De Heide

Er stond voor vandaag een fietstocht in Loenhout op ons programma.

Maar de buienradar gaf aan dat er vanaf de middag veel kans was op regen. En aangezien er niets zo vervelend is als kletsnat in de auto naar huis te moeten rijden, besloten we m in de plaats daarvan een wandeling te maken.

Hotel Jerom ligt aan toegangspoort De Vroente dus aan wandelingen geen gebrek. Wij kozen voor de rode Duinwandeling.

Dit wandelpad is ideaal voor rust- en stiltezoekers. Wandelpad Duin brengt je naar het hart van het stiltegebied in het Grenspark. Je loopt eerst door uitgestrekte heidevlaktes. Dit is een landschap met een wisselend gelaat, in de winter grauw, stil en verlaten, in de nazomer in prachtige paarse kleuren bloeiend. Verderop wachten waardevolle duinmassieven. Het zand verstuift door de wind en heeft heel wat verrassingen in petto: snelle loopkevers, prachtige solitaire bomen maar evengoed het zicht op verstilde, weidse zandvlaktes. Je passeert de Vossenbergen en Wilgenduinen, die ooit veel hogere zandduinen waren, maar door vroegere zandontginningen werden verlaagd. Je loopt een klein stukje langs de Verbindingsstraat. Klim op de nieuwe uitkijktoren van Natuurpunt om te speuren naar vogels in de omgeving en op het Stappersven. Terugkeren doe je langs weilanden en het stille bos van de Markgraaf. Dit wandelpad loopt deels door begrazingsgebied. Honden zijn daarom niet toegelaten. (Bron : website Grenspark)

En daarmee zit onze driedaagse in Kalmthout er weeral op. Het heeft deugd gedaan maar we tellen wel af naar onze “grote” vakantie in juni.

De wandeling:

Bergen op Zoom

Tweede dag van ons fietsweekendje.

We kozen voor een tochtje uit het boekje van VOS Travel dat we bij ons vorige bezoek hier niet hadden gedaan. Dat zou ons naar  Bergen op Zoom brengen.

Bergen op Zoom is niet de meest toeristische trekpleister voor de meeste Vlamingen maar ons kort bezoekje van vandaag smaakt zeker wel naar maar.

Ik kende de stad enkel van de Roparundoortocht maar vooral van de douches in de sporthal, als de plaats waar we na twee dagen in een mobilhome eindelijk eens deftig konden douchen.

Maar Bergen op Zoom is ook een stad met 200 rijksmonumenten. Het marktplein alleen is al zeker een bezoekje waard met Herberg De Draak (het oudste hotel van Nederland), de St. Gertrudiskerk, Stadsschouwburg De Maagd (de voormalige Maagdkerk) en het monumentale Stadhuis.

En er is ook het Markiezenhof date nu een museum is. 

Vooral tijdens de 80-jarige oorlog heeft Bergen op Zoom een belangrijke rol gespeeld als vestingstad op de Brabantse Wal. De stad werd beschouwd als de Poort naar Zeeland.

Tijdens ons bezoekje hebben we wat regen gehad maar dat was niet zo erg.

Terugkeren deden we over de Markiezaatkade die tussen de Oosterschelde en het Markiezaatmeer ligt. Een wondermooi stuk natuur.

De laatste 10 à 15 km begon het toch nog te miezeren. Niet genoeg om nat te worden maar teveel om droog te blijven.

De douche na bijna 70 km fietsen was dan ook meer dan welkom.

De knooppunten : 25 – 80 – 89 – 24 – 14 – 51 – 27 – 28 – 01 – 84 – 17 – 18 – 15 – 75 – 83 – 76 – 79 – 71 – 32 – 21 – 52 – 22 – 38 – 56 – 83 – 02 – 81 – 25 (Hotel Jerom en Parking De Vroente liggen tussen punten 81 en 25)

Weekendje weg

Na een mislukte poging zo’n kleine maand geleden is het ons dit weekend wel gelukt om er even tussenuit te glippen.

Niet te ver maar wel ver genoeg.

Vanochtend vertrokken naar Kalmthout en de auto geparkeerd bij Hotel Jerom waar we tot zondag blijven.

De fietsen van de auto gehaald en weg waren we. Een fietstocht van zo’n 40 km die ons naar Ossendrecht en Hoogerheide zou brengen. Vertrekken deden we via Heide waar we aan het station eerst nog iets hebben gegeten.

Dan ging het verder richting Nederland en Ossendrecht.

Net voor we Ossendrecht binnenreden passeerden we nog Machsike Hadass, één van de drie Joodse begraafplaatsen die Putte rijk is.

