In de Stille Kempen …

Het is hier even stil geweest …

’t Is niet dat we niets gedaan hebben maar de inspiratie om een blogje te schrijven was er even niet.

Dat zal wel veranderen wanneer we (eindelijk) aan onze vakantie kunnen beginnen. Nog een weekje werken en het is zover.

Vandaag was ik alvast een beetje in vakantiestemming. Na twee vrijdagen in Peulis te hebben gezeten was er vandaag terug ruimte om nog eens met moeder op stap te gaan.

We kozen voor Kessel. Die zou er, in deze tijd van het jaar, immers heel mooi moeten bijliggen. En ja hoor, het was gelukkkig zo. Zelden heb ik ze zo purper gezien als vandaag. En omdat we iets vroeger dan normaal vertrokken zijn hebben we ook geen last gehad van de regen.

De Kesselse Heide maakte deel uit van de grote Kempense heidevlakten. Tijdens de laatste ijstijd – rond 70.000 à 10.000 voor Christus – werden de Kempen bedekt met hele pakken zand. Het fijne zand (löss) werd weggewaaid en vormde stuifduinen, waarvan er nog restanten liggen op het domein. Het grovere dekzand bleef er lange tijd dor liggen. Na deze ijstijd – rond 10.000 à 3.800 voor Christus – werd het warmer en ontstonden eikenberkenbossen, met grove den en berk. Daarna begon de mens delen bos te kappen of afbranden voor landbouwgrond. Wanneer de grond uitgeput was, bleven open plekken schrale grond achter. Deze waren ideaal voor de heidegroei. Bovendien werden er schapen geteeld voor de lakennijverheid en deze hielpen mee de heidevlakte in stand te houden door jonge boomscheutjes af te grazen.

Tijdens de Franse Revolutie werd de Kesselse Heide verkocht en later herbebost met grove den, die kon gebruikt worden voor de mijnbouw.

Voor de Eerste Wereldoorlog werd de fortengordel rond Antwerpen afgewerkt. In 1912 was het Fort van Kessel klaar en in 1913 het Fort van Broechem. Om het zicht tussen deze forten vrij te houden, werden alle bomen gekapt. Op de Kesselse Heide bleef slechts één boom staan: deze gaf de grens aan tussen Kessel en Nijlen. De familie Pouppez-de-Kettenis, die eigenaar was van de Kesselse Heide, liet het domein herbebossen vanaf 1920. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de bomen opnieuw gekapt, deels door soldaten en deels door de bevolking als brandstof. Alleen dezelfde ene boom bleef weer staan, tot ook deze in 1943 verdween. Na de oorlog groeide het bos terug.

De gemeente Kessel beheerde de Kesselse Heide vanaf 1972: de gemeente hield er toezicht en ruimde het domein op. Bij Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976 werd het domein tot natuurgebied verklaard en in 1978 werd het gekocht door de provincie Antwerpen. In 1981 kocht de gemeente Nijlen het 7 ha grote natuurgebied “Hoogbos” aan en gaf dit in 2005 in beheer aan de provincie. (Bron: Wikipedia)

(Nog net) Purperen Heide

Na een bijzonder vermoeiende werkweek ben ik vandaag nog eens op stap geweest met moeder. In Lier gaan eten en winkelen en dan, bij 30°C, een wandelingetje gaan maken over de Kesselse Heide. Die stond eigenlijk al eerder op de planning is toen volledig uitgeregend.

Op sommige plekken was het echt nog al purper wat de klok sloeg maar op andere plekken was het beste er toch al af.

Maar, ondanks de hitte, was het toch een leuke wandeling.