Wat hebben een jonge advocaat, een loodgieter, een havenarbeider en een ietwat verwarde oudstrijder met elkaar gemeen?
Ze liggen samen op één kamer in het ziekenhuis. Dat op zich is al erg genoeg maar het wordt nog erger gemaakt door Zuster Berta die hen het leven zuur maakt.
Er is maar één oplossing: zuster Berta moet weg. Ze bedenken enkele plannetjes die ze met de hulp van een partner, een dochter en een verpleegsterstagiaire uitvoeren. Uiteindelijk lukt hun plannetje maar of ze daarmee beter af zijn?
Tot zover de korte samenvatting van Kabaal in de Ziekenzaal, het stuk voor dit jaar van Toneelvereniging Oud KLJ, één van de twee toneelverenigingen die Vorselaar rijk is.
Ik hou wel van zo’n amateurtoneel. Blijspelen in je eigen dialect, acteurs zonder kapsones, gewoon een paar uur eenvoudig amusement. Het is dus niet omdat mijn kapster in het ene gezelschap zit en mijn neef in het andere gezelschap dat er naartoe ga. Ik heb in ieder geval goed gelachen gisteren.
Vandaag is er iets minder gelachen maar wel hard gewerkt. Vandaag was het immers frikadellendag, een ritueel dat zich zo om de twee maanden herhaalt ten huize Cambré.
Het ritueel begint zo’n twee weken op voorhand met het verzamelen van oud brood. Ontdaan van de korsten wordt dat brood vermalen tot fijne kruimels tot je een goeie kilogram gemalen brood hebt. Meng dat met 2,5 kg gemengd gehakt (varkens-rund) en voeg enkele eieren toe. Kneed alles tot één geheel. Laat enkele uurtjes “zetten” in de koelkast.
Het enige dat je dan nog moet doen is een zaterdagnamiddag opofferen om die grote 3,5 kg zware klomp gehakt om te vormen tot 2 kg soepballetjes, 1 kg “fricasseeballetjes” en maak van de rest zo’n 25 grote gehaktballen die je dan kan opeten samen met “kriekenspijs” zoals ze in de Kempen zeggen. Na zo’n drie uur balletjes rollen heb je dat wel verdiend.