Putte ligt deels in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en deels in de Vlaamse provincie Antwerpen. De drie Joodse begraafplaatsen zijn genoemd naar de drie Joodse gemeenschappen in Antwerpen: Frechie stichting, Machsike Hadass en Shomre Hadass.

Alle drie de begraafplaatsen liggen op Nederlands grondgebied in de gemeente Woensdrecht. Het totaal aantal begravenen is niet bekend, maar het zijn er tienduizenden. De begraafplaatsen zijn tezamen wel een hele straat lang en staan helemaal vol. Vanuit een vliegtuig op volle hoogte (ca. 10 km) zijn de drie begraafplaatsen nog goed te zien, zo groot zijn ze.

Putte vormde nooit een zelfstandige Joodse gemeenschap, maar viel onder Bergen op Zoom. Op de drie begraafplaatsen van Putte en op de Joodse begraafplaats van Bergen op Zoom zijn veel Belgische Joden begraven, omdat in België niet kan worden gegarandeerd dat een begraafplaats eeuwig bewaard kan blijven.(Bron : wikipedia)

Het was de eerste keer dat ik door Ossendrecht fietste en niemand langs de kant zag staan. Dat was wel raar. Mijn vorige 8 bezoekjes aan date oudste dorp van de Brabantse Wal vonden immers altijd plaats bij het ochtendgloren op Pinkstermaandag.

Ossendrecht was eigenlijk het eerste dorp op Nederlandse bodem op de route van Parijs naar Rotterdam, parcours van de Roparun die ik 9 keer heb meegedaan (de 9de keer vertrok ik uit Hamburg naar Rotterdam en zijn we niet in Ossendrecht gepasseerd.

Ossendrecht had elk jaar een thema en heel het dorp stond dan verkleed buiten om de Roparunners warm te onthalen. Unieke herinneringen zijn dat.

We passeerden ook nog Hoogerheide en via het Grenspark Kalmthoutse Heide reden we terug naar Hotel Jerom.

Geslaagde fietstocht maar er was wel wind, veel wind, heel veel wind … een Noord-Oost-West-Zuiderwind trouwens en dat zijn de ergste.

De knooppunten : 81 – 2 – 83 – 56 – 38 – 23 – 51 – 33 – 34 – 22 – 35 – 36 – 37 – 89 – 80 – 25 – 81 (Hotel Jerom ligt tussen punt 25 en 81)

Rockweide

Na het wekelijkse dagje werken in de tuin (waar dat onkruid vandaag blijft komen is me een raadsel) was er vandaag weer tijd voor een wandeling.

Aanvankelijk wilden we gaan fietsen, een koffietje gaan drinken in Werchter, maar het zag er vanochtend niet echt fietsvriendelijk weer uit, dit in tegenstelling tot gisteren.

Dan maar snel een wandeling gezocht en we vonden al snel de Rockweidewandeling in Werchter. Die is zo’n 11km lang maar bood de mogelijkheid om op het einde een paar kilometer in te korten.

Het weer was grijs maar verder was het een heel mooie wandeling langs de Dijle en langs de boomgaarden op de oevers van de Dijle.

Ze werd afgesloten op de weide van Wechter en de North West Walls, het project van Arne Quinze dat onder zijn curatorium jaarlijks door een nieuwe set van straatkunstenaars tot leven wordt gebracht.

Op dit moment kan je er het eerbetoon van Matthias Schoenaerts aan Sanda Dia nog bewonderen.

De weide zelf ziet er onherkenbaar uit. Ik heb het er altijd moeilijk om in te schatten waar de verschillende podia en tenten staan.

Zoals de traditie het wil, nu ja … wij doen het altijd … werd ons bezoekje aan Werchter afgesloten met een koffietje aan de kerk.

Floralia Brussels

De weergoden waren ons goed gezind vandaag. Op het programma stond immers een tripje naar het Kasteel van Groot-Bijgaarden in Dilbeek. Daar kan je nog tot en met 4 mei Floralia Brussels bezoeken. Een uitstapje dat echt een kolfje is naar de hand van mijn moeder en mijn tante.

Het kasteel werd gebouwd door de heren van Bijgaarden. De eerste wiens naam gekend is, een Amelricus die opduikt in 1110, verkreeg het domein van de Sint-Baafsabdij. Een opvolger Arnulfus III gaf waarschijnlijk opdracht om de eerste burcht te bouwen, een mottekasteel dat de zuidelijke landerijen moest beschermen.

In 1486 verwierf Willem Estor het kasteel en de Bijgaardse heerlijkheid. Hij kwam uit een oude Brusselse familie (schepen in 1475) en voerde het wapen van de Berthouts.

