Kruiskensberg en de Grote Nete

Afgelopen zondag hebben we van het prachtige weer nog eens de echte wandelschoenen aangedaan. Die bleken wel nodig want het was een vrij zompige wandeling.

Als vertrekpunt kozen we de parking van Café ’t Kruiske in Bevel, vlakbij Kruiskensberg.

Van de parking ging het naar knooppunt 2 aan het kapelletje van Kruiskensberg.

Het bedevaartsoord zou ontstaan zijn toen omstreeks 1260 een herder dronk van het water van een bron op deze heuvel en aldus van koorts genas. Hij zou dan een kruis hebben geplaatst bij de bron. In 1691 werd de bron vervangen door vijf waterputten. Deze symboliseren de vijf wonden van Christus.

De bedevaart, die op Goede Vrijdag plaats vond, werd vergezeld van een jaarmarkt.

De huidige kapel werd in 1861 gebouwd, in 1864 volgde een ijzeren kruis en in 1895 werden een zevental kapelletjes bijgebouwd met elk twee kruiswegstaties.

In 1961 werd nog een natuurstenen piëta geplaatst, vervaardigd door Jos Jacobs.

Van KP 2 ging het door het bos verder naar KP 4. Aanvankelijk was het de bedoeling om via KP 99, 98 en 61 (aan ’t Schipke) naar KP 59 te wandelen maar dan mis je wel het mooi vlonderpad tussen knooppunten 4 en 59.

Dan volg je de Grote Nete tot aan KP 77. Ter hoogte van Bed & Breakfast Hullebrug heb je de keuze. Ofwel volg je de knooppunten ofwel steek je rechtover en wandel je op het verharde stuk naar KP77. Wij kozen voor deze laatste optie, dat was net iets aangenamer wandelen.

Via knooppunten 81, 78 en 5 bereik je terug de parking van ’t Kruiske.

De knooppunten zonder vlonderpad : 2 – 4 – 99 – 98 – 61 – 59 – 60 – 77 – 81 – 78 – 5 – 2

De knooppunten met vlonderpad: 2 – 4 – 59 – 60 – 77 – 81 – 78 – 5 – 2

Enkele foto’s

Heverlee War Cemetery (3 x 3)

De laatste dag van het weekje verlof werd besteed aan een bezoekje aan de Gentse tak van de familie. Dat deden we wel met de trein. Goedkoop is dat niet echt. Nu ja, mijn moeder moest als 65-plusser maar 8,30 euro betalen voor een retourticketje, ik moest 32,40 euro neertellen voor diezelfde reis.

Maar ja, het scheelt wel een pak stress op de autostrade en je kan rustig een boek lezen of zelfs een dutje doen.

Zaterdag hebben we dan wat IKEA-meubelen in elkaar gestoken (zonder ruziemaken !!!).

En vandaag trokken we naar Leuven voor de maandelijkse 3 x 3 wandeling van Lots of Leuven. Die vond deze keer niet plaats in Leuven zelf maar wel in Heverlee meer bepaald aan het Engels Kerkhof. Officieel is dat de Commonwealth War Graves Commission Heverlee War Cemetery.

Ze werd ontworpen door Philip Hepworth. Het terrein heeft een vierkantig grondplan met een oppervlakte van 6.950 m². De toegang bevindt zich in de noordwestelijke hoek van waaruit 5 gangpaden vertrekken waarlangs de graven in waaiervorm zijn aangelegd. Het Cross of Sacrifice staat aan het uiteinde van het centrale pad. De toegang wordt gevormd door een gebogen bakstenen muur met dubbel hek en een schuilhuisje aan beide zijden.

Er worden 30 doden uit de Eerste Wereldoorlog (waaronder 1 niet geïdentificeerde) en 988 uit de Tweede Wereldoorlog (waaronder 36 niet geïdentificeerde) herdacht. Er liggen 756 Britten, 157 Canadezen, 45 Australiërs, 17 Nieuw-Zeelanders, 1 Zuid-Afrikaan, 1 Amerikaan en 11 Polen uit de Tweede Wereldoorlog begraven.

Er liggen ook nog 29 Britten en 1 Canadees uit de Eerste Wereldoorlog begraven.(Bron : Wikipedia)

We kregen er onder andere de verhalen te horen van Marie Rose die samen met enkele andere vrijwilligers van de Auxiliary Territorial Services in de buurt verongelukt zijn in 1945.

En het verhaal van de twintigjarige Leslie Manser die het Victoria Cross heeft gekregen alsook dat van Lord Frederick Cambridge, een familielid van de Britse koninklijke familie. Hij was de jongste zoon van Adolphus Cambridge, 1st Markies van Cambridge, voorheen de hertog van Teck, en een neef van koningin Mary en koning George V.

Van alle wandelingen die we al gedaan hebben was deze wel de interessantste.

Vordensteyn

Nog steeds een weekje verlof en na de miezerige regen van deze voormiddag klaarde het gelukkig op zodat we toch nog een wandeling konden maken.

Daarvoor trokken we naar Schoten, meer bepaald naar Park Vordenstein.

Dit kasteelpark is 110 hectaren groot en bevat zowel Engelse als Franse bouwstijlen. Het grootste gedeelte van het landschap dateert uit 1850. Rond deze periode werden ook een groot aantal zeldzame boomsoorten aangeplant. Op het domein leven damherten, reeën en uilen.

Vordensteyn ontstond in de 14de eeuw na het samensmelten van twee leenhoven, het Hof van der Katen en het Hof van de Werve, respectievelijk afhangend van de heren van Schoten en de heerlijkheid van Villers. In 1552 was er voor de eerste maal sprake van een stenen huis. Het kasteel veranderde in de loop der tijden verscheidene malen van uitzicht en werd uiteindelijk in 1946 gesloopt. Het omringende park, de bijgebouwen en enkele vazen van de vroegere parterres zijn bewaard gebleven. Het bosgedeelte werd ontworpen in Franse barokstijl met rechte dreven en assen. Later werd een gedeelte heringericht volgens de Engelse landschapsstijl met afwisselend open grasvelden, vijvers en boomgroepen.

In het park bevindt zich ook de oranjerie, gebouwd rond 1800 in een neoclassicistische stijl. Deze oranjerie en de omringende tuinen hebben nu een educatieve functie waar de vzw Tuinpunt regelmatig tentoonstellingen, workshops en andere evenementen organiseert. De oranjerie is geklasseerd als beschermd erfgoed.(Bron : Wikipedia).

Die damherten, reeën en uilen hebben we niet gezien maar verder was het een mooie herfstwandeling. Wij kozen voor de rode wandeling die ongeveer 3,5 km lang is. De blauwe wandeling is 4 km lang en er is ook nog een 1 km lange gele wandeling. Alle wandelingen vertrekken op de parking aan de Kopstraat.

Enkele foto’s:

Mol

Ik heb nog wat verlofdagen staan met als gevolg dat ik al eens een weekje niet moet werken.

Omdat Conny wel moet werken ben ik vandaag nog eens op stap geweest met moeder. Zij wilde nog eens graag gaan eten in de Abdij van Postel.

Daar kan je ook wandelen maar de korte wandeling hebben we daar al dikwijls gedaan en die is eerlijk gezegd eerder saai.

Waarom dan niet naar het centrum van Mol en een stadswandeling doen?

In Mol hebben ze de “Spijkers met koppen” wandeling. Een wandeling waarbij je “spijkers” in de grond volgt om zo via informatieborden een beetje op te pikken van de geschiedenis van Mol.

De gemeente is voortgekomen uit de Voogdij Mol, Balen en Dessel, die in de Napoleontische tijd werd opgeheven en waarbij Balen en Dessel zelfstandige gemeenten werden. Het gebied van Postel, tot dan toe zelfstandig bezit van de Abdij van Postel, werd bij de gemeente gevoegd en in 1818 werd ook de Geelse enclave Millegem aan Mol toegevoegd, waarmee het de meest uitgestrekte gemeente van België werd. De bijnaam van de Mollenaars is “Sopweikers”.

