Omdat het gisteren geen weer was om een hond door te sturen (en dus zeker geen vermoeide medewerker van een verzekeringsmaatschappij) is er gisteren niet gelopen.
Maar vanavond was het, ondanks de soms felle wind wel mooi weer en heb ik mijn schade terug ingehaald. Rond de klok van zes vertrokken en 34 minuten later stond ik terug voor de deur met 4,80 km op de teller. Dat begint aardig in de buurt van de 5km te komen. In ieder geval een pak beter dan de 3km die ik een maand geleden bijeen strompelde.
Wat er ook aardig in de buurt van de 5 begint te komen is het aantal boeken van Toni Coppers dat ik heb gelezen. Vanochtend op de trein nummer 4 uit de reeks rond Liese Meerhout uitgelezen. Eigenlijk is het nummer 2 maar ik heb eerst nummers 3 en 4 gelezen en dan nummers 1 en 2.
“Engel” is echter wel het beste boek dat ik tot dusver van hem heb gelezen. Het verhaal begint met een beeldje van een engel dat badend in een plas bloed wordt gevonden in het Brusselse Museum voor Schone Kunsten. Liese Meerhout van de Cel Kunstcriminaliteit wordt gevraagd door de veiligheidsadviseur van het museum gevraagd om een kijkje te komen nemen.
Enkele dagen later begint Liese raadselachtige boodschappen te ontvangen, zowel thuis als op kantoor. Dan valt er een eerste dode. Een man is vermoord op exact dezelfde manier als de revolutionair Marat op het schilderij van David .Meer boodschappen volgen en er valt een tweede slachtoffer … Het is aan Liese en haar vriend Simon om de kunsthistorische puzzel op te lossen.
Coppers slaagt erin om de spanning vanaf bladzijde 1 op te bouwen en de lezer 270 bladzijden lang in spanning te houden. En op het einde loopt het eigenlijk niet goed af maar eigenlijk ook wel. Het is maar hoe je het bekijkt.
Op de terugweg naar huis ben ik dan aan boek 5 begonnen: Stil Bloed.