkt. Als die resultaten meevallen dan laat ik ze later deze week wel zien.

Vandaag trokken we dan naar Bevel voor een wandeling over Kruiskensberg en langs de Nete.

Kruiskensberg is eigenlijk een bedevaartsoord dat zou ontstaan zijn toen omstreeks 1260 een herder dronk van het water van een bron op deze heuvel en aldus van koorts genas. Hij zou dan een kruis hebben geplaatst bij de bron. In 1691 werd de bron vervangen door vijf waterputten. Deze symboliseren de vijf wonden van Christus.

De bedevaart, die op Goede Vrijdag plaats vond, werd vergezeld van een jaarmarkt.

De huidige kapel werd in 1861 gebouwd, in 1864 volgde een ijzeren kruis en in 1895 werden een zevental kapelletjes bijgebouwd met elk twee kruiswegstaties. In 1961 werd nog een natuurstenen piëta geplaatst, vervaardigd door Jos Jacobs.

Wij lieten de auto achter op de parking van Kruiskensberg zelf maar je kan ook vertrekken aan het vlakbij gelegen café ’t Kruiske.

De knooppunten : 2 – 4 – 59 – 60 – 77 – 81 – 78 – 5 – 2. Je kan ter hoogte van KP04 ook rechtdoor gaan naar KP 99 om dan via KP 98 en KP61 naar KP 59 gaan. Dat maakt de wandeling iets langer en passeer je aan herberg ’t Schipke maar dan mis je wel het vlonderpad.

Enkele foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar)