Vroeger, toen ik nog meer een “jogger” dan een “walker” was ging ik geregeld ’s ochtends lopen.
Een halfuurtje vroeger vertrekken thuis, met de auto naar ’t werk in plaats van met de trein en dan, vóór ik aan mijn (vermoeiende) dagtaak begon, een halfuurtje (of meer)- gaan joggen. Soms deed ik dat zelfs twee keer per week.
Maar dan kwam ik tot de vaststelling dat het wandelen me veel beter beviel dan het joggen en nog later zelfs dat wandelen in gezelschap nog leuker is dan wandelen op je eentje. Ik ga nog wel één keer per week naar Lier om een halfuurtje te joggen maar daar blijft het meestal bij.
Het ligt wel in mijn bedoeling om dit jaar terug iets meer te gaan joggen. Niet verder, niet sneller maar wel vaker. En zo stond ik vanochtend om twintig over zes klaar voor de deur van ons kantoorgebouw in mijn loopkledij.
Toen ik het kruispunt van de Van Rijswijcklaan en de Vogelzanglaan overstak zag ik dat er naast de sportterreinen daar een looppad leek te liggen. Een VERLICHT looppad. Toch maar eens uitproberen dacht ik. Bleek het wel een Finse piste te zijn waar ik niet echt van houd. Ik ben meer een “straatloper” en verkies een stevige ondergrond. Maar anderzijds is er op nauwelijks één kilometer van ’t werk een anderhalve kilometer lang pad dat heel goed verlicht is en waar geen auto’s rijden.
Daar gaan ze me nog zien.