Er zijn zo van die plekken waarvan je zegt … hier moeten we eens terugkomen … in de herfst, in de lente, in de winter … of … wanneer de heide in bloei staat.
De Kesselse Heide is zo’n plek. Ik ben er al vaker geweest maar eigenlijk nog nooit wanneer de heide bloeit.
Gisteren is het wel zover gekomen. Voor de gelegenheid was de familie uit Gent (althans een gedeelte ervan) naar de Kempen gekomen om mee te genieten van de purperen pracht.
De Kesselse Heide is een provinciaal domein met landschappelijke waarde in Kessel, een deelgemeente van het Belgische Nijlen. Het domein heeft een oppervlakte van 43 ha. De Kesselse Heide is opgericht in 1976 en is sinds 1996 een beschermd landschap.
De Kesselse Heide maakte deel uit van de grote Kempense heidevlakten. Tijdens de laatste ijstijd – rond 70.000 à 10.000 voor Christus – werden de Kempen bedekt met hele pakken zand. Het fijne zand (löss) werd weggewaaid en vormde stuifduinen, waarvan er nog restanten liggen op het domein.[1] Het grovere dekzand bleef er lange tijd dor liggen. Na deze ijstijd – rond 10.000 à 3.800 voor Christus – werd het warmer en ontstonden eikenberkenbossen, met grove den en berk. Daarna begon de mens delen bos te kappen of afbranden voor landbouwgrond. Wanneer de grond uitgeput was, bleven open plekken schrale grond achter. Deze waren ideaal voor de heidegroei. Bovendien werden er schapen geteeld voor de lakennijverheid en deze hielpen mee de heidevlakte in stand te houden door jonge boomscheutjes af te grazen.
Tijdens de Franse Revolutie werd de Kesselse Heide verkocht en later herbebost met grove den, die kon gebruikt worden voor de mijnbouw.
Voor de Eerste Wereldoorlog werd de fortengordel rond Antwerpen afgewerkt. In 1912 was het Fort van Kessel klaar en in 1913 het Fort van Broechem. Om het zicht tussen deze forten vrij te houden, werden alle bomen gekapt. Op de Kesselse Heide bleef slechts één boom staan: deze gaf de grens aan tussen Kessel en Nijlen. De familie Pouppez-de-Kettenis, die eigenaar was van de Kesselse Heide, liet het domein herbebossen vanaf 1920. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de bomen opnieuw gekapt, deels door soldaten en deels door de bevolking als brandstof. Alleen dezelfde ene boom bleef weer staan, tot ook deze in 1943 verdween. Na de oorlog groeide het bos terug.
De gemeente Kessel beheerde de Kesselse Heide vanaf 1972: de gemeente hield er toezicht en ruimde het domein op. Bij Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976 werd het domein tot natuurgebied verklaard en in 1978 werd het gekocht door de provincie Antwerpen. In 1981 kocht de gemeente Nijlen het 7 ha grote natuurgebied “Hoogbos” aan en gaf dit in 2005 in beheer aan de provincie. Het Hoogbos ligt aan de overzijde van de Lindekensbaan, de straat waaraan de Kesselse Heide paalt. In 2010 werd de “Hoge Heide” aangekocht, een 9 ha groot natuurgebied naast het Hoogbos. (Bron : Wikipedia)
Het weer zat niet echt mee. Toen we vertrokken was het nog vrij mooi maar de laatste kilometer hebben we toch in de gietende regen moeten afleggen.
Verder was het echt wel mooi op de hei en door het slechte weer was er ook niet zoveel volk. Jammer genoeg konden we niet hetzelfde zeggen over de muggen. Die waren er in overvloed. Mijn armen en nek staan vol souvenirs.













