Concerten van zangers of groepen waar we in de jaren ’80 fan van waren zijn altijd een risico. Tot dusver hebben wij nog geen echt slechte ervaringen gehad, met uitzondering van Paul Young eind vorig jaar. Al valt het andere keren bijzonder goed mee, denken we maar terug aan het fantastische concert van Kim Wilde in de Roma twee weken later.
Toch trok ik maandag met een dubbel gevoel naar de AB in Brussel. Op het programma stond Joe Jackson. Het kon wat mij betreft twee kanten uit … of het zou heel goed zijn of het zou barslecht zijn. Neem daarbij dat hij toch wel een beetje een reputatie heeft van arrogant te zijn. Neen … echt gerust was ik er niet in.
Vóór het concert hebben we onze gebruikelijke hap in de AB Resto gegeten. Dan zijn we net iets zeker van onze zitplaatsen omdat we langs “het achterpoortje” binnen kunnen. We waren echter niet alleen met dat idee.
Terwijl Conny en haar collega Ann de jassen en dergelijke in de kluisjes gingen stoppen trok ik een spurtje naar boven. Voor de eerste rij was ik niet snel genoeg maar ik wist toch 4 plaatsen te versieren (de broer van Ann kwam immers later). Om tien over zeven waren nagenoeg alle 184 zitplaatsen bezet.
Tegen acht uur liep het beneden ook goed vol en dan begon er iets waar ik absoluut een hekel aan heb … de trapzitters. Bij ons vorige concert in de AB was daar geen sprake van. Men moest nog maar naar de trappen kijken of je werd er al weggejaagd. Maar maandag niets van dat alles. Gevolg? een overvolle trap en een Luc wiens concertbelevenis voor een deel verpest was.
Gelukkig was er Joe Jackson die veel heeft goedgemaakt. Vanaf het eerste nummer wisten we al dat het goed zou zijn en dat was twee uur later nog altijd zo. Enkele klassiekers, enkele oudere nummers die minder klassiek waren maar wel heel goed en ook nieuw werk. Zijn stem heeft wel een beetje aan kwaliteit ingeboet maar dat ving hij heel goed op door een toontje lager te zingen.
Zet daar nog 3 fantastische muzikanten bij en je hebt een geslaagde avond gehad (met uitzondering uiteraard van die egoïstische trappenzitters).