“Tjoeke tjoeke tuut” zouden de jongens en meisjes van Spring zeggen. Maar aangezien noch mijn moeder, noch ikzelf nog “spring” zijn hebben we dat maar achterwege gelaten.
Wat bracht ons ertoe om op een grijze septemberdag naar Oostende te rijden. Eigenlijk is dat nog een gevolg van de 50ste huwelijksverjaardag van mijn ouders. Ze hebben toen onder andere een Bongo-box gekregen voor een “Ontbijt met bubbels”. Omdat mijn vader niet echt voor dit soort zaken te vinden is heb ik mezelf maar opgeofferd en omdat er in Oostende een zaak was waar je niet op voorhand diende te reserveren zouden we ons ontbijtje aan de kust opeten.
Iets over tienen zaten we aan tafel en kregen we het volgende voorgeschoteld : twee toastjes met gerookte zalm, keuze uit 3 broodjes of koffiekoeken met voldoende confituur of choco, een zachtgekookt eitje en natuurlijk een glaasje bubbels (voor mij werd dit uiteraard een glaasje versgeperst sinaasappelsap).
Bijna een uur later begonnen we dan aan ons dagje aan zee. Eerst een fikse wandeling naar de Oostendse vismijn waar de tentoonstelling “Visserskoppen” van Stephan Vanfleteren aan zijn laatste dagen bezig is. De foto’s op zich waren heel mooi, echter karakterkoppen maar ik had er toch iets meer van verwacht.
Volgende etappe : de dahlia-tuin in Bredene. Een aanrader voor liefhebbers van bloemen en vooral van verschillende kleuren.

Tot slot hebben we de dag afgerond met een bezoekje aan het Domein Raversijde. We hebben ons wel moeten beperken tot het Memoriaal Prins Karel, het huisje waar Prins Karel Van Vlaanderen zijn laatste jaren heeft doorgebracht als een verbitterd man die weinig of geen erkenning heeft gekregen voor zijn tijd dat als regent van België. In het Paviljoen was er ook nog een tentoonstelling over de Belgica, het schip waarmee Adrien de Gerlache naar de Zuidpool is gevaren en dat toen 14 maanden vastgevroren heeft gezeten. Jammer genoeg was er geen tijd meer om het Atlantik-Wal museum te bezoeken maar dat houden we voor mijn volgende verlof in December.
