Een extra dagje aan mijn verlengd weekend geknoopt.
Helaas moest Conny werken, anders had ze mee kunnen rijden naar de Kasteeltuinen van Arcen. Moeder bezoekt immers graag tuinen en die van Arcen is maar een dik uurtje rijden dus veel kan er niet mis gaan.
Behalve dan misschien het weer maar de weergoden waren ons goed gezind. Gedurende ons drie uur durend bezoekje heeft een geen druppel geregend. Op de terugweg naar huis heeft het pijpenstelen geregend.
Het complete landgoed Arcen telt circa 450 hectare en is, sinds de aanleg van de N271 in twee delen gesplitst. Aan de westzijde ligt het eigenlijke kasteel met kasteeltuinen, aan de oostzijde ligt het gebied Lingsfort. Het gehele landgoed is in 1976 aangekocht door de Stichting Het Limburgs Landschap, en halverwege de jaren tachtig werd het kasteel gerestaureerd.
Het huidige Kasteel Arcen stamt uit de zeventiende eeuw en is gebouwd in opdracht van de Hertog van Gelre. Het werd gebouwd op de restanten van het kasteel Het Nije Huis dat in het verleden verwoest werd. Oorspronkelijk stond er op een iets noordelijker gelegen locatie het eerste kasteel ‘Het Huys t’ Arssen’ uit 1275. Bij het kasteel bevinden zich rond een ruime kasteelhof nog het Koetshuys, de Oranjerie en een poortgebouw met diverse ruimtes. Op het kasteeleiland ligt een rododendrontuin. Het kasteel fungeert tegenwoordig vooral als expositieruimte, trouwlocatie en feestzaal.
Het koetshuis was van oudsher de stalling voor koetsen en landbouwwerktuigen. Later werd dit pand betrokken door de Zwitserse kunstschilder Friedrich Deusser en werd het zijn atelier. Dit is nog goed te zien aan het grote raam op de bovenverdieping. Ook zitten er in de gevel enkele ovale raampjes. Deze kleine ovaalvormige ramen werden in de 17e eeuw veel gebruikt en is daardoor karakteristiek voor de bouwperiode van dit gebouw. Door de gelijkenis met het oog van een koe worden ze Oeil-de boeuf genoemd. Tegenwoordig doet het koetshuis dienst als restaurant en ontvangstlocatie voor groepen die Kasteeltuinen Arcen bezoeken.
De kasteeltuinen bestrijken, binnen het totale landgoed, een oppervlakte van circa 32 hectare. Bij de aanleg van het park hield landschapsarchitect Niek Roozen rekening met de verschillende seizoenen, wat resulteerde in de aanleg van achttien verschillende tuinen onderverdeeld in twaalf thema’s. Zo is er een barok Rosarium, met 10 gethematiseerde rozenkamers, meer dan 8.000 rozen en een deels eeuwenoude berceau. De Water- en Beeldentuin omvat een jaarlijks wisselende beeldenexpositie en collectie aangeplante eiken. Het Lommerrijk (‘lommer’ betekent ‘schaduw’) bevat diverse boomsoorten en vaste planten zoals longkruid, astilbe, eendagslelies en bolgewassen. Ook stromen er verschillende beekjes en watervallen.
De Vallei bestaat uit een lint aan diverse tuinbelevingen; de Acertuin bevat een collectie Japanse esdoorns die gedurende de herfst vlammend rode kleuren en er is ook een Bamboebos en Oosterse Watertuin. Tot vorig jaar was er ook nog de ‘Casa Verde, een kas van 3200 vierkante meter met een mediterraan en tropisch klimaat maar die constructie was in dergelijke mate aangevreten door roest dat herstel niet meer mogelijk was. Nu is het een mediterrane tuin. (Bron : Wikipedia)










































