Gaspard II Schetz, de machtige financier en heer van Grobbendonk, kocht Groot-Bijgaarden in 1549 voor 17.800 pond en verkocht het zes jaar later door aan Laurens Longin van Lembeek.

Ferdinand van Booischot kocht het kasteel in 1634 en transformeerde het op vijftien jaar tijd tot zijn huidige aanzicht. Hij liet onder meer de kapel aanbouwen. In de 18e eeuw viel het kasteel toe aan Helena van Booischot. Ze huwde met Karel Ferdinand, graaf van Königsegg-Rothenfels en regent-interimair der Nederlanden. Ter gelegenheid van dit huwelijk verhief keizerin Maria-Theresia de heerlijkheid Groot-Bijgaarden tot markiezaat onder de naam Booischot.

Nadat het kasteel sterk was vervallen, begon men in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Het was Raymond Pelgrims de Bigard die het kasteel van de ondergang redde, zijn nakomelingen zetten zijn werk verder.

In het 14 ha grote park dat werd aangelegd door tuinarchitect Louis Fuchs, is een presentatie weggezet van bijna alle voorjaarsbloemen die men maar bedenken kan. Onder leiding van specialisten uit het bloembollen vak zijn in het park meer dan 1 miljoen bloembollen handmatig geplant. Het expertteam heeft rekening gehouden met de verschillende variëteiten,  hun bloeitijden, kleuren en hoogtes. Elk jaar kunnen talrijke liefhebbers van voorjaarsbloemen genieten van meer dan 500 soorten, waarvan alleen al 400 soorten tulpen.

Pasen

Het (verlengde) Paasweekend is, net als alle andere weekends eigenlijk, weer voorbij gevlogen.

En net als de voorbije weekends is er ook nu weer hard gewerkt in de tuin. De strijd tegen het onkruid is een strijd die nooit ophoudt. Eigenlijk kan je hem trouwens niet winnen maar we blijven volharden in de boosheid. Voorlopig lijken we in ieder geval weer te winnen ook al weten we dat we binnen een paar weken weer op onze knietjes zullen zitten om opnieuw onkruid uit te doen.

Maar het is rustgevend en als je dan nadien op het schommelbankje naar de tuin zit te kijken dan geeft dat toch wel een voldaan gevoel.

Gisteren, op Paasdag, hebben we uiteraard niet in de tuin gewerkt maar hebben we met “mijn kant” van de familie genoten van een smakelijke Paaslunch in Taverne Wolfstee in Herentals, gevolgd door een nog smakelijker ijsje bij het IJssloeberke in Tielen.

En vandaag hebben we onze eerste fietstocht van het jaar gedaan. Een dikke dertig kilometer waarbij we even gepauzeerd hebben bij de Fashion Store in Sint-Katelijne-Waver. Voor 10% tot 20% korting maak ik graag een tussenstop 😉.

Verder was het onderweg genieten van het jong leven dat je her en der in de weides ziet staan. Altijd snoezig en schattig.

Lente

Wat een rare week alweer.

Afgelopen donderdag, na een dagje vakantie om te werken in de tuin, toch naar ’t werk gereden om afscheid te nemen van een collega. Nu ja, afscheid is een groot woord maar na 17 jaar verlaat ze wel ons team haar capaciteiten ten dienste van een ander team te stellen. Hun geluk, onze tegenslag.

Ook vrijdag is er hard gewerkt in de tuin om de resten van de winter weg te werken.

Zaterdag is er door het rotte weer niet gewerkt. Dan zijn we van pure miserie maar gaan shoppen (hihi).

’s Avonds was het, naar mijn smaak toch, ook miserie. Vorige week waren we gewoonweg vergeten om naar Hugo Matthysen te gaan. Ik zou willen dat we gisteren ook vergeten waren om naar Spinvis te gaan kijken.

Vorig jaar hebben we Spinvis nog gezien in de Roma en dat was een geweldig goed concert. Echt heel goed. Daarom dachten we dat zijn optreden zonder band maar wel met Saartje van Camp even goed zou zijn.

Hun voorstelling Neveldieren, was echt niet mijn ding. Een soort combinatie van “alternatief” theater en muziek maar als ik eerlijk ben … ik wilde om 20u45 al vertrekken (de voorstelling was om 20u37 begonnen 😉). Maar Conny zegt dat ik me voorbeeldig heb gedragen door heel de voorstelling uit te zien 😊.

Vandaag was er, na een verjaardagsetentje, toch nog de tijd om even te gaan wandelen en een beetje van de beginnende lente te genieten (al bleef het zonnetje nog achterwege).

Maar de lammetjes en de bloemetjes maakten veel goed.