Inhaalbeweging

Ondertussen zijn er alweer een aantal dagen gepasseerd sinds het laatste bericht.

Je zou dan misschien denken dat er dan niets vermeldenswaardig is gebeurd maar dat is niet het geval geweest hoor.

Er is voldoende gebeurd maar er is niet altijd de tijd of de goesting (of allebei) om even achter die laptop te kruipen en die foto’s te bewerken en/of een stukje te schrijven.

Zo hebben we afgelopen woensdag de verjaardag van Conny gevierd. Een smakelijk ontbijt bij Tante Trien in Heist op den Berg, schoenenshoppen bij Torfs in Temse, fietstochtje naar Battel met bezoekje aan de Batteliek … afin, een fijne dag.

En afgelopen vrijdag ben ik met moeder naar het Kasteel van Laarne gereden waar op dit moment Bloemenbanket loopt. We maakten van de gelegenheid gebruik om de Gentse kant van de familie nog eens te bezoeken. We zien elkaar niet zo vaak dus grijpen we elke gelegenheid aan om even bij elkaar binnen te springen.

Omstreeks 1200 werd er in Laarne een houten paalconstructie opgetrokken. Kort daarop hoogde men de grond op en kwam er een nieuwe, sterkere opbouw. Pas circa 1300 verrees het eerste stenen gebouwtje waaruit later het huidige poortgebouw ontstond. Daarna evolueerde de kasteelzone in minder dan anderhalve eeuw naar de huidige waterburcht. Na een restauratie in 1962 doet het dienst als museum bekend om zijn collectie van zilverwerk.

Het poortgebouw, de weermuur, de drie ronde torens en de donjon van Kasteel Laarne is opgetrokken uit Balegemse steen. De donjon was via de weermuur verbonden met de drie verdedigingstorens. Deze vallen op door de stenen torenspitsen.

De dakconstructie van de donjon stamt uit de tweede helft van de 17e eeuw. In de loop der tijd verdwenen de kantelen, de valbrug en valhekken. Een vaste brug met drie bogen en de loggia (het barok voorgebouw) stammen uit de 17e eeuw toen de hoofdingang naar het dorp werd verplaatst. Daarnaast werden de verbindingsmuren tussen de verdedigingstorens vervangen door woongedeelten. Die worden gekenmerkt door grote ramen met kruiskozijnen.(Bron: Wikipedia)

De tentoonstelling Bloemenbanket toont het werk van de floristen Tim Beyens, De Wolf, Owen Wim De Ruyver, Moniek Vandenberghe, Haruko Noda, Julie & Sarah Vanneste, Elena Werner, Chantal Van Damme, Nele Destoop, Kruiden Claus, Gentse Azalea & Dhaese Plants.

Zij werkten samen met Hannes Couvreur, Scheppersinstituut Wetteren o.l.v. Tom De Wilde, Tectura Melle o.l.v. Dominique Bauwens, PTI Kortrijk campus Wetenschap & Groen.

Het was zeker mooi en het bezoek meer dan waard maar je kan het niet vergelijken met de Floraliën van vroeger.

Moeder heeft er in ieder geval weer van genoten al heeft ze nog meer genoten van het bezoek aan haar drie Gentse neefjes.

Kasteel van Gaasbeek

Na enkele weken van nattigheid , die weliswaar nuttig waren want dat gaf ons de tijd om eens goed op te ruimen, kon ik vandaag nog eens op uitstap met moeder.

Ik koos voor het Kasteel van Gaasbeek en zijn Museumtuin.

Vermoedelijk liet Godfried van Leuven hier omstreeks 1240 een burcht bouwen ter verdediging van het hertogdom Brabant tegen het graafschap Henegouwen. Tijdens het ancien régime was dit het centrum van het Land van Gaasbeek.

In 1388 maakten de Brusselaars het kasteel met de grond gelijk. Daarmee namen ze wraak voor de moord op Everaard t’Serclaes door getrouwen van de kasteelheer, Sweder van Abcoude, die het kasteel nadien weer opbouwde.

Er verbleven een aantal belangrijke families uit de geschiedenis der Nederlanden, onder andere de Hornes en de Egmonts. De bekendste was graaf Lamoraal van Egmont, die het kasteel kocht in 1565, drie jaar voor zijn dramatische terechtstelling.

Op het einde van de 17de eeuw kwam het kasteel met aanhorigheden in handen van Louis Alexander Scockaert, baron van Gaasbeek en graaf van Tirimont. Eind 18de eeuw had de familie geen mannelijke nakomelingen meer en kwam het kasteel via huwelijken in handen van de Milanese patriciërsfamilie Arconati Visconti. Om die reden is het wapen van de Visconti’s, de biscione (een gekroonde azuren draak of slang die een man opslokt op zilver veld) nadrukkelijk aanwezig in de interieuraankleding van het kasteel zoals op houten lambriseringen en schouwmantels. De verticaal opgekrulde draak vindt men ook terug op het logo van het kasteel. Paul Arconati-Visconti bezat ook het Broodhuis op de Grote Markt. De laatste markiezin Arconati Visconti was de Française Marie Peyrat die het kasteel renoveerde en het zijn huidige uitzicht gaf. Ze stierf in 1923.

Zij schonk het domein in 1921 aan de Belgische Staat, die de gebouwen en het park in 1924 openstelde voor het publiek. Sinds 1980 is het een museum van de Vlaamse Gemeenschap.

Bij de hoofddreef van het domein ligt een terrastuin, omringd door een barokke omheiningsmuur (heringericht tot “levend museum” in 1996-1997). Deze tuin van 1,5 ha tegenover het kasteel biedt een overzicht van wat de Vlaamse hoveniers en fruittelers presteerden tussen 1860 en 1940, toen zij tot de wereldtop behoorden. Hij bevat fraai aangelegde en perfect onderhouden perken met groenten, bloemen, kruiden, bomen en heesters die rond 1900 in alle grote tuinen te vinden waren (waaronder onder meer vandaag grotendeels vergeten groenten). De museumtuin bestaat uit vier grote afdelingen: een siertuin met oranjerie, aangelegd in “Italiaanse” stijl; een moestuin; een fruittuin met bessen, klein fruit en noten, waarin zich ook de hydrangea-collectie bevindt; een boomgaard met een regionale collectie pruimenbomen. Het hoogtepunt is een verzameling lei-fruitbomen. Aan de tuin palen dienstgebouwen met een traditionele kern. (bron : Wikipedia)

Het kasteel en de tuinen zijn zeker een bezoek waard maar de binnenkant van het kasteel viel toch behoorlijk tegen. Nochtans is het recentelijk gerestaureerd en is het pas sinds dit jaar terug toegankelijk. Lag het aan de tijdelijke tentoonstelling of gewoon omdat het heel donker was binnen? Ik weet het niet maar het was geen 12 euro waard. De tuin daarentegen is zeker wel 7 euro waard.

Voor mij was het geen probleem want je mag met de Museumpas gratis binnen.