Over motorstoringen en urban exploring

Vorige zondag is in mineur verlopen. Op weg terug van Heist op den Berg gaf mijn (gloednieuwe) auto, na een noodstop te hebben moeten maken, immers een “motorstoring” aan. Dat lichtje moest trouwens niet branden, ik voelde zo ook wel dat er iets mis was.

Toch nog in Peulis geraakt en dan maar Ford Assistance gebeld. Die stuurden een takeldienst die de auto naar mijn Ford Garage in Lier hebben getakeld. Ik kreeg van hen een een vervangwagen gekregen tot woensdag.

Op woensdag was de auto echter nog niet gerepareerd dus de vervangwagen van de takeldienst vervangen door een vervangwagen van de garage.

Vrijdag dan na een wandeling in Vrieselhof in Oelegem naar Lier gereden om de herstelde wagen terug op te pikken.

Alles leek opnieuw koek en ei tot ik na 15 km, deze keer zonder noodstop, opnieuw dezelfde motorstoring kreeg. Ook deze keer wist ik zonder lampje wel dat er iets niet in orde was. Moeder thuis afgezet en terug naar Lier om, een uur nadat ik ‘m had afgehaald mijn auto terug te geven voor herstelling.

Gelukkig heb ik deze week een weekje “tuinwerkvakantie” in Peulis. Een auto heb ik niet echt nodig. Maar echt geruststellend is dat toch niet. Hopelijk vinden ze deze keer de echte oorzaak (en hebben ze een definitieve oplossing).

Vrijdag heb ik dan ook nog afscheid moeten nemen van een trouwe vriend : Jupeke, de rosse kater met de halve staart. Ongeveer een jaar geleden had de dierenarts al laten weten dat het einde snel zou kunnen naderen maar met de nodige medicatie deed hij het toch goed. De afgelopen dagen ging het echter zo snel achteruit dat laten inslapen aangewezen was. Ik ga het manneke missen.

Vandaag hebben we nog even den toerist uitgehangen, zelfs de “urban” toerist. We zijn namelijk naar het Vrijbroekpark in Mechelen gefietst om daar de hotelruïne te gaan bezoeken.

Ooit moest er aan het Vrijbroekpark in Mechelen een mastodont van een hotel verrijzen, liefst achttien verdiepingen hoog. De aanzet van dat megalomane project groeide uit tot het iconische spookhotel. Sinds 15 februari is de ruïne gratis toegankelijk voor het publiek.

in 1972 begon aan de rand van het provinciaal domein de bouw van het Parkhotel. Honderd kamers zou het tellen, een restaurant met panoramisch uitzicht, een zwembad op de benedenverdieping met plek voor tien winkels en een parkeergarage voor 150 auto’s. In het torenhoge gebouw zou er daarnaast nog eens plek zijn voor 182 appartementen en 26 studio’s. Ook gepland: een rechtstreekse aansluiting op de autosnelweg E19, toen nog de E10.

Verder dan twee verdiepingen is het toenmalige prestigeproject nooit geraakt. Verzakkingen van het gebouw door de moerassige ondergrond en financiële perikelen worden genoemd als oorzaken. Vandaag is de ruïne omgeven door natuur en de voorbije decennia groeide ze onder andere bij graffitiartiesten uit tot een geliefd actieterrein. (bron : Het Nieuwsblad).

Onderweg ook behoorlijk wat ooievaars gezien waaronder ook die van Muizen. Die was bekend omdat hij zijn nest steevast op het kruisbeeld van het kerkhof bouwde. Maar dat kruisbeeld is de afgelopen winter tijdens een storm afgebroken. En die jongen zit daar nu altijd zo droevig te kijken. Naast het kerkhof is er wel een nestpaal gezet en daar zat ook een ooievaar op maar we weten niet of die al dan niet van het koppel is.

Plaats een reactie