Ook de afgelopen dagen hebben we onze plannen een beetje moeten wijzigen.
Vrijdag begon nog “normaal” met een bezoekje aan de bandencentrale om de winterbanden er terug op te leggen en daarna naar de kapper om de haartjes wat bij te knippen. Daar had ik een gemiste oproep van mijn broer die op vakantie was in Zuid Afrika. Kort daarna gevolgd door een kort bericht : “kan jij mij morgen komen halen in Zaventem? Ik loop op krukken”.
Blijkbaar een ongelukkige uitschuiver gehad tijdens een wandeling op de laatste dag met een gebroken kuitbeen als gevolg. Dus … de zaterdagochtend naar Zaventem en vandaag verder naar de spoed in Herentals. De “receptioniste” wilde ons niet binnen laten want “wij doen niet aan second opinions” maar voor we goed en wel buiten waren hield de spoedarts zelf ons tegen en die stuurde ons onmiddellijk terug voor een nieuwe RX-scan en vooral bloedverdunners. Toch niet zo’n beste beurt van die persoon achter de balie.
Zondag brachten we eerst nog een bezoekje aan Leuven voor de Dieric Bouts tentoonstelling in het M-museum in Leuven. Een echte aanrader, al was het maar voor de supergrappige maar toch leerrijke audiogids ingesproken door Warre Borgmans. Die is wel voor kinderen bestemd maar als man wordt je toch nooit volwassen dus dat is geen probleem.
’s Avonds zijn we dan nog eens richting Brussel gereden maar dan de andere kant uit naar Halle en Dworp om de plusdochter naar een Jonge Heldenkamp te brengen.
Gisteren stond er weer een verplaatsing op het programma, deze keer Peulis naar Vorselaar en terug. In Vorselaar was er immers een Kempisch Buffet ten voordele van het Vorselaars Wieler Comité. Uiteraard brachten we ook een bezoekje aan het kerkhof. Dat zouden we ook nog eens doen in Peulis.
En vandaag zijn we dan “even” naar Ieper gereden om een paar verzekeringsdossiers te openen en om wat medicijnen op te halen. Dat had een leuke toeristische uitstap kunnen worden ware het niet dat er net vandaag een van de zwaarste stormen van de afgelopen jaren over het land trok. Hoe dichter ik bij Ieper kwam, des te steviger moest ik mijn stuur vasthouden.
Ik moet toegeven dat ik een paar keer heb gevreesd om te worden opgepikt door de wind en ergens anders terug te worden neergeplakt.