Geen grijze lucht vandaag. Het was vanochtend vroeg blauw en ook nu is het nog blauw. Geen wolkje te zien, behalve dan die rare ronde gele wolk die ervoor zorgt dat je rood wordt wanneer geen witte melk over je lijf smeert
.
Na het ontbijt verliet ik de Manoir en trok ik richting Concarneau, mijn eerste stop voor de dag. Het zou ook de laatste stop worden maar dat wist ik toen nog niet.
Concarneau is een havenstadje, dat heb je wel meer aan de zee, en heeft net als Saint-Malo ook een “intra muros”, een oud fort eigenlijk. Deze is wel veel kleiner dan Saint-Malo maar ook veel gezelliger. Het is een aaneenschakeling van allerhande winkeltjes, crêperies en restaurantjes waar je voor een heel schappelijke prijs heel goed kunt eten. Het was er druk maar wel gezellig druk. Ik heb me trouwens niet kunnen inhouden en ook wat “souvenirs” gekocht (o.a. een rugbyshirt met de vlaggen van de 6 Celtic Nations en enkele hemden).

Binnen de muren is ook al meer dan 50 jaar het Musée de la Pêche gevestigd. Voor slechts 6,50 euro krijg je een volledig overzicht van de visvangst in de streek en in de rest van de wereld. Je kan zelfs een heuse vissersboot bezoeken.

Na de vesting ben ik door de rest van het stadje beginnen dolen en voor ik het wist was het bijna vijf uur, hoogste tijd om verder te rijden naar Lorient waar ik vandaag overnacht. Mijn andere geplande stops zullen moeten wachten tot een volgende keer.

Morgen gaat de tocht verder naar Vannes en zou ik onderweg een van de hoogtepunten van deze reis moeten zien : CARNAC.














