Kasteel Heeswijk en Kamp Vught

In de voormiddag van de derde dag van onze midweek in Noord-Brabant had ik een wandeling gepland op het domein van Kasteel Heeswijk.

In 1080 was er op die plaats al een motte, later werd dat een kasteel.

Kasteel Heeswijk heeft meerdere malen een rol gespeeld in de geschiedenis. Het lukte prins Maurits rond 1600 tot tweemaal toe niet om het kasteel in te nemen. Zijn halfbroer Frederik Hendrik slaagde daar in 1629 wel in, zodat hij vervolgens ‘s-Hertogenbosch kon belegeren. In 1672 was de Zonnekoning Lodewijk XIV een ongenode gast op Kasteel Heeswijk tijdens zijn strijd tegen de Republiek. De verdedigingswerken worden vernietigd en het kasteel verwordt tot een buitenhuis. Aan het eind van de 18e eeuw gebruikte Pichegru, generaal van de Franse Revolutie onder leiding van Napoleon, het kasteel nog als hoofdkwartier.

In 1835 kocht gouverneur André baron van den Bogaerde van Terbrugge het in verval geraakte kasteel en startte meteen een grootse verbouwing. Toen die in 1855 overleed kwam het kasteel in het bezit van zijn zoon, jonkheer Donat Théodore Alberic van den Bogaerde van Terbrugge (jawel, diezelfde jonker met zijn treinhalte aan het Kasteel Nemerlaer waar we gisteren waren).

Het kasteel zelf hebben we niet bezocht maar we hebben wel een wandeling van 3 km over het domein gemaakt:

Enkele foto’s (klik op de foto voor een grote exemplaar)

Lunchen deden we in Vught bij Loetje. Conny had me gezegd dat ik zeker de steak moest proberen en aangezien ik altijd luister 😉heb dat ook gedaan. Ze had (weer) gelijk: de steak was zalig.

Na de lunch was het maar een paar minuutjes rijden naar Nationaal Monument Kamp Vught.

Dat is een herdenkingsplaats met museum over Konzentrationslager Herzogenbusch, beter bekend als Kamp Vught dat daar in de Tweede Wereldoorlog gevestigd was. Het bevindt zich op de noordoostpunt van het voormalige kampterrein.

Op het buitenterrein bevindt zich een nagebouwde halve barak, nummer 13b, en een aantal nagebouwde wachttorens. De wachttorens zijn lager dan de originele torens, omdat men anders over de muren van de verderop gelegen gevangenis heen zou kunnen kijken.

Het voormalige crematorium van het concentratiekamp staat ook op het buitenterrein, het is het enige museumonderdeel dat niet gereconstrueerd is.

In totaal werden er ruim 31.000 mensen in het kamp gedetineerd.

Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich het Monument der verloren kinderen. Op 6 en 7 juni werden immers vanuit dit kamp zo’n 1.000 Joodse kinderen via Kamp Westerbork naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd.

In het kamp zelf zijn zeker 735 mensen om het leven gekomen. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk iets hoger. Zo zijn er officieel 329 personen, onder wie 36 Belgen, geëxecuteerd in Vught. Die Belgen werden nog dezelfde dag of de dag na aankomst opgehangen. Ze waren bijna allemaal door de Duitse bezetter in een militair proces ter dood veroordeeld wegens sabotageacties. Het vonnis moest met de strop ten uitvoer worden gebracht. Van veel van de veroordeelden is bekend dat het communisten waren.

Na het bezoek aan het museum zijn we nog naar de fussilladeplaats gewandeld zodat we weer 3,4 km op de teller hadden.

De wandeling:

De foto’s (klik op de foto’s voor een groter exemplaar)