Na onze citytrip van gisteren werden vandaag weer de fietsen uit de berging gehaald voor een iets minder lange fietstocht.
We vertrokken via Gouda (waar het iets rustiger was dan eerder deze week) om dan een stukje van de Reeuwijkse Plassen te doen dat we nog niet eerder bezochten.
Daarnaar ging het via de Oude Rijn naar Bodegraven waar we de tijd namen om te lunchen.
Er was al sprake van bewoning in de tijd van de Romeinen toen het aan de Noordgrens van het Romeinse Rijk lag.
Daarna bleef het lange tijd stil rondom Bodegraven. Volgens de overlevering zou op een inmiddels zoekgeraakte kaart uit 809 de heerlijkheid Bodelo worden vermeld. Zeker is dat rond het jaar 1050 er een kleine nederzetting was ontstaan, waarschijnlijk rond de huidige Dorpskerk.
In de 15e eeuw kreeg Bodegraven een belangrijke functie bij de waterbeheersing in de regio: in het centrum van het dorp werd de eerste sluis in de Rijn gebouwd. Sedertdien ontwikkelde Bodegraven zich economisch gunstig: het verkeer, dat in die tijd vooral over water ging, moest er stoppen en daar profiteerden de Bodegraafse handel en nijverheid van. In het begin van de 16e eeuw kreeg het dorp echter te maken met brandschatting en plundering. In 1507 en 1512 werd Bodegraven bezocht door Gelderse troepen onder Maarten van Rossum, die een rokende puinhoop achterlieten. De grootste rampen moesten echter nog komen.
1672 was ook voor Bodegraven een Rampjaar. De verdediging van Holland door de Prins van Oranje en zijn troepen werd geleid vanuit een schans tussen Bodegraven en de buurtschap Nieuwerbrug. De Franse vijand wist echter via een omweg, over het ijs door de Meije, Bodegraven van achteren te benaderen. Nadat zij bij Gouwsluis onder Alphen door de troepen van de Republiek verslagen werden, keerden de Fransen verbitterd terug naar Woerden, maar niet na in Zwammerdam en Bodegraven een waar bloedbad te hebben aangericht. Vrijwel het gehele dorp Bodegraven ging in de as.
Tot 1870 floreerde Bodegraven weer. Er brak in dat jaar in een bakkerij een brand uit, die een groot deel van het toenmalige stadje in de as legde. Toen de branden achter de rug waren bleken er 130 gezinnen dakloos te zijn geworden en meer dan 100 huizen afgebrand. Mede door een landelijke collecte kon Bodegraven relatief snel weer worden opgebouwd.
Bodegraven is een bekend centrum van de kaashandel, al is het aantal karakteristieke kaaspakhuizen er afgenomen en wordt de dinsdagse kaasmarkt er sinds 2001 niet meer gehouden. Behalve met kaas is Bodegraven ook verbonden met shampoo: in de jaren 40 richtte kapper André de Jong er de Andrélon-fabriek op. De fabriek is in 2005 gesloten. Ironisch genoeg werd André de Jong uitgerekend in dit jaar verkozen tot Grootste Bodegraver Aller Tijden, een door lokale omroep Studio 15 uitgeschreven verkiezing. (bronnen : Wikipedia en Website van Rijnstreek en Lopikerwaard)
Ik kende Bodegraven vooral van de Coca-Cola blikjes die er werden gemaakt. Toen ik nog blikjes verzamelden kwam ik de naam vaak tegen.
Knooppunten 21 – 45 – 44 – 43 – 42 – 41 – 40 – 51 – 35 – 50 – 47 – 48 – 49 – 36 – 32 – 38 – 52 – 31 – 33 – 94 – 94 – 19 – 18 – 20 – 21






























