We doen het niet zo vaak maar vandaag hebben we nog eens meegedaan aan een “georganiseerde” wandeling, zelfs eentje van Golazo. Golazo staat niet direct bekend als goedkoop en ja, 22 euro is inderdaad veel geld maar deze keer hebben we het er toch maar op gewaagd : we hebben meegedaan aan de Urban Walk in Oranjestad Diest.
Jawel, Diest is een Oranjestad. Bijna drie eeuwen lang was de stad in handen van de graven Nassau; de latere prinsen van Oranje-Nassau. De oudste zoon van Willem de Zwijger, Filips-Willem, ligt er begraven in de Sint-Sulpitiuskerk. Diest maakt samen met Breda (NL), Dillenburg (D) en Orange (F) deel uit van de Unie van de Oranjesteden. De blijvende getuigen van deze “Nederlandse” periode zijn ondermeer het Hof van Nassau; het stadspark “De Warande”, het vroegere jachtdomein van de prinsen van Oranje-Nassau en de 16de eeuwse watermolen van de prinsen van Oranje-Nassau. Ook het hoogkoor met de grafzerk van Filips Willem kan bezocht worden in de Sint-Sulpitiuskerk. Verder is in het Stadsmuseum ‘De Hofstadt’ een afdeling gewijd aan Oranje-Nassau.
Diest is ook de geboortestad van Jan Berchmans. Deze Jezuïet werd er geboren op 13 maart 1599 als als oudste zoon uit een gezin met vijf kinderen. Zijn vader Jan Berchmans beoefende er het ambacht van lederbewerker, schoenmaker en schoenlapper. Zijn moeder was Elisabeth ‘Liesken’ van den Hove, een dochter van Adriaan van den Hove, een hoge stadsfunctionaris. Jan verbleef tot zijn twaalfde jaar in Diest. Hij overleed in het Romeins College der jezuïeten na een kort ziekbed als gevolg van een longontsteking en dysenterie, nauwelijks 22 jaar oud. Zijn laatste woorden waren “Jezus, Maria”. In 1888 was hij de eerste Belgische Heilige. Een tiental scholen zijn naar hem genoemd.
Vertrek en aankomst van de wandeling was in de Diestse Citadel. Locaties die we tijdens de 10km wandeling bezochten zijn de Citadel, het stadhuis, de Lakenhalle, de kapel (en apotheek) van het Sint Elisabethgasthuis, het Park Cerckel, Huis DIEvers, Vuegen (waar ze lekkere wortelcake hebben), de Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Begijnhof, de Sint-Catharinakerk, het Heilige Geestconvent, het Boerenkrijgplein, het provinciedomein Halve Maan, de ruïne van de Sint-Jan De Doperkerk, den Drossaard, het Warandestadion, het Zwembad en Sportcomplex De Warande, het Warandepark, Café Leffe en de Allerheiligenkapel. Het Pegasus Museum hebben we links laten liggen, dat doen we wel eens wanneer we terugkomen en wanneer het wat rustiger is.
Want terugkomen doen we zeker. Diest kon ons echt wel bekoren. En hoewel het een “Urban Walk” was hebben we ook veel natuur gezien. Het was trouwens een pittige wandeling met veel klimmen en dalen.




