Hoelang Mol bestaat, is niet geweten, maar het gebied wordt al duizenden jaren bewoond. In de middeleeuwen was de streek gekend als Molle. De eerste lettergreep (Mol) verwijst naar de mulle zand. De tweede lettergreep (le) betekent “beboste hoogte”. Sinds wanneer het gebied omschreven werd als Molle is evenmin geweten, maar men vermoedt rond 54 voor Christus, na de opstand van de Eburonen. En de bewoning door hun nog overlevende nakomelingen en opvolgers: Toxandriërs en Tungri. (Bron: Wikipedia)

Als je wandeling zou doen, druk dan zeker een plannetje af of zet de wandeling in één of andere app of GPS. De spijkers zijn vaak verwarrend en op sommige plaatsen lijken ze verdwenen. Straatnaambordjes kosten blijkbaar ook veel want in Mol zie je er niet zoveel.

Na de wandeling nog snel een koffietje gedronken “Onder den Toren” en dan heel smakelijk gaan eten aan de Abdij van Postel.

De wandeling:

Enkele foto’s

Herfstwandelingen

Verlengd weekend deze week en dat het een heel druk weekend is geweest.

Afgelopen vrijdagnamiddag gaan wandelen met moeder in Lier van Kloosterhei naar Oud Lier en terug (over het kerkhof).

Zaterdag nog eens een halve dag op mijnen buik gelegen om onkruid uit te doen (ik zou toch graag vóór de winter de tuin voor een groot deel onkruidvrij hebben).

En gisteren was er weer tijd voor ontspanning met de Mispeldonkwandeling in Bonheiden. Je vertrekt aan de kerk en dan volg je de pijltjes met het blauwe rechthoekje. Soms kan de wandeling bijzonder modderig zijn maar dat viel gisteren heel goed mee.

En in Mispeldonk is het heel het jaar door wel mooi om te wandelen.

De wandeling:

Enkele foto’s:

Vandaag zijn we gewoon in Peulis gebleven om te wandelen maar door de wisselende weersomstandigheden viel dat ook weer mee. Zon, regen en wolken en dan heb je veel kans op regenbogen. We hebben er een aantal gezien. Niet de mooiste maar ze waren er wel.

Wat ik hier in de buurt wel weinig zie ten opzichte van bij ons in de Kempen zijn paddenstoelen. Af en toe zie je er wel één maar niet zoals bij ons in Vorselaar.

Mijn favoriete seizoen

Als je buiten kijkt dan zie je het onmiddellijk.

De herfst is nu echt begonnen. Het wordt kouder en natter en grijzer en je hebt nauwelijks door dat het licht is geworden en het is alweer donker.

Voordeel van deze tijd van het jaar, en ook de reden waarom de Herfst mijn favoriete seizoen is, alles verkleurt mooi en paddenstoelen schieten uit de grond als … paddenstoelen 😉.

Dan moet je gewoon gaan wandelen.

Op Allerheiligen was dat een korte wandeling van de kerk naar het kerkhof en terug met moeder.

Op Allerzielen hebben we vooral gewandeld in de winkel maar zondag was er tijd voor twee wandelingen.

De eerste was een korte knooppuntenwandeling in Grobbendonk. Als de auto achterlaat op de parking achter het Gemeentehuis dan kan je via de knooppunten 18 – 21 – 20 – 19 – 18 een korte wandeling van zo’n 4 kilometer doen.

Veel kleur hebben we tijdens deze wandeling niet gezien maar wandelen in de mist heeft ook wel “iets”.

In de namiddag kregen we bezoek van mijn Gentse neven. Hun ouders waren dan wel Kempenaars, zij zelf zijn rasechte Stroppendragers. Als ze dan eens terugkomen naar hun roots dan staat een wandeling door de dreven naar het Kasteel van Vorselaar steevast op het programma.

Tijdens die wandeling was er een pak meer kleur te zien.