Reykjavik, zomer 1972.
De stad bereid zich voor op de schaakwedstrijd van de eeuw : Boris Spassky, de Rus speelt tegen Bobby Fischer, de Amerikaan voor de wereldtitel.
De koude oorlog tussen Oost en West is op zijn hoogtepunt. De aanwezigheid van een Amerikaanse militaire basis in IJsland zorgt daarbij voor extra spanning. IJsland en Engeland maken zich klaar voor een “visserij-oorlog”. Het krioelt in de IJslandse hoofdstad dan ook van buitenlandse gasten, al dan niet met politieke bedoelingen. De politie heeft dan ook bijzonder druk.
In een kleine bioscoop wordt een jongen brutaal vermoord. Marion Briem, die het onderzoek naar deze moord leidt, wil er ondanks alles achter komen wie verantwoordelijk is voor de moord. Waar is de bandrecorder van de jongen gebleven? Zitten de Russen er voor iets tussen? Of zijn het de Amerikanen? Heeft de jongen iets gehoord dat hij niet mocht horen? Heeft het iets te maken met de schaakwedstrijd?
Het antwoord op deze vragen is te lezen in Schemerspel van Arnaldur Indriðason, het zevende boek dat ik in 2015 heb gelezen. Zoals alle andere boeken die ik van hem al gelezen heb is ook dit weer een vlotlezende thriller. Op het einde van het boek wandelt trouwens een nieuwe rechercheur binnen, ene Erelendur Sveinsson, hoofdrolspeler in de meeste boeken van Indriðason.
Voor het volgende boek op de leeslijst schakel ik nog eens over op de taal van Shakespeare: The Candle Man, een Victoriaanse thriller van Alex Scarrow.