Het moest er eens van komen : een compleet uitgeregende dag, nu ja “dag” … ’t is maar een dikke halve dag geworden.
Het was de bedoeling dat ik vandaag naar Pendine zou gaan en daar, na een bezoekje aan het (kleine) Museum of Speed een fikse strandwandeling zou maken over de Pendine Sands, de legendarische plaats waar menig snelheidsrecord is gebroken.
Toen ik vanochtend aan het hotel vertrok regende het maar dat wilde niets zeggen. Ik heb het deze week nog meegemaakt dat er op de ene plaats een fikse bui valt en dat enkele kilometers verder de zon schijnt.

Maar hoe dichter ik bij Pendine kwam, hoe harder het begon te regenen. Een spurtje van de parking naar het museum hield me voorlopig droog. Het museum is heel klein en opgedragen aan BABS, de auto waarmee J.G. Parry-Thomas in 1927 dodelijk verongelukte op het strand.
De wagen werd toen begraven op het strand maar in de jaren ’60 terug opgegraven en volledig gerestaureerd door Owen Wyn Owen. Babs pronkt nu in het museum.

De geplande wandeling is wel in het water gevallen, letterlijk en figuurlijk. Niet alle delen van het strand zijn open voor het publiek (het is immers ook een oefenschietbaan van het leger. Maar de wind en regen waren gewoon afschuwelijk. Op een kwartiertje tijd was ik al “verzopen”.

Aangezien het er niet naar uit zag dat het weer zou verbeteren ben ik terug naar het hotel gereden voor een “nice quiet afternoon in”. Een goed boek,zo dadelijk een goeie James Bond op TV, “tea making facilities” op de kamer … ook dat is vakantie